Schuyt: serviceclubs moeten transparanter worden

16 maart 2011
Nieuws | | Governance & Finance

AMSTELVEEN (17 maart) - "Serviceclubs (zoals Rotary en Lions, red.) moeten niet geheimzinnig doen over hun goede werk. Dan bereik je denk ik ook meer jongeren. Willen clubs overleven, dan moeten ze zichtbaarder en zelfbewuster zijn. En ze moeten concreter maatschappelijker resultaten boeken". Dit zegt filantropiehoogleraar Theo Schuyt in een artikel in BN De Stem.

Met deze uitspraken reageert prof. Theo Schuyt (VU) op het probleem van de vergrijzing van veel zogenoemde serviceclubs, zoals Rotary International. Deze organisatie trok hierover vorig jaar al aan de bel: de zoektocht naar jongeren moest voorrang krijgen om continuïteit van het werk te verzekeren.
"Het is een grijze groep dames en heren", erkent Schuyt, die een aantal jaar geleden zelf lid werd van de Lions Club Alkmaar. Daarvan heeft Schuyt volgens BN De Stem nooit spijt gehad. Het is volgens hem ‘eervol werk' en somber is de hoogleraar niet over de toekomst van serviceclubs, maar dan moet er wel een "herpositionering" komen.

Herpositioneren
"Jarenlang heeft de overheid van alles geregeld voor de burger. En dus zochten serviceclubs voor hun liefdadigheid de marge op, zeg maar 'de randen' die de overheid liet liggen. Maar de overheid kan en wil niet alles meer doen. In dat gat kunnen de serviceclubs springen. Niet meer oubollig chocolademelk gaan verkopen op de kerstmarkt. Maar wél het eigen netwerk optimaal gebruiken, om snel een concreet resultaat te boeken waar de maatschappij mee is geholpen."

Ria Schutte, voorzitter van de Stichting Serviceclubs in Nederland (SIN), de koepel van twaalf service-organisaties en de vele lokale clubs die daarbij zijn aangesloten, vindt dat er nog volop behoefte aan werk door serviceclubs is: "nu de overheid keuzes moet maken, is dicht bij huis best veel te doen voor ons."

Concreet
Wat serviceclubs kan helpen in de strijd tegen vergrijzing is zelfkritiek, meent Theo Schuyt. Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse clubs gemiddeld per persoon per jaar niet meer dan een paar honderd euro voor het goede doel opbrengen. In 2006 deed de Vrije Universiteit onderzoek: de leden van de Rotary, de grootste club in Nederland, haalden toen jaarlijks 3,2 miljoen euro op voor goede doelen, omgerekend slechts 160 euro per lid. Filantropie kan, wat Schuyt betreft, soms ook concreter: "Clubs moeten zich afvragen: doen we eigenlijk wel genoeg aan maatschappelijke service? Sommige clubs doen heel veel, andere niet."

Geheimzinnigheid is uit
De geheimzinnigheid en het elitaire karakter dat van oudsher aan serviceclubs kleven, zijn volgens zowel Schuyt als Schutte al jaren op hun retour. Door sociale mobiliteit is van ‘standen' veel minder sprake meer. Schuyt: "Serviceclubs moeten niet geheimzinnig doen over hun goede werk. Dan bereik je denk ik ook meer jongeren. Willen clubs overleven, dan moeten ze zichtbaarder en zelfbewust zijn. Ze moeten duidelijk communiceren: 'dit zijn wij en dit is wat we doen. Wilt u ook maatschappelijk verantwoord bijdragen, meld je dan bij ons aan'."