Bent u een gold minder? Of een free spirit?

24 augustus 2016
Opinie | | Wetenschap & Onderzoek

Filantropische organisaties die op zoek zijn naar betrokkenheid ('involvability') van zowel donoren als begunstigden, zijn er in alle maten en soorten. Hoe reflecteert dat in bestuurlijke transparantie? Pushpika Vishwanathan deed er als promovenda onderzoek naar aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam, in samenwerking met het Erasmus Center for Strategic Philantropy. In onze top story van deze week doet zij er verslag van. Vishwanathan deelt filantropische organisaties in in vier typen: de 'gold minders', de 'caregivers', de 'free spirits' en de 'peacekeepers.' Ieder type wordt gekenmerkt door een andere configuratie van betrokkenheid van donor en doelgroep, en staat voor een unieke bestuurlijke uitdaging. Er is echter ook een algemene deler: bij de diverse organisaties dreigt voortdurend het gevaar van overheersing door deze of gene groep of een impasse.
Dat gevaar kan alleen worden afgewend als de betrokkenheid van de stakeholders en hun invloed op het bestuur en de strategische beleidsvorming evenwichtig verdeeld worden. Ook transparantie is volgens Vishwanathan node gewenst. Maar daarover is de discussie volgens haar nog nauwelijks geopend in de Nederlandse filantropie.
Soms zijn er goede redenen om de betrokkenheid met grantees te versluieren. Bijvoorbeeld als door openheid hun levens van letterlijk in gevaar komen. Maar vaak genoeg gebeurt 'goed doen' in een sfeer van gewijde stilte die weinig ruimte laat voor inbreng van stakeholders, de begunstigden niet in de laatste plaats. En dat is in de kern een ernstig deficit. Filantropie betekent immers dat je met geld van anderen of van jezelf positieve impact wilt realiseren op de levens van anderen. Dat schept een enorme verantwoordelijkheid voor filantropische organisaties ten aanzien van alle betrokkenen. Daarbij speelt transparantie een belangrijke rol. Niet omwille van transparantie zelf - maar als voorwaarde om de uiteindelijke doelstellingen te realiseren. Wie niet open staat voor redelijke en proportionele vormen van bestuurlijke transparantie, miskent feitelijk het raison d'être van zijn organisatie.