Afdracht goede doelenloterijen komt onder grote druk

Afdracht goede doelenloterijen komt onder grote druk
Afdracht goede doelenloterijen komt onder grote druk
15 november 2012
Nieuws | | Loterijen

Het regeerakkoord tussen VVD en PvdA heeft duidelijk gemaakt dat het huidige restrictieve kansspelbeleid van de laatste decennia op zijn laatste benen loopt. Toelating van online gokbedrijven tot de Nederlandse kansspelmarkt betekent ook dat de automatismen van een gegarandeerde afdracht van de loterijen aan de samenleving (in 2011 nog 750 miljoen euro) verdwijnen. Niet alleen voor de vergunninghouders, maar ook voor de beneficiënten, waaronder een groot aantal charitatieve fondsen die zwaar leunen op inkomsten uit de loterijen, breken andere en ook onzekere tijden aan.

Al meer dan tien jaar proberen grote internationale gokbedrijven, zoals Ladbrokes en Betfair, toegang te krijgen tot de Nederlandse kansspelmarkt. Tot voor kort zonder veel succes. Nog niet zo lang geleden oordeelde de Hoge Raad, na raadpleging van het Europese Hof van Justitie, dat het Nederlandse gokmonopolie van de Lotto niet strijdig is met vrij verkeer van diensten in Europa. Dat betekent dat buitenlandse goksites zonder Nederlandse vergunning hun deuren voor Nederlandse gokkers moeten sluiten. Die goksites handelen volgens de Hoge Raad onrechtmatig als zij Nederlandse gokkers niet weigeren op hun sites of telefoonlijnen.

Hoge Raad
Het arrest van de Hoge Raad was het resultaat van ruim tien jaar procederen tussen Lotto en Ladbrokes. Na de eeuwwisseling is er onder toenmalig minister van Justitie Donner een zogenoemd restrictief kansspelbeleid gehanteerd. Kansspelen mogen alleen met een overheidsvergunning worden georganiseerd. Er zijn zeven vergunninghouders: Holland Casino, de Staatsloterij, Lotto, drie bij de Nationale Goede Doelen Loterijen (waaronder de Postcode Loterij) en Runnerz. Buiten deze bedrijven mogen er geen andere aanbieders van kansspelen actief zijn.

Te vroeg gejuicht
Met het arrest van de Hoge Raad in de hand kraaide Lotto-advocaat Van Manen al victorie: het zou vaststaan dat het huidige Nederlandse beleid ‘europroof’ is en dat illegale buitenlandse sites eenvoudig zijn aan te pakken. Maar alles wijst erop dat Van Manen misschien iets te vroeg heeft gejuicht. De nieuwe regering heeft weliswaar aangekondigd dat zij het illegale online gokken wil aanpakken, maar niet meer binnen een restrictief kader: nieuwe wetgeving moet de toetreding van buitenlandse online gokbedrijven onder bepaalde voorwaarden alsnog mogelijk maken. Of de Nederlandse consument daarop zit te wachten? Het heeft er alle schijn van. Naast de €1,7 miljard die jaarlijks omgaat in de Nederlandse gokindustrie, wordt naar schatting een aanzienlijk deel gespendeerd bij grote buitenlandse gokbedrijven als Ladbrokes, Betfair, Bwin en Unibet. Vooral pokersites en bingosites zijn immens populair.

Andere strategie
De huidige vergunninghouders hebben die ontwikkeling tandenknarsend aangezien en lijken nu van strategie veranderd. Omdat het intussen wel evident is dat de liberalisering van de Nederlandse kansspelmarkt op termijn niet meer tegen te houden is – en nu feitelijk wordt aangekondigd in het regeerakkoord – is de focus verlegd van protectionisme naar een ‘leveling the playing field’. Als er toch al verhevigde concurrentie komt, dan toch zeker met een gelijke startpositie!

Lobby-instrument
Om hun belangen kracht bij te zetten brengen de Goede Doelen Loterijen al jarenlang hun Goede Doelen Platform in stelling: het samenwerkingsverband van alle 200 goede doelenorganisaties die worden gesteund door de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij, de VriendenLoterij (Nationale Goede Doelen Loterijen). Naast de Goede Doelen Loterijen zelf hebben ook De Lotto, NOC*NSF en de Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland (ALN) zich hierbij aangesloten. De Nederlandse Staatsloterij, de Samenwerkende Branche- organisaties Filantropie (SBF) en de Grote Clubactie zijn als toehorend partner aan het Platform verbonden. De missie van het Platform is “het duurzaam veilig stellen en waar mogelijk vergroten van de bijdrage van de legale loterijen aan het algemeen belang”. Feitelijk is het samenwerkingsverband vooral een krachtig lobby-instrument dat in voorzitter Rinnooy Kan een zwaargewicht heeft die in staat moet zijn aan vele Haagse touwtjes te trekken.

Brief aan formateurs
Maar hoe succesvol is die lobby eigenlijk? Zolang de Christen-Democraten meeregeerden, leek het restrictieve kansspelbeleid relatief veilig voor de liberale druk om de vrije marktwerking ook in de kansspelmarkt ruim baan te geven. Nu het politieke midden door de laatste verkiezingen aan de kant is geschoven, is de lading – mede ook door continue druk uit Europa – verder gaan schuiven. Tijdens de kabinetsformatie stuurde het Platform daarom een brief met aanbevelingen aan de formateurs Kamp en Bos. Daarin pleitte het Platform voor twee belangrijke punten. Allereerst voor een versterking van de positie van de (legale) loterijen, “zodat hun bijdrage aan het algemeen belang duurzaam kan worden veiliggesteld en waar mogelijk wordt vergroot”. En vervolgens voor een verstandige legalisering van de online kansspelen.

Boer met kiespijn
Wie de tekst van het regeerakkoord leest, ziet snel dat het tweede punt geregeld is, maar over het eerste – versterking van de legale loterijen - wordt door Rutte II met geen woord gerept. Dat is op zich niet nieuw, ook het vorige regeerakkoord sprak alleen over legalisering van online kansspelen. En dat steekt, want de Goede Doelen Loterijen voelen zich als de bokser die met een arm op de rug gebonden de strijd moet aangaan met aanbieders die zich ogenschijnlijk niets aantrekken van enige maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Als een boer met kiespijn zeggen de Goede Doelen Loterijen blij te zijn dat de regering nu eindelijk werk lijkt te maken van een ordentelijke regulering van het online kansspelaanbod en dito handhaving, maar een ‘leveling the playing field’ lijkt nog ver weg en de frustratie daarover is voelbaar. Sigrid van Aken, managing director van de Goede Doelen Loterijen verwoordt het zo: “Er is nu inderdaad regelgeving op komst om het aanbod van de online kansspelen in Nederland te legaliseren. Goed dat de consument dan een legaal online aanbod krijgt, maar deze buitenlandse, commerciële aanbieders van online kansspelen leveren de samenleving financieel verder niets op. De online partijen dragen niets af aan het goede doel en nauwelijks aan belastingen. Terwijl zij tegelijkertijd wel mogelijk deelnemers bij de loterijen weg gaan kapen. Op deze manier kan het toelaten van die buitenlandse partijen uiteindelijk dus leiden tot een verlies aan opbrengsten voor de samenleving en dat gaat ons ter harte. Nu zorgen loterijdeelnemers jaarlijks voor 770 miljoen euro voor goede doelen, cultuur, sport(verenigingen) en staatskas. Het is dus erg belangrijk dat ook de huidige loterijen snel mogen moderniseren en een online spelaanbod mogen ontwikkelen om concurrerend te blijven in de nieuwe kansspelmarkt.”

Inhaalslag
Van Aken betoogt dat versterking door modernisering cruciaal is voor zowel samenleving als overheid: “Juist in tijden van bezuinigingen is het cruciaal om de totale goede doelenafdracht aan de samenleving en de afdracht aan de staat op peil te houden en waar mogelijk te vergroten.”
Maar er is ook nog een andere reden. De bestaande vergunninghouders moeten volgens Van Aken een inhaalslag kunnen maken ten opzichte van de (nu nog) illegale aanbieders. Die konden tot op heden vrijwel ongestoord hun gang gaan, terwijl de bestaande vergunninghouders zich met handen en voeten gebonden wisten en vanwege hun vergunning helemaal niet online actief mogen zijn. Bij een online vergunningverlening moet er volgens Van Aken dus wel sprake zijn van een gelijke startpositie.

Afdrachtpercentage verlagen
Welke inhaalslag zouden de loterijen eigenlijk moeten maken om in de slag om de spelersgunst een eerlijke kans te maken? En welke gevolgen zou dat hebben voor de huidige afdracht van de loterijen aan de samenleving? Om te beginnen zullen de loterijen de concurrentie moeten aangaan met andere aanbieders die in een hoge frequentie met grote prijzen de markt bewerken. Veel online gokbedrijven gebruiken tot wel 90 procent van de inleg voor prijzengeld en trekken daarmee grote groepen consumenten over de streep. De Goede Doelen Loterijen voelen zich nu min of meer gedwongen om meer in de prijzenpot te stoppen. Van Aken: “Wij willen natuurlijk voorkomen dat onze beneficiënten negatieve gevolgen zouden ondervinden van de toename van concurrentie. Met een groter prijzenpakket is in het verleden ook al aangetoond dat wij meer deelnemers weten te trekken. Daarom pleiten wij al jaren voor het stapsgewijs aanpassen van onze huidige afdracht van 50 procent naar 40 procent, terwijl tegelijkertijd de andere loterijen wat minder aan prijzen en wat meer aan de samenleving zouden moeten geven voor een eerlijke marktwerking. Op die manier hopen wij de huidige hoge afdracht aan de samenleving te kunnen handhaven.”

Frequentie en prijzen omhoog
Naast een verhoging van het prijzengeld willen de Goede Doelen Loterijen vanaf 2013 in het verlengde van de huidige vergunning tegen betaling ook online spellen aanbieden: geen pokerspelletjes, zoals de meeste buitenlandse aanbieders, maar bijvoorbeeld wel bingo en andere spellen. Ook de frequentie (bijv. weektrekkingen) van het aanbod zal omhoog moeten om de concurrentie aan te kunnen, volgens Van Aken. Basis voor een eerlijke marktwerking blijft volgens haar niet alleen dat scherp toezicht op illegale aanbieders van de Kansspelautoriteit, maar ook dat de reclameregels voor veilige kansspelen (loterijen) gelijkgesteld worden aan die voor de rest van het bedrijfsleven.

De spoeling wordt dunner
De conclusie van dit verhaal? De kansspellading gaat de komende jaren structureel schuiven. Met legalisering en regulering van het online gokken wordt de concurrentie op de kansspelmarkt flink aangejaagd, waardoor ook de huidige vergunninghouders met nieuwe proposities moeten komen in de jacht om de consumentengunst. Daarbij komt de afdracht aan de samenleving links- of rechtsom onder grote druk te staan. Het is al geen goed teken dat in het regeerakkoord met geen syllable wordt gerept over de majeure maatschappelijke opbrengsten (nu driekwart miljard per jaar), maar uitsluitend over de fiscale opbrengsten voor de staat (enkele tientallen miljoenen per jaar). Hoe die maatschappelijke financiering voor goede doelen uit het restrictieve systeem ook in een meer geliberaliseerd model overeind kan blijven, is nog een grote vraag. Bij het verder opengooien van de kansspelmarkt is het waarschijnlijkste scenario dat de spoeling uiteindelijk dunner zal worden. Een boerenwijsheid die vooral de beneficiënten die nu nog zwaar steunen op loterijgeld hopelijk heeft geïnspireerd diep na te denken over diversificatie van hun inkomstenstromen. Dat financiële dak repareren vergt waarschijnlijk een flink aantal zomers. Het is de vraag of die er nog komen. Erop gokken lijkt in elk geval zeer onverstandig.