Zorgen voor 2011

26 januari 2011
Opinie | | Internationale filantropie

Onze correspondent voor de UK, Marc Wortmann, bericht dit keer over de voorspellingen voor 2011 van het Britse vakblad "Third Sector". Het blad vroeg een aantal deskundigen uit de sector naar hun verwachtingen voor het komend jaar en het oordeel is ronduit pessimistisch. Marc zelf ziet het wat zonniger.

Zorgen voor 2011
Het leidende tijdschrift voor de non-profitsector in Engeland is Third Sector. Het heeft een aantal vaste rubrieken, nieuws uit de sector, columns en personeelsadvertenties. Het verschijnt iedere twee weken en wordt goed gelezen bij mij op kantoor. Enig puntje van kritiek is dat kleine zaken soms wat worden opgeblazen. Wat betreft lijkt het net op de ‘echte' pers in dit land, die daar ook zeer bedreven in is.
Aan het begin van 2011 heeft het blad een aantal deskundigen uit de sector gevraagd naar hun verwachtingen voor het komend jaar en het oordeel is ronduit pessimistisch. 2011 wordt een ‘bloedbad', quote het blad Toby Blum, directeur van Urban Forum (dat lokale initiatieven ondersteunt). De reden daarvoor zijn de gigantische bezuinigingen waarvoor het land staat en die zeker zal doorwerken in de goede doelensector, want die voert een hoop overheidsprogramma's uit, zeker op het lokale vlak. Organisaties zullen hun reserves moeten aanspreken en nog slimmer worden in het aantrekken van privaat geld, want dat is er genoeg.
In een ander blad, Charity Times, wordt gesteld dat het concept van de Big Society nogal vaag is, maar volgens sommigen in 2015 kan leiden tot £2 miljard extra voor de sector. Brancheorganisaties schatten dat in 2010 een totaalbedrag van £10,6 miljard is gegeven, £400 miljoen meer dan in 2009 (maar nog steeds minder dan de £11,3 miljard in 2008). Gek trouwens dat de cijfers van UK Giving over 2010 al bekend zijn en dat we in het veel kleinere Nederland pas net de gegevens over 2009 hebben...

Mijn eigen ervaring in de sector na ruim 10 jaar is dat geven niet erg conjunctuurgevoelig is, noch naar boven, noch naar beneden. Wel is er een duidelijke samenhang met de reputatie en de mate van activitieit van een organisatie. Op het gebied van Alzheimer zien we zowel in Engeland, Nederland als internationaal een groeiende bewustwording van het probleem en dat gepaard gaat met stijgende inkomsten, ondanks de economische malaise.

Zorgen zijn er dus wel op de korte termijn, maar voor de langere termijn blijven ook de Engelsen optimistisch. Dat bleek mij ook weer op de laatste bijeenkomst van het Institute-of-Fundraising, afdeling Londen. Deze houdt eenmaal per maand een bijeenkomst op de eerste donderdag van de maand, van 18.00-21.00 uur. De formule is heel simpel: aankomst en drankje op eigen kosten, één spreker die maximaal 20 minuten krijgt, dan wat discussie en vervolgens een buffet met hapjes en verder netwerken.

Ik slaag erin ongeveer eenmaal per twee maanden te komen en het is altijd de moeite waard. Voor januari was het thema: hoe kunnen we leren van onze fouten en de zaal werd uitgenodigd een aantal ‘bloopers' op te biechten. Dat leidde tot enige hilariteit toen iemand vertelde over een evenement dat letterlijk in het water viel door slecht weer (oplossing: beter plannen en rekening houden met dit aspect voor een buiten evenement) en tal van tips voor een fondsenwerver die net met zwangerschapsverlof was gegaan toen diverse collega's een andere baan kozen en er bijna niemand meer over was. Een eye-opener voor mij in die discussie was wel dat de meeste Engelse bestuursleden van goede doelen (‘trustees') al net zo weinig affiniteit met fondsenwerving hebben als hun collega's in Nederland.