Tijd voor echte verandering

3 februari 2011
Opinie | | Filantropie

Door Mavis Carrilho

Een van de voordelen van het opgroeien in een stadje aan de Waal is dat je eraan gewend raakt een relatieve buitenstaander te zijn. Terugkijkend op mijn jeugd realiseer ik hoe met vallen en opstaan (‘waarom ben ik verdorie nou niet net als zij'), ik heb geleerd alleen te zijn, mijn eigen plan te trekken en niet verstrikt te raken in de verleidelijke dwang van de groep. "What doesn't kill you makes you stronger" was het favoriete motto van mijn moeder. Dat een vrouw haar talenten en ambities ten volle moest kunnen ontplooien was voor haar even vanzelfsprekend als het feit dat ook een vrouw kostwinner kan zijn en een toppositie kan vervullen.

Nu, dertig jaar later, merk ik dat de discussie over vrouwen aan de top is verworden tot een toonbeeld van politieke correctheid. Als samenleving weten we dat het aantal vrouwen op toppostities schrikbarend laag is; met enige regelmaat spreekt deze of gene (in)formele leider de oprechte zorg uit dat dit niet vanzelf gaat veranderen en in de afgelopen jaren is een scala aan projecten gestart om de doorstroom van vrouwen naar hogere posities mogelijk te maken. Op zichzelf is hier niets mee mis; vraag is echter welke resultaten met alle goede intenties, convenanten, taskforces en ambassadeursnetwerken worden behaald. Het antwoord is: gering. Al tientallen jaren verschijnen regelmatig met treurigstemmende voorspelbaarheid publicaties op dit terrein. Meer vrouwen aan de top, het lukt maar niet. Sterker nog, met een kabinet met slechts twee vrouwelijke bewindspersonen en een regeerakkoord wat elke vorm van diversiteitsbeleid afwijst, vallen we op vitale onderdelen ernstig terug.

Rationele redenen voor dit gebrek aan resultaat zie ik niet. De waarde van vrouwen aan de top lijkt geaccepteerd, doelbewuste achterstelling geen issue. Wel wordt het feit dat Nederlandse vrouwen veelal in deeltijd (willen blijven) werken, steeds vaker als verklaring aangevoerd. Blijkbaar is het ergens toch onze eigen schuld. Irrationele redenen denk ik wel te zien. Vrouwen worden, juist vanwege hun positie als eenling in de top, steeds opnieuw de maat genomen: ‘Zit je hier omdat je vrouw bent of omdat je goed bent?' Structureel meer vrouwen aan de top gaat pas lukken als de getalsmatige verhouding drastisch verandert en een vrouwelijke leider een vanzelfsprekendheid is in plaats van een anomalie.

Voor mij was dit reden om het Quota-Manifest te ondertekenen. Dit manifest, een pleidooi om bedrijven en publieke organisaties wettelijk te verplichten 40 procent vrouwen in hun RvC's en RvB's te benoemen, is vorig jaar verschenen. De ondertekenaars gaven aan, na vele jaren de opvatting te hebben onderschreven dat diversiteit ontdaan moet zijn van elke vorm van discriminatie en dwang, geduld te hebben getoond en het vertrouwen te hebben gehad in het gezonde verstand van organisaties, zij tot een andere conclusie zijn gekomen. Namelijk dat het aantal vrouwen aan de top zonder een ingrijpende maatregel ook in de volgende generaties marginaal blijft. Het is hoog tijd voor een nieuwe aanpak. Doorgaan op dezelfde weg leidt niet tot duurzaam resultaat, wettelijke quota (hopelijk) wel.
  

Mavis Carrilho werkt al meer dan 20 jaar als organisatieadviseur en onderzoeker in opdracht van een grote variatie aan (lokale)overheden en non-profitorganisaties. Ze is partner van van De Galan en Voigt. Carrilho werd in 2005 uitgeroepen tot "Zwarte Zakenvrouw van het Jaar" en vervult een reeks aan maatschappelijke bestuursfuncties o.a. bij NFPK+, Theater ZO te Amsterdam en Pharos.