Peanuts

14 september 2006
Opinie | | Fondsenwerving

Er is een groeiend tekort aan fondsenwervers. Niet alleen komen er steeds meer wervende goede doelen bij, ook organisaties als universiteiten, ziekenhuizen, theaters en musea willen steeds vaker particuliere donateurs aan zich binden. Al die instellingen zijn op zoek naar professionele, ervaren vakmensen die weten hoe je efficiënt geld kunt werven.


Kijk maar eens op de vacature pagina's van fondsenwerving.nl en fondsen.org. Iedereen wil hetzelfde: Fondsenwervers die strategisch kunnen denken, maar ook de beproefde technieken als DM, TM, straatwerving en DRTV in de vingers hebben. Mensen die niet terug schrikken voor spreadsheets met veel getallen, maar juist enthousiast worden van het uitrekenen van terugverdientijden. Professionals die snappen hoe je inhoudelijke verhalen verkoopbaar kunt maken aan het grote publiek.

 


Hoe worden al deze vacatures vervuld? Het antwoord is: moeizaam. Er is eenvoudigweg meer vraag dan aanbod. Veel fondsen proberen vakmensen te vinden bij collega organisaties, waardoor je soms een ware stoelendans krijgt. Maar vaak moeten organisaties hun toevlucht nemen tot vers bloed van buiten de branche.

 


Daar hoeft niets mis mee te zijn, want gelukkig zijn er steeds meer succesvolle dertigers die hun werk in de for-profit sector wel gezien hebben en ‘liever iets willen doen met meer inhoud'. Ze hebben meestal ruime ervaring in marketing, communicatie of PR en fondsenwerving lijkt ze wel wat. Ze beginnen dan ook met frisse moed met hun nieuwe baan.

 


Helaas heb ik veel van dit soort nieuwe fondsenwervers de branche binnen een aantal jaren weer zien verlaten. En dat is zonde, want hierdoor wordt het volwassenwordingproces van onze beroepsgroep gefrustreerd. Ik maak me daarover grote zorgen.

 


Graag wil ik kort met u kijken naar de redenen, waarom die nieuwe fondsenwervers relatief vaak afhaken en de branche weer verlaten. En wat we daaraan kunnen doen.

 


Wat ik ten eerste regelmatig zie gebeuren, is dat de betreffende nieuwe krachten afknappen op de vaak trage en risicoschuwe beleidsvoering van veel fondsen. Ze waren gewend om snel te kunnen schakelen, maar opeens werken deze nieuwe fondsenwervers in een omgeving waar beslissingen eindeloos vooruit geschoven worden en verantwoordelijkheden worden ontlopen. Dit probleem is alleen op te lossen door meer leiderschap in de sector. Natuurlijk werken we met publiek geld en moeten we daar voorzichtig mee om gaan. Maar alleen door regelmatig gecalculeerd risico te durven nemen, creëren we een omgeving waarin innovatieve en ambitieuze professionals hun werk goed kunnen doen.

 


Ten tweede merk ik dat de nieuwe fondsenwervers te weinig worden gestimuleerd om zich daadwerkelijk om te scholen. Van de workshops en opleidingen van Vakblad Fondsenwerving, ISF en de Vrije Universiteit wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt. Op het Civil Society congres van dit jaar telde ik slechts minder dan honderd fondsenwervers. En dat terwijl het allemaal uitstekende manieren zijn om praktische en theoretische kennis op te doen over fondsenwerving en de filantropische sector. Dus directeuren: stuur uw nieuwe fondsenwervers verplicht naar een opleiding, schrijf ze in voor congressen, zoals de AFP, het IFC en Civil Society en abonneer ze op de diverse vakbladen die er zijn.

 


Ten derde zijn de vergoedingen die veel fondsen willen betalen voor een fondsenwerver structureel te laag. "If you throw peanuts, you will attract monkeys", luidt een engels gezegde. En dat klopt. Als je vraagt om een getalenteerde, ervaren marketeer en je wilt niet meer betalen dan 2500 euro per maand, dan neem je de kandidaat en jezelf niet serieus. Sommige kandidaten zullen aanvankelijk toch toehappen en het verlies aan salaris tijdelijk voor lief nemen. Maar na verloop van tijd gaat het toch steken en vertrekken ze weer naar een sector waar ze wel op waarde geschat worden. En dat is doodzonde, want een goede fondsenwerver verdient zijn of haar salaris dubbel en dik terug!

 


Tenslotte dan nog een hoopvol bericht: het Nederlands Genootschap van Fondsenwervers groeit en heeft nu bijna driehonderd leden. Voor veel nieuwkomers in het vak blijkt het een uitstekende ontmoetingsplaats waar ze kennis kunnen maken met hun beroepsgenoten en de breedte van hun vakgebied kunnen verkennen. Graag tot de volgende NGF bijeenkomst. Dan kunnen we eens van gedachten wisselen over hoe u denkt dat we nieuwe fondsenwervers voor de sector kunnen behouden.

 


Ramses Man is directeur van Delphi Fondsen- en ledenwerving en voorzitter van het Nederlands Genootschap van Fondsenwervers en schrijft deze column op persoonlijke titel.