‘Filantropiestrategie’: welkom DDB-expert Pieter Stemerding

Pieter Stemerding treedt toe tot het team als DDB Expert ‘Filantropiestrategie’. 
Pieter Stemerding treedt toe tot het team als DDB Expert ‘Filantropiestrategie’. 
22 januari 2018
Nieuws | | De Dikke Blauwe

Opinieblad De Dikke Blauwe begint het nieuwe jaar met een bijzondere versterking van haar team DDB Experts: Pieter Stemerding treedt toe als DDB Expert ‘Filantropiestrategie’. Stemerding is een ervaren professional in de filantropie met meer dan twintig jaar internationale ervaring als manager van organisaties, teams en projecten. Hij zal de (hoofd)redactie adviseren over zijn specialisatie en ook redactionele bijdragen leveren.
 
De expertise van Stemerding betreft strategie- en organisatieontwikkeling, management & coaching van professionals en de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van programma’s en projecten. Van 1 maart 2007 tot 1 maart 2017 was hij algemeen directeur van Adessium Foundation, een vermogensfonds dat al jaren een top-drie positie in de DikkeBlauwe 100 inneemt. Daarvoor was Stemerding hoofd van het internationale veld programma van het Wereld Natuur Fonds in Nederland en programmaspecialist bij de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties in Rome en bij het United Nations Development Program in New York. Hij is verder bestuurslid bij Alliance Publishing Trust in London, UK. In 1995 behaalde hij een Master in Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.
 
Je bent toegetreden als DDB-Expert ‘Filantropiestrategie’: wat versta je daar precies onder?
‘De DDB-Experts dragen elk vanuit hun eigen expertise en ervaring bij aan de ontwikkelingen en discussie omtrent filantropie. Vanuit mijn huidige rol als adviseur van families en bedrijven werk ik op dagelijkse basis met veel plezier aan het ontwikkelen en opzetten van strategieën, programma’s en filantropische organisaties. Kernvraag daarbij is hoe privaat geld zo effectief mogelijk kan worden ingezet in antwoord op maatschappelijke vraagstukken, de onafhankelijke positie van de fondsen daarbij zoveel mogelijk benuttend. Het is mijn ervaring dat dit een strategische, lange termijn aanpak vergt. Daarbij worden filantropische middelen ingezet om een vernieuwende aanpak mogelijk te maken.’
 
Welke grote trends of ontwikkelingen zie je op dit moment in de filantropie, zowel voor de grantmakers als voor de grantees?
‘Wat de grantmakers betreft zie ik drie ontwikkelingen: 1) een groeiende bereidheid en praktijk bij fondsen om samen te werken; 2) inzet op lange-termijn maatschappelijk resultaat en impact door een meer institutionele of organisatie-gerichte aanpak versus de traditionele projectbenadering; en 3) de opkomst van impact investing.’
 
‘Wat betreft samenwerking zijn er, naast frequente uitwisseling van informatie tussen vermogensfondsen, de afgelopen jaren bijvoorbeeld diverse samenwerkingsinitiatieven ontplooid op het vlak van vluchtelingen. Deze zijn onder meer gericht op lobby en beleidsbeïnvloeding, traumaverwerking en opvang. De complexiteit en omvang van de problematiek maakt dit een logische en wenselijke ontwikkeling. De toenemende mate waarin fondsen samenwerken is gebaseerd op de bereidheid ervaringen en kennis te delen, vanuit het besef dat daarbij ieder fonds zijn eigen rol en verantwoordelijkheid heeft.’
 
‘Wat de focus op lange-termijn maatschappelijk resultaten betreft het volgende. Er lijkt een groeiende erkenning dat het kortstondig investeren in projectactiviteiten maatschappelijk gezien vaak onvoldoende oplevert. Vermogensfondsen zien en erkennen meer en meer de beperking van projectmatige financiering. Door organisaties en programma’s te financieren in plaats van projectactiviteiten, worden zij in brede zin versterkt in hun maatschappelijke missie en opdracht. Bij projectfinanciering wordt vaak voorbijgegaan aan het belang van expertise en capaciteit van de organisatie zelf, onder het kopje ‘wij financieren geen overhead’. Filantropie vergt echter de inzet van bekwame professionals; daarin investeren is cruciaal voor de verwezenlijking van maatschappelijke doelen.’
 
‘In het verlengde van het bovenstaande is er daarnaast groeiende belangstelling onder fondsen om ook aan de investeringskant via impact investing maatschappelijk bij te dragen. Daarbij prevaleert het maatschappelijke boven het financiële rendement en worden middelen zo ingezet dat de samenleving er beter van wordt. De omvang (en daarmee het belang) van impact investing is weliswaar nog relatief beperkt, maar duidelijk groeiend.’
 
‘Wat de grantees betreft een paar opmerkingen. Ten eerste zijn er interessante nieuwe financieringsmechanismen, zoals crowdfunding. Ook zie je dat nieuwe generaties niet geven op de manier waarop hun ouders dat deden. De relatief comfortabele ondersteuning van maatschappelijke organisaties door maandelijks betalende ‘tientjesleden’ lijkt langzaam op zijn retour. Tot slot trekt de overheid zich op allerlei terreinen meer en meer terug. Dit laatste versterkt de rol en het belang van maatschappelijke organisaties. De filantropische sector is echter, terecht, zeer beducht voor substitutie. De middelen ontbreken daarvoor maar ook richt zij zich primair op maatschappelijke innovatie, niet op het ‘vullen van door de overheid achtergelaten gaten’. Deze ontwikkelingen aan de inkomsten kant in combinatie met het groeiend belang van de filantropie sector stelt maatschappelijke organisaties voor een aantal belangrijke uitdagingen.’
 
Waar erger je je het meest aan in je praktijk als adviseur en waar word je blij van?
‘Ik ben een klein jaar actief als adviseur. Dat levert wat mij betreft vooral veel inspiratie en voldoening op. Het is bijzonder om op professionele wijze filantropiewensen en ambities van families en bedrijven te kunnen faciliteren, versterken en concretiseren. Het vinden van een goede balans tussen persoonlijke drijfveren van filantropen, meer strategische doelstellingen en operationele vraagstukken maakt dit tot een bijzonder boeiend werkveld.’
 
Wat is het beste advies dat je kunt geven aan starters in filantropie, die (een deel van) hun vermogen maatschappelijk willen inzetten?
‘Volg je hart, drijfveren en passie. En werk vanuit het principe dat filantropie gediend is met een zakelijke en resultaatgerichte aanpak. Alleen dan maak je met geef-euro’s een echt verschil. Tot slot, het is verleidelijk te geven aan de ‘aaibare doelen’, de zogeheten ‘baby’s, turtles en dolfins’. Vaak krijgen deze goede doelen organisaties hun financiering toch wel rond. Kijk naar onderwerpen die andere financiers wellicht te ingewikkeld of weinig aansprekend vinden, maar die van (groot) belang voor de samenleving zijn.’
 
‘Zo onderscheidt een organisatie als Adessium Foundation zich wat mij betreft onder meer door de onderzoeksjournalistiek te steunen. De journalistiek staat door teruglopende advertentie-inkomsten wereldwijd sterk onder druk. Dit impliceert een verlies aan onafhankelijke informatie over o.a. machtsmisbruik en duiding van misstanden. Financiering van netwerken van onderzoeksjournalisten door vermogensfondsen maakt diepgravend onderzoek door onderzoeksjournalisten mogelijk. Aan onderzoeksjournalistiek is, door de redactionele vrijheid van journalisten, echter heel moeilijk sturing te geven. Hoewel het als fonds ‘zoeken’ is, hebben jarenlange bijdragen van Adessium maatschappelijk gezien heel veel opgeleverd. Denk daarbij aan de door de Panama Papers aangezwengelde maatschappelijke discussie over belastingontwijking. Kortom, durf te investeren in onderwerpen die anderen wellicht te complex of niet aantrekkelijk vinden, zodat je met je donatie een daadwerkelijk en blijvend verschil maakt.’