Civil Power anno 2018: Krachtig en kwetsbaar

Onze civil power wordt hoog in geschat, maar blijkt ook kwetsbaar...
Onze civil power wordt hoog in geschat, maar blijkt ook kwetsbaar...
6 december 2018
Opinie | | Civil Power

Kopstukken uit de filantropiesector kwamen donderdag 22 november bijeen voor het congres ‘Civil Power’ in debatcentrum De Balie. Het belang van krachtenbundeling stond centraal tijdens de feestelijke bijeenkomst. Tegelijkertijd was er een oproep tot waakzaamheid in een tijd waarin ‘de ruimte voor civil society afbrokkelt’ en ‘civic deserts’ ontstaan. Voormalig FIN-directeur Suzette de Boer stelde de vraag aan vertegenwoordigers van vermogensfondsen: Hoe krachtig is civil power?

Ruim tweehonderd mensen waren samen gekomen in hét debatcentrum van Amsterdam. Dat er veel is om trots op te zijn, bleek wederom bij de uitverkiezing van de meest invloedrijke persoon in de Nederlandse filantropie. De nieuwe nummer één, directeur van de Nierstichting Tom Oostrom, laat bij uitstek zien waar krachtenbundeling toe kan leiden. Hij stelt de missie van zijn stichting, nierziekten kunnen genezen, volledig centraal en gaat hierbij op een ondernemende manier te werk.Via het samenwerkingsverband RegMed XB weet hij overheid, bedrijfsleven, wetenschap, fondsen én patiënten te verbinden voor één concreet gezamenlijk doel: de draagbare kunstnier. ‘Wij hebben dit zelf opgepakt, omdat de markt deze innovatie liet liggen,’ verklaarde Oostrom. ‘De nierpatiënten zijn bij dit project vanaf stap nul betrokken.’
Laurentien van Oranje, vorig jaar titelwinnaar (en nu in de ‘Hors categorie’), benadrukte in haar speech bij overhandiging van de nieuwe DDB-Jaargids het belang van samenwerking tussen verschillende partijen en het betrekken van de doelgroepen bij initiatieven. Ze riep de aanwezigen op met elkaar in gesprek te gaan, omdat ‘zeer complexe maatschappelijke problemen niet kunnen worden opgelost in een ivoren toren.’

Krachtenbundeling
Petra van Aken, Hoofd Communicatie bij VSBfonds, voelde zich door deze boodschap aangesproken: ‘Juist door de onafhankelijke rol die vermogensfondsen hebben, zijn zij bij uitstek in de positie om partijen bij elkaar te brengen om samen meer te bereiken. Maar dat doen ze naar mijn idee nog te weinig.’
Nummer drie in DDB Top 100, Adessium Foundation, ziet ook de noodzaak van krachtenbundeling. ‘Als je als fonds al een tijd bezig bent met een bepaald onderwerp, dan krijg je een goed overzicht van het werkveld en kun je tevens zien waar de lacunes zitten’, zegt directeur Rogier van der Weerd. ‘Zo was er bij de plasticsoep-problematiek aanvankelijk een wat versnipperd landschap en hebben wij meer coördinatie tot stand gebracht.’ 
Samenwerking is niet altijd de oplossing, meent Van der Weerd. ‘Bij sociale verandering is er sprake van een outsidegame of een insidegame. In het eerste geval zijn er kritische partijen die een maatschappelijke misstand aan de kaak stellen. Dan is er meer scherpte en zijn partijen niet altijd in staat om constructief om de tafel te zitten. Bij de insidegame hebben de betrokkenen wel al gedeelde belangen en is er momentum om concessies te doen en te werken aan een gezamenlijke uitkomst. Beide processen vereisen een andere aanpak.’ 

Kwetsbaar
Naast de feestelijkheden en het optimisme rond het samenwerkingsverband van de Nierstichting gaf Lisa Jordan in haar keynote speech aan dat de civil society kwetsbaar is. ‘Sinds de val van de Berlijnse muur lieten we ons vrolijk meevoeren op de democratische golf en maakten we ons weinig zorgen over ‘civil power’. Vandaag zijn we genoodzaakt een stap terug te doen, omdat het democratische tij aan het keren is.’ 
Jordan is bekend in de filantropiesector door haar betrokkenheid als directeur bij Bernard van Leer Foundation en Porticus. Tegenwoordig is de Amerikaanse directeur van Shine, een wereldwijde campagne met als doel ‘energie-armoede’ te beëindigen door energie voor iedereen toegankelijk te maken. Tijdens haar toespraak gaf Jordan een panoramisch overzicht van de staat van de filantropie waarbij ze de zaal meenam naar plekken als Griekenland, India, de VS, maar ook heel dichtbij, een Haags parkje.
De laatste locatie gebruikte Jordan als illustratie voor het soms bijna achteloze verlies van sociaal kapitaal. In het voorbeeld krijgen kinderen opeens te horen dat er niet meer gevoetbald mag worden in het park. Pogingen om in gesprek te raken met de gemeente stuiten op formalistische en bureaucratische reacties. Zo wordt een petitie afgekeurd, omdat ‘handtekeningen van personen onder de zestien ongeldig zijn’. Eindresultaat: de kinderen zitten weer binnen achter hun schermpjes, het plantsoen verandert in een ‘begraafplaats voor sociaal kapitaal’.

Het voorbeeld van het Haagse plantsoen toont volgens Jordan aan hoe kwetsbaar sociaal kapitaal is, terwijl dat voor NGOs, fondsen, bewegingen, clubjes en andere verenigingsvormen juist onontbeerlijk is. Als een gemeenschap ontmoedigd raakt en burgerinitiatief en verenigingsleven afbrokkelen, ontstaan volgens Jordan ‘civic deserts’; gebieden waar isolement, vervreemding en polarisatie overheersen. 

Niet vanzelfsprekend 
Wereldwijd krimpt de ruimte voor burgers en maatschappelijke organisaties, constateerde de Amerikaanse. ‘Deze week nog werd een lokale medewerker van een NGO die gesteund wordt door een Nederlands vermogensfonds opgepakt en in de gevangenis gegooid wegens “misdaad tegen de staat”. Dit is geen NGO die systeemverandering nastreeft, maar een die kinderen uit de armoede wil helpen. Misschien moeten we ons wat minder zorgen maken over hoe we kunnen samenwerken met de overheid en het bedrijfsleven en er meer voor zorgen dat de overheid en de markt ontvankelijk zijn voor civil society en civil power.’ 
Als we in Nederland dan toch denken dat het wel goed zit met onze civil power, begrijpt Jordan dat volkomen. Maar waakzaamheid is geboden, meent de directeur van Shine. Zelf dacht ze twee jaar geleden ook nog dat de Civil Power-Barometer er in de Verenigde Staten goed voorstond. Nu herkent ze haar land niet meer ‘waar we migrantenkinderen uit de armen van hun ouders rukken en ze opsluiten in kooien’.

In de wandelgangen van De Balie werd er door vertegenwoordigers van vermogensfondsen nog veel gesproken over de speech van Jordan. ‘Haar verhaal zette me het meest aan het denken’, zei bijvoorbeeld Boudewijn de Blij, FIN-bestuurslid en oud-directeur van Fonds 1818. ‘We moeten goed kijken naar wat er op lokaal niveau gebeurt, al vond ik het voorbeeld van het parkje in Den Haag niet helemaal goed gekozen.’ 

Haar boodschap over het belang van sociaal kapitaal en civil power resoneerde ook bij andere vertegenwoordigers van de vermogensfondsen. Michiel de Wilde, bestuurslid van de Goldschmeding Foundation: ‘Lisa vraagt indringend aandacht voor de verbinding tussen wat fondsen en NGOs doen en wat er echt gebeurt in de buurt en op straat. Vermogensfondsen zijn als geldgevers nog een stap verder van hun doelgroep verwijderd dan goede doelen. Wij zullen daardoor nog meer ons best moeten doen om deze verbinding te maken.’
Ann Gummels, oprichter van filantropisch advies- en onderzoeksbureau PhAR, voelde dezelfde urgentie: ‘We moeten niet denken dat dit probleem alleen in niet-Westerse landen speelt en dat het bij ons wel goed zit. Dat laten Brexit en Trump ons wel zien.’ Ook voor de filantropische sector is een rol weggelegd om polarisatie tegen te gaan en sociale cohesie te bevorderen, meent Gummels. ‘Het maakt niet uit of je armoede wilt tegengaan of de rol van ouderen, kunst en cultuur of natuur wilt stimuleren; neem dit aspect mee.’
Van der Weerd van Adessium Foundation reflecteerde naar aanleiding van Jordans’ speech op de tendensen in de Nederlandse samenleving. ‘Ik denk dat de relatie tussen het sociaal kapitaal en de verenigingsdichtheid belangrijk is. In onze ontzuilde samenleving is dit aan het veranderen en het is belangrijk ervoor te zorgen dat er weer nieuwe verenigingsvormen ontstaan die iets tot stand brengen voor het gemeenschappelijk belang. Gelukkig zijn er genoeg fondsen die zich hiermee bezighouden.’

Adessium Foundation onderzoekt zelf in het programma ‘Publiek Belang’ hoe de democratische rol van burgers versterkt kan worden. ‘Denk bijvoorbeeld aan de notie van een geïnformeerde samenleving. Door de opkomst van allerlei vormen van mis- en desinformatie is dat een heel actueel onderwerp. We weten inmiddels dat dit een directe relatie kan hebben met het innemen van extreme posities of het uit elkaar drijven van standpunten en groepen. Wij zijn geïnteresseerd om te weten: hoe werkt dat precies? En wat kun je er op een constructieve manier mee? Dus zonder dat je gaat censureren en sociale media platforms gaat verketteren. Het biedt namelijk ook veel kansen. Wij steunen daarom onderzoek naar de effecten van digitalisering van de publieke ruimte op onze democratie. En we ondersteunen organisaties die zich inzetten voor digitale rechten - hoe weren we ons als burgers tegen ongewenste exploitatie van persoonlijke data.’

Nieuwe generatie
Nieuwe kansen zijn er gelukkig ook genoeg. De Civil Power-Barometer van De Dikke Blauwe laat zien dat de aanwezige vertegenwoordigers van de filantropiesector overwegend positief gestemd zijn. Overal ontstaan nog steeds nieuwe clubjes van jonge, actieve burgers zoals bijvoorbeeld de ‘ploggers’, joggers die afval verzamelen. Boudewijn Wijnands, initiator van het online vrijwilligersplatform Deedmob wees ook in zijn toespraak op de hoopvolle initiatieven die nu plaatsvinden. ‘Wij bouwen sociaal kapitaal op via vrijwilligerswerk. Onze 900.000 vrijwilligers willen naast hun studie of werk graag iets voor de samenleving betekenen. U vindt ons Millennials wellicht niet altijd even aardig, maar wij gaan wel de wereld redden.’
 
Geïnformeerde samenleving 
Tijdens het congres werd door een journalisten-panel ook stilgestaan bij de rol van de media. Eén van de punten die Harm Taselaar, hoofdredacteur RTL Nieuws, naar voren bracht is dat ‘journalistieke organisaties steeds kleiner worden en steeds minder middelen hebben, terwijl de wereld steeds ingewikkelder wordt’.
Vermogensfondsen maken zich zorgen over deze ontwikkeling. ‘Nepnieuws raakt ons allemaal’, zegt Liesbeth Nagelkerke directeur bij Stichting Femi. ‘Taselaar stelt dat positief nieuws vooral via sociale media wordt verspreid, maar hoe controleer je wat waar is en wat niet? Hoe kun je daar als stichting op inspelen?’
Het door Adessium Foundation gesteunde 
Bellingcat is een voorbeeld van burgerjournalistiek in een periode waarin onderzoeksjournalistiek hevig onder druk staat. ‘Als fonds kun je zo’n collectief in een vroeg stadium helpen om verder te komen dan een groep losse vrijwilligers’, vertelt directeur Rogier van der Weerd. ‘Bellingcat kan nu doorgroeien en ook andere partijen in staat stellen hun technieken te gebruiken.’ 


 
2/2