'Third way' in filantropie

26 januari 2012
Opinie | | (Social) Impact

Mensen als Boudewijn Poelmann, die al jarenlang de grootste en succesvolste geldmachine voor goede doelen in Nederland (en binnenkort ongetwijfeld ook in andere Europese landen, zoals Zweden) bestiert, zijn voldoende ‘hors concours' om ideeën te ventileren die in sommige charitatieve kringen als politiek incorrect worden beschouwd. "Donateurs willen helemaal geen transparantie. Ze willen u vooral kunnen vertrouwen" is zo'n uitspraak, die haaks staat op de theorie dat de donateur in een opwaartse transitie van ‘trust me', naar ‘show me', ‘tell me' en ‘involve me' zit. Die laatste fasen zijn vooral relevant als het een keer misgaat, betoogde Poelmann deze week tijdens een PwC-Workshopsessie van De Transparant Prijs . ‘Transparant' moeten goede doelen dus zeker zijn volgens hem, maar meer door permanent via internet te ‘verhalen' dan eenmaal per jaar de papieren vuistslag van het jaarverslag uit te delen. De verhalenvertellers zijn volgens Poelmann een stuk belangrijker dan de accountants en de rekenmeesters die de impact van organisaties proberen te meten. Want ook bij het onderwerp ‘impact' zet Poelmann - gepokt en gemazeld in het ontwikkelingswerk - een paar krachtige vraagtekens. De hype rond impactmeting wekt verwachtingen die Poelmann de praktijk (nog lang) niet ziet waarmaken.  Een oproep dus tot gezond verstand, de-hyping en ‘Realpolitik', waar ik me zeker in kan vinden. Maar wel met deze kanttekening: het feit dat we nu nog niet beschikken over een werkzaam methodologisch instrumentarium voor impactmeting, ontslaat ons niet van de plicht om daar wel naar te streven. Alle middelen om de ‘impact' van uw organisatie harder te maken dan het geloof in uw blauwe ogen, zullen bijdragen aan draagvlakverbreding en dus continuïteit van uw werk. Het ene doen en het andere niet laten: de ‘Third Way' in filantropie.