Polderfilantropie (2)

Polderfilantropie (2)
Polderfilantropie (2)
26 februari 2013

Boudewijn de Blij, directeur van Fonds 1818 in Den Haag, reageert op het hoofdredactionele commentaar van Edwin Venema van vorige week:

Edwin Venema benadrukt dat de Goede Doelen Loterijen een private onderneming zijn, die zelf bepalen welke bestemming ze geven aan de middelen.
Hij doet net alsof de loterijen uit filantropische overwegingen goede doelen steunen. Dat is natuurlijk de indruk die de loterijen óók proberen te wekken. Maar dat is helemaal niet zo!
De loterijen hebben een licentie op grond van de wet, en in de wet staat precies hoeveel ze moeten uitkeren. En ze geven geen cent te veel hoor, ze houden zich strak aan het minimum.
Mijn (voor)naamgenoot Boudewijn Poelmann laat zich graag fotograferen met die vreselijke cheques, maar hij is gewoon een slimme zakenman die zich dik laat betalen voor zijn marketingkunsten.
De goede doelen doen grimlachend mee, want inderdaad, Poelmann bepaalt wie wat krijgt. En het meeste geld gaat naar degenen die het best meedoen met zijn marketing.
Als hij zich wil profileren als directeur van een goed doel, laat hij zich dan om te beginnen houden aan de salarisnorm die in de goede doelensector geldt!

Boudewijn de Blij

Reactie van Edwin Venema:

Koning Boudewijn

Het lijkt even alsof Boudewijn de Blij mijn centrale stelling aanvalt, maar hij maakt ‘m echter alleen maar steviger. De kern daarvan is: filantropie is noch democratisch, noch rocket science. Ik ga helemaal niet in op de motieven van goed doen van de Goede Doelen Loterijen. Daar mag iedereen, ook Boudewijn de Blij, een oordeel over hebben. Een onweerlegbaar feit blijft echter dat in de afgelopen jaren duizenden miljoenen euro’s naar goede doelen zijn gegaan. De goede doelen die Boudewijn Poelmann zelf mag uitkiezen inderdaad. Dat is het voorrecht van de schenker. Poelmann doet daarbij wezenlijk niets anders dan elke willekeurige donateur: hij geeft aan de doelen die passen binnen zijn ‘marketingconcept’. Zo geef ik bewust niet aan Sea Shepherd (Poelmann wel trouwens), maar wel aan WNF. En zo geeft Fonds 1818 van De Blij ook alleen aan projecten die passen binnen het concept van zijn organisatie.
Er bestaat vrijwel geen vorm van altruïsme of goed doen zonder reciprociteit. Dat geldt om te beginnen voor de Nederlanders die massaal Poelmanns loten kopen (in de hoop ook miljonair te worden), dat geldt voor Poelmann zelf en voor zijn beneficiënten die daar klaarblijkelijk geen bezwaar tegen hebben, zelfs als ze daarvoor met gekromde tenen in de schoenen een belachelijk grote cheque in ontvangst moeten nemen.

Edwin Venema, hoofdredacteur Filanthropium