Prestatiemeting kan ook lui maken

Het lijkt altijd een beetje op de metafoor die ook in ons boekje Dan ga ik liever op vakantie staat: een zak aardappelen verplaatsen met een bulldozer.
Het lijkt altijd een beetje op de metafoor die ook in ons boekje Dan ga ik liever op vakantie staat: een zak aardappelen verplaatsen met een bulldozer.
12 januari 2017
Opinie | | (Social) Impact

Een organisatie laat een maatschappelijke kosten-batenanalyse (of social return on investment-) analyse maken van een project waar men aan gewerkt heeft. Het resultaat is mooi: voor iedere euro geïnvesteerd in de onderzochte activiteit, wordt een maatschappelijke meerwaarde van 3 euro gerealiseerd. Tevreden kijkt men naar de cijfers: dat is mooi! Toch? Maar wat zegt het eigenlijk?
 
Behalve dat het rendement 300% is (wat mij al best vrij hoog lijkt; kom daar bij een goed lopend bedrijf maar eens om), zegt het eigenlijk nog niet zoveel.
 
Nu zijn er ook mensen die dit soort monetair gecijfer niet zo waarderen; die houden het bijvoorbeeld liever bij de aantallen bereikte mensen. ‘Met onze donatie hebben we 100 mensen aan schoon drinkwater geholpen! Ook dat is mooi! Toch? Maar wat zegt het eigenlijk: 100 mensen? Waarom niet 150, of 200?
 
Daar zit het probleem van veel prestatiemetingen: niet zozeer in de gehanteerde methodiek, en ook niet in de vraag of het in euro’s of aantallen moet worden uitgedrukt. De kwestie is: is het eigenlijk wel efficiënt ingezet? Had het effect niet (veel) groter kunnen zijn? Hadden niet veel betere resultaten geboekt kunnen worden? En wat is de score van andere organisaties in eenzelfde omgeving? (Ja, ik weet het, ieder project is uniek. Maar toch…)
Het lijkt altijd een beetje op de metafoor die ook in ons boekje Dan ga ik liever op vakantie staat: een zak aardappelen verplaatsen met een bulldozer. Het effect is prima. Maar de inzet veel te massaal en veel te duur. Het had ook efficiënter gekund.
 
Prestatiemeting gaat vooral over het resultaat: wat heeft het opgeleverd? Het zegt erg weinig over de vraag of de middelen ook efficiënt zijn ingezet. Of het maximale is gehaald uit de geïnvesteerde euro. En daar helpen al die technieken en methoden niet zo goed bij. Daarvoor moet je iets anders onderzoeken. Zoals de toegevoegde waarde van iedere stap in het proces, van iedere kostenpost. Was die overhead wel nodig? Hadden we een aantal zakentrips of onderzoeken kunnen combineren? Hadden we een andere schaalgrootte kunnen kiezen? Enzovoorts.
 
Dit is een beetje het gevaar van te rooskleurige resultaat-metingsrapporten. Je denkt dat je goed bezig bent (want je hebt een positief resultaat), maar is dat wel zo? Mooie rapportages in jaarrapporten, leuke stukjes in een tijdschrift… de tevredenheid van goede doelenorganisaties en sociale investeerders leidt niet zelden tot zelftevredenheid. Het spoort niet aan tot het nóg beter doen, nóg efficiënter en beter worden. Zolang onze return on investment maar boven de één is of het aantal bereikte mensen maar overeenkomt met een vooraf vastgesteld doel, dan is er geen reden voor actie. Jammer, want misschien had je nog wel veel meer kunnen doen!

►Wilt u voortaan elke donderdagochtend het laatste nieuws, opinies en achtergronden over de wereld van doneren & sociaal investeren? Voor een geheel kosteloos abonnement op DDB Journaal: klik hier.