Media en ngo's beide verantwoordelijk voor clichés over armoede

Journalist, DDB-columnist en sociaal-geograaf Mirjam Vossen volgt beroepsmatig al jaren de discussie over de manier waarop armoede onder de aandacht wordt gebracht.
Journalist, DDB-columnist en sociaal-geograaf Mirjam Vossen volgt beroepsmatig al jaren de discussie over de manier waarop armoede onder de aandacht wordt gebracht.
11 december 2017
Nieuws | | Ontwikkelings samenwerking

Hongerbuikjes en vliegjes in het oog. Dat is waar veel mensen aan denken bij ‘armoede in ontwikkelingslanden’. Blijkbaar overspoelen nieuwsmedia en ontwikkelingsorganisaties ons met dit soort beelden. Maar dat is niet zo, constateert mediawetenschapper en DDB-columnist Mirjam Vossen. Op 9 januari hoopt zij aan de Radboud Universiteit in Nijmegen te promoveren op een onderzoek naar de beeldvorming van wereldwijde armoede in de Europese media.
 
Journalist en sociaal-geograaf Mirjam Vossen volgt beroepsmatig al jaren de discussie over de manier waarop armoede onder de aandacht wordt gebracht. Ze vroeg zich af of het klopt dat hulporganisaties en nieuwsmedia stigmatiserende beelden gebruiken van zieke, hongerige en stervende mensen uit bijvoorbeeld Afrika. ‘Niemand wist dat precies’, zegt Vossen. ‘Daarom ben ik voor mijn proefschrift de representatie van wereldwijde armoede in Engeland, Nederland en Vlaanderen gaan onderzoeken. Ik keek daarbij naar krantenberichten en advertenties van ontwikkelingsorganisaties. Vanuit welk perspectief communiceerden ze? Welke woorden en welke beelden gebruikten zij wanneer ze publiceerden over armoede?’
 
Weinig clichématige beelden in Nederland
Haar onderzoek resulteerde in negen verschillende frames waarmee de media over armoede communiceren. Die varieerden van ‘sociale rechtvaardigheid’ (armoede is een teken van onrecht), en ‘onze schuld’ (het Westen veroorzaakt armoede in ontwikkelingslanden) tot ‘slecht bestuur’ (leiders en elites in misbruiken hun macht). Niet één perspectief bleek sterk te overheersen. 'Ontwikkelingsorganisaties keken relatief vaak vanuit het perspectief van ‘het slachtoffer’, maar het domineerde niet. Bovendien vond ik het verrassend dat kranten en ontwikkelingsorganisaties minder dramatische beelden gebruiken dan we wellicht denken. Zeker in Nederland en Vlaanderen komen clichématige plaatjes van zieke, hongerige en lijdende mensen weinig voor. Dat is overigens anders in Engeland. Daar zetten ontwikkelingsorganisaties mensen in ontwikkelingslanden veel nadrukkelijker neer als lijdzame slachtoffers.’
 
Eigen initiatief zelden getoond
Toch komen bij ‘Afrika’ of ‘ontwikkelingslanden’ nog steeds die hongerbuikjes in onze gedachten. ‘Hiervoor ligt de verantwoordelijkheid hiervoor wel degelijk bij de media. Ze wekken ten eerste de suggestie dat mensen in ontwikkelingslanden het niet redden zonder ons. Dat beeld wordt vooral uitgedragen door ontwikkelingsorganisaties: in hun advertenties laten ze maar zelden het eigen initiatief zien van de lokale bevolking in Afrika of Azië. De campagnes suggereren vooral dat Westerse hulporganisaties en hun donateurs de problemen ginds moeten oplossen.’
 
Beeld van stagnatie blijft gevoed
Ook laten ze nauwelijks zien dat er in ontwikkelingslanden vooruitgang wordt geboekt. Vossen: ‘Campagnes van ontwikkelingsorganisaties belichten vrijwel altijd de nood die er nog is en laten bijna nooit zien wat er al is bereikt. Ook kranten berichten vooral over achterblijvende ontwikkeling, conflicten en wanbestuur en besteden weinig aandacht aan bijvoorbeeld de sterk gedaalde kindersterfte of extreme armoede. Zo voeden zowel ontwikkelingsorganisaties als nieuwsmedia het beeld van stagnatie en eindeloos durende ellende in ontwikkelingslanden.’
 
Mensen uit de armoede is geen nieuws
Dat nieuwsmedia en ontwikkelingsorganisaties weinig aandacht hebben voor vooruitgang, komt volgens Vossen niet doordat ze het zelf niet weten. ‘Journalisten zijn, in tegenstelling tot het Nederlandse publiek, wel degelijk op de hoogte van het feit dat extreme armoede fors is gedaald. Dat zij en de ontwikkelingsorganisaties het publiek opzadelen met achterhaalde beelden, is volgens mij verankerd in hun manier van denken en doen. Ontwikkelingsorganisaties willen fondsen werven. Dat zet hen aan om vooral de gebrekkige omstandigheden en hulpafhankelijkheid te belichten. Nieuwsmedia willen ‘nieuws’ brengen. Dat gaat vooral over misstanden. Het feit dat afgelopen jaren een kwart miljoen mensen per dag uit de extreme armoede ontsnapte, is geen nieuws. De gewone mediaconsument hoort alleen maar over conflicten, slecht bestuur, rampen en ellende. Geen wonder dat mensen denken dat er nooit iets verandert.’
 
‘Meer aandacht voor vooruitgang’
Het beeld dat de media hun publiek voorschotelen doet te weinig recht aan de snel veranderende werkelijkheid in die landen, vindt Vossen. ‘Zowel ontwikkelingsorganisaties als nieuwsmedia moeten nieuwe vormen vinden om meer aandacht te schenken aan vooruitgang en lokaal initiatief in ontwikkelingslanden’, is haar conclusie.