Uit de Bermudadriehoek

Participatiesamenleving is niet: alle problemen op de stoep van fondsen leegkieperen.
Participatiesamenleving is niet: alle problemen op de stoep van fondsen leegkieperen.
16 april 2015
Opinie | | Politiek en overheid

Het jaarverslag van de Raad van State is altijd boeiend leesvoer. Als belangrijkste adviesorgaan van de regering komen vice-voorzitter Piet Hein Donner en zijn Raad dit jaar met enkele saillante aanbevelingen die verband houden met de intussen doodgekritiseerde ‘participatiesamenleving’. In gewone mensentaal zegt Donner eigenlijk dit tegen Rutte: ‘Je kunt geen beroep doen op grotere zelfredzaamheid van burgers en die vervolgens keihard korten op de AOW of een uitkering.’
Voor onze filantropiesector is er een nóg interessanter passage: Evenmin kan men aan voorzieningen die burgers onderling opzetten, gelijke regels verbinden en gelijke eisen stellen als aan commerciële of publieke voorzieningen.’
Zelden is de afstand van overheid tot civil society zo pregnant onder woorden gebracht. Na decennia van staatsgefinancierde non-profits, die vrijwel geheel invulling gaven aan het welzijn van haar burgers, zijn de door die burgers zelf georganiseerde en gefinancierde activiteiten volledig van de Haagse radar verdwenen. Een individu dat met eigen geld en tijd iets doet voor het algemeen belang? Die verdween in een soort ambtelijke Bermuda Triangle. En niet alleen in Den Haag, maar – erger nog – ook op het lokale stadhuis weten ze intussen verduveld slecht wat die burgers zelf allemaal uitspoken.
Nu regie over de samenwerking met de zelfstandige burgers steeds meer vanuit Den Haag wordt verplaatst naar de gemeenten, wacht de lokale beleidsmakers met zo weinig benul van burgerparticipatie een steile leercurve.  Niet alleen kennen ze hun eigen burgerinitiatieven bar slecht, ook hebben ze de onstuitbare reflex om taken die niet langer collectief gefinancierd worden pardoes op de stoep van fondsen te kieperen. Dat moet namelijk toch kunnen in de participatiesamenleving… not. Misschien moeten we de lokale beleidsmakers eens wat helpen. Bijvoorbeeld door het opzetten van meer lokale gemeenschapsfondsen of het sluiten van convenanten (zoals vorig jaar in Amsterdam). Onbekend maakt onbemind. Uiteindelijk moeten we het zelf doen. We zijn niet anders gewend.