Veel reacties uit sector op ‘affaire Van den Ende’

Filantropie-icoon Rien van Gendt: 'Jammer: de grens tussen onderzoeksjournalistiek en onderbuikjournalistiek blijkt soms vaag te zijn'
Filantropie-icoon Rien van Gendt: 'Jammer: de grens tussen onderzoeksjournalistiek en onderbuikjournalistiek blijkt soms vaag te zijn'
15 februari 2018
Nieuws | | Filantropen

Vanuit de filantropiesector is overwegend negatief gereageerd op de bevindingen van het onderzoekscollectief Argos-De Groene Amsterdammer-Investico naar de gang van zaken binnen de VandenEnde Foundation. Vooral op social media wordt hard geoordeeld over de aanpak van Argos c.s. De teneur: te veel suggesties zonder feitelijke onderbouwing, waardoor alle partijen onnodig beschadigd worden. Filantropie-icoon en kenner van (familie)fondsen dr. Rien van Gendt: ‘De analyse van Argos over de VandenEnde Foundation had moeten gaan over wat de foundation doet in plaats van iets hierover te suggereren door naar de bestuurssamenstelling te kijken.’ 

Bestuurssamenstelling

Op zaterdag 3 februari was een reportage van onderzoeksprogramma Argos (NPO 1) te beluisteren over de VandenEnde Foundation, een vermogensfonds dat de ANBI-status heeft. Daarin stelden radioprogramma Argos, opinieblad De Groene Amsterdammer en onderzoeksplatform Investico dat van de 65 miljoen euro die de stichting tussen 2009 en 2016 doneerde, zeker 65 procent in handen is gekomen van de familie en zakenpartners.
De onderzoekers stellen dat deze bestuurssamenstelling van vijf personen, van wie drie familieleden, het mogelijk maakt dat giften van de foundation voor eigen gewin kunnen worden aangewend. Zo betaalt de foundation volgens hen via schenkingen de hypotheek van het DeLaMar Theater af: het theater waar musicals van Stage Entertainment zijn te zien. Joop van den Ende heeft een minderheidsbelang (40%) in deze onderneming. Ook zou de stichting via schenkingen opdrachten geven aan het productiebedrijf van Van den Ende’s dochter Iris.

Van den Ende bij Jinek

Joop van den Ende weersprak daarna zelf in het tv-praatprogramma Jinek van maandagavond 5 februari de beschuldigingen dat de VandenEnde Foundation het merendeel van haar geld besteedt aan het eigen netwerk, met name het DeLaMar-theater in Amsterdam. Van den Ende: ‘Dat is gewoon niet waar.’ Wel gaf hij toe te lang gewacht te hebben met een bestuurswisseling. Van den Ende was ‘ontzettend kwaad en verdrietig’ over het beeld dat nu van hem wordt opgeroepen als een ‘sjoemelfilantroop’, zoals hij in sommige publieksmedia werd aangeduid.

Beste gelezen commentaar

Op woensdag 7 februari verscheen nog een uitgebreid artikel over de zaak in opinieblad De Groene Amsterdammer. In dit artikel kwamen geen nieuwe feiten naar voren in vergelijking met de Argos-uitzending. Op donderdag 8 februari wijdde De Dikke Blauwe-hoofdredacteur Edwin Venema een lang commentaar aan de kwestie. Zijn analyse blijkt intussen het best gelezen commentaar in de geschiedenis van De Dikke Blauwe: meer dan 3.500 mensen, voornamelijk bestuurders uit de sector en major donors, lazen zijn reconstructie van en oordeel over de zaak. Onder de titel ‘Onze filantropie lijdt aan schizofrenie’ betoogt Venema dat men in Nederland klaarblijkelijk moeilijk onderscheid kan maken tussen de intenties van de stichters en filantropen enerzijds en de doelstellingen van het (familie)fonds anderszijds.

Reactie Rien van Gendt

Een aantal van de DDB-lezers reageerde op Venema’s commentaar, zoals dr. Rien van Gendt, de meeste gelauwerde filantropiekenner van ons land en een ervaren bestuurslid van (family) foundations. Van Gendt: ‘De vele discussies met familiefondsen, bedrijfsfondsen en hun fiscale adviseurs, alsmede de discussies met de Belastingdienst over interpretatie van ANBI-regels hebben mij geleerd dat de samenstelling van het bestuur van een vermogensfonds ondergeschikt is aan het 90%-principe. Met andere woorden: een ANBI behoort nagenoeg geheel (de 90% dus) bezig te zijn voor het algemeen belang, ongeacht de samenstelling van het bestuur.’

Geen wettelijke beperkingen

Van Gendt vervolgt: ‘Zowel bij familiefondsen als bedrijfsfondsen zal men familieleden of mensen gelieerd aan het bedrijf in het stichtingsbestuur willen hebben. Het gaat er dan niet om dat men op slinkse wijze het geld wil gebruiken voor private doeleinden, maar dat men erop wil toezien dat de maatschappelijke doeleinden in lijn met de eigen visie worden besteed; families willen vaak meer inbrengen dan geld alleen en ook de eigen expertise en het eigen netwerk ter beschikking stellen. Wellicht is het niet verstandig om een bestuur geheel te laten bestaan uit familieleden, maar mij zijn geen wettelijke beperkingen bekend.’ 

Algemeen belang dienen

Volgens Van Gendt is het niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland is heel normaal dat er bij familiefondsen leden van de familie of vertrouwelingen van de familie in het bestuur zitten. Van Gendt: ‘Er zouden aanmerkelijk minder familiefondsen en bedrijfsfondsen zijn, als hier beperkingen aan zouden worden gesteld. Uiteraard kunnen deze fondsen bij een steekproef van de Belastingdienst op grond van een risicoanalyse eerder onder de loupe worden genomen. Maar de toetsing of men grenzen overschrijdt, heeft dan betrekking op de vraag of men algemeen nuttig bezig is. Als men een fonds in het leven roept, dan plaatst men het vermogen op afstand en dan kan men er inderdaad niet over beschikken. Dat wil niet zeggen dat familieleden in het bestuur van een dergelijk fonds niet perfect in staat zouden zijn het algemeen belang te dienen.’

Onderbuikjournalistiek

Het oordeel over het onderzoek van Van Gendt is niet mals: ‘De analyse van Argos over de Van den Ende Foundation had moeten gaan over wat de foundation doet in plaats van iets hierover te suggereren door naar de bestuurssamenstelling te kijken. Jammer: de grens tussen onderzoeksjournalistiek en onderbuikjournalistiek blijkt soms vaag te zijn.’

Beluister de reportage van Argos over de VandenEnde Foundation: klik hier
Bekijk de uitzending van Jinek met Joop van den Ende: klik hier
Lees het artikel in De Groene Amsterdammer: klik hier
Lees het commentaar van DDB-hoofdredacteur Edwin Venema: klik hier
Voor een uitgebreide reactie van de VandenEnde Foundation: klik hier