8 manieren om non-profits te helpen met impactmeting

8 manieren om non-profits te helpen met impactmeting
8 manieren om non-profits te helpen met impactmeting
20 juli 2018
Nieuws | | (Social) Impact

Grantmakers, zoals vermogens-, familiefondsen en major donors, willen tegenwoordig hard bewijs zien dat de projecten die ze financieren ook impact hebben. Maar het beoordelen hiervan op de lange termijn vereist tijd, vaardigheden en geld. ‘Bovendien hebben grant makers vaak een kortzichtige kijk op assessment en zoeken ze snel antwoorden om de aanvraag te rechtvaardigen. Ze kunnen non-profitorganisaties beter helpen te leren van data, zodat ze hun doelstellingen beter kunnen bereiken’, zegt Jamie Austin in The Chronicle of Philantropy
 
Jamie Austin is senior director Impact and Learning bij de Tipping Point Community, een non-profitorganisatie die investeert in goede doelen op het gebied van armoedebestrijding. Tipping Point helpt non-profitorganisaties daarnaast bij impactmeting. ‘Het idee van uitkomsten en resultaten en ook impact laten zien in het algemeen, is een gevoelig onderwerp’, zegt Austin. ‘Filantropen zouden een deel van de verantwoordelijkheid voor het meten van de effectiviteit op zich moeten nemen. Voor grant makers die streven naar de best mogelijke resultaten, loont het om tijd en geld uit te geven om voor een goede meting te zorgen.’
 
Samenwerken
‘De vraag is te vaak ‘Hoe ga je dit meten?’ En ‘Hoe ga je dit bewijzen zonder onze steun?’, zegt Austin. ‘En het zou eigenlijk moeten zijn: ‘We hebben hier samen in geïnvesteerd, dus hoe gaan we samenwerken om te leren van wat we hebben gedaan?’ Op die manier kunnen non-profitorganisaties leren over wat wel en niet werkt en zo hun programma’s verbeteren.’
The Chronicle sprak met goede doelen, non-profitorganisaties en filantropiewetenschappers over de stappen die grant makers kunnen nemen om organisaties te helpen hun impact te meten en te maximaliseren. Hieronder hun advies in acht stappen.
 
1. Vraag naar het evaluatieplan en hoe u daarbij kunt helpen
Het gebeurt vaak dat non-profits vertellen welke resultaten ze willen bereiken en hoe ze van plan zijn om die resultaten te meten, maar daar blijft het dan bij. Austin: ‘Het is belangrijk om dat op te volgen met de vraag hoe je kunt helpen dat te doen. Als een organisatie met een werkgelegenheidsprogramma bijvoorbeeld de voldoening van haar klanten wil meten, kun je helpen bij het ontwikkelen van een methode, zoals het inzetten van focusgroepen in plaats van het verzenden van een enquête.’
 
2. Vlucht niet voor data die u niet wilt zien
Soms zijn er resultaten die u liever niet ziet. Maar dat is een kans om te verbeteren, geen teken om je steun terug te trekken, zegt Austin. ‘Wat hebben we hiervan geleerd? Wat veranderen we aan ons programma? Wat veranderen we over onze doelgroep? Wat was misschien gebrekkig aan onze evaluatie?, dat zijn de vragen die je moet beantwoorden.’ 
 
3. Investeer in langdurige relaties met grantees
Als non-profitorganisaties zich zorgen maken over de vraag of u hen blijft steunen, zullen ze niet zo snel met u praten over zaken die niet zo goed gaan. ‘Waarom zou je naar je bank gaan en ze vertellen dat je op het punt staat dat je niet meer aan je verplichtingen kunt voldoen?' zegt Kathleen Kelly Janus, auteur van het boek Social Startup Success. Ze meent dat het aanbieden van meerjarige grants een goede manier is om transparantie te bevorderen. Op die manier kweek je vertrouwen en daardoor meer openheid, zegt ze.
Austin heeft een ander voorbeeld. ‘Neem ons eigen Tipping Point, dat maar één jaar lang grants verstrekt, maar die grantees behandelt als partners op lange termijn. Tipping Point biedt onbeperkte financiering over lange perioden en creëert zo persoonlijke relaties met hun grantees. Daardoor voelen goede doelen zich op hun gemak en delen meer dan alleen het goede nieuws.’
 
4. Investeer niet alleen in programma's, maar ook in organisaties
Je kunt programma’s niet scheiden van de organisaties die ze opstellen, zegt Austin. Hetzelfde geldt voor impact. ‘Zelfs als je uitstekende resultaten behaalt met een programma, dan is dat niet het einde van het verhaal. Je moet de organisatie financieren, omdat grote organisaties groeien en schalen’, aldus Austin. Om grantees sterker te laten worden, stelt Austin voor onbeperkte ondersteuning te bieden in het meten van impact, waarbij het goede doel zelf bepaalt hoe dit het beste kan worden aangepakt. Afhankelijk van de ontvanger kan dat activiteiten inhouden zoals training van programmamedewerkers, in-house monitoring of betalen voor consultants.
 
5. Haastige spoed is zelden goed 
Grant makers willen graag snel resultaten zien en zijn dan ongeduldig, zegt Austin. Maar een haastige evaluatie leidt vaak tot bevindingen die onbeduidend zijn of die impliceren dat het programma of de organisatie haar doelen niet bereikt. Elijah Goldberg, medeoprichter en coo van ImpactMatters: ‘Als een programma te nieuw is of als er onvoldoende gegevens zijn voor een ​​nauwkeurig beeld van de resultaten, kun je beter stoppen met meten. Het is slimmer een systeem te ontwikkelen om in de tussentijd de voortgang bij te houden. Dat kan heel simpel in bijvoorbeeld Google Sheets.’
 
6. Verbreed uw perspectief
Steeds meer grant makers willen alleen non-profits steunen met programma’s die zichzelf bewezen hebben. Volgens Austin is dat een vaag concept, dat ook kan betekenen dat de organisatie slechts een aantal evaluatiewerkzaamheden heeft uitgevoerd. ‘Het kost echt tijd en moeite om te zien of een interventie echt effectief is, dat eindigt niet met een of twee beoordelingen’, waarschuwt Austin. ‘Denk dieper na over wat impact betekent. Probeer een beter begrip te krijgen van de problemen die het goede doel aanpakt en waar ze zijn met hun evaluatie, zodat u meer realistische verwachtingen kunt stellen.’
 
7. Ga beter om met data
Volgens Austin zien veel grant makers graag de rapportagestatistieken van non-profitorganisaties. Volgens hem is het belangrijk deze in de juiste context te plaatsen. ‘Leer bijvoorbeeld meer over wat bekendstaat als de ‘counterfactual’, ofwel wat zou er gebeuren als een programma niet bestond?’
 
8. Maak ruimte voor innovatie 
Als u de nadruk legt op resultaten, zorgt dat er vaak voor dat non-profitorganisaties niet kunnen experimenteren. ‘Ze moeten resultaten boeken of het risico lopen om geld te verliezen’, zegt Aimée Eubanks Davis, oprichter en ceo van Braven, een instelling die studenten met een laag inkomen helpt om carrière te maken. ‘Het is belangrijk om te testen en pilots uit te voeren, maar dat gebeurt niet vaak. Ondersteuning in het meten van impact kan wel een manier zijn om dat te veranderen. Als goede doelen data verzamelen, kunnen ze met die gegevens experimenteren. Dat geeft ze meer vrijheid. Zo kan de grant maker de dynamiek veranderen in plaats van alleen maar te zeggen: ‘Bewijs maar dat je mijn geld goed hebt gebruikt’.’
 
(Bron: The Chronicle of Philanthropy)