Marius Ernsting (NOV) over Geven in Nederland

Marius Ernsting (NOV) over Geven in Nederland
Marius Ernsting (NOV) over Geven in Nederland
25 april 2013
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Vandaag wordt het tweejaarlijkse onderzoek ‘Geven in Nederland’ weer gepresenteerd. Zoals gebruikelijk zijn de eerste uitkomsten al gelekt en op diverse plaatsen gepubliceerd. Het nieuws is ronduit slecht: in totaal werd in 2011 (de inzameling en verwerking van gegevens kost dus bijna anderhalf jaar) door huishoudens, bedrijven, fondsen, goede doelen loterijen en nalatenschappen 4,3 miljard euro aan goede doelen gegeven. Dat is maar liefst 400 miljoen, oftewel 8,5 procent minder dan twee jaar daarvoor, dus in 2009.
Volgens VU-hoogleraar Theo Schuyt, komt dat mede door de economische crisis: ‘Die crisis duurt al langer, maar de effecten op het geefgedrag worden nu pas duidelijk’. Die verklaring gaat me iets te vlot. Want wat lees ik over ons buurland Engeland? Migranten, die geld overmaken naar hun land van herkomst, geven óók, en meer dan gemiddeld, aan Engelse goede doelen. Terwijl gemiddeld 29 procent van de Engelse bevolking geeft aan goede doelen is dat percentage onder de groep migranten die ook geld schenkt aan hun familie overzee 42 procent!
En 10 procent van de huishoudens die dat doen leven op de rand van armoede.
Met andere woorden: het automatisme in de verklaring van Theo Schuyt dat als de crisis toeslaat je ‘dus minder besteedt aan goede doelen wordt weersproken door dat Engelse onderzoek. Ook eerder Nederlands onderzoek liet zien dat lagere inkomens in absolute bedragen weliswaar minder besteden als hoge inkomens, maar als percentage van het inkomen vaak méér. 
Het gaat dus niet één op één: de hoogte van het inkomen en het geven aan goede doelen. Ik denk dat een belangrijke factor in het geefgedrag is de mate waarin je je verbonden voelt met het goede doel. Dat kan zijn omdat het je persoonlijk raakt, of omdat het strookt met je levensovertuiging, of omdat je vertrouwen hebt in het betreffende goede doel, of omdat je een daad wil stellen, of omdat je kan zien dat jouw bijdrage ook daadwerkelijk helpt. Het zou de moeite waard zijn om beter na te gaan of er verandering in die motivaties is opgetreden. We weten bijvoorbeeld uit het donateurs-panel, dat elk kwartaal gepubliceerd wordt, dat het met het donateursvertrouwen niet al te best gesteld is. Stond dat in 2007 nog licht negatief (-5), in 2013 is dat fors negatiever geworden: -42! Donateurs komen binnen op affiniteit en ze blijven vanwege het concrete resultaat. Er zijn drie belangrijke redenen om te stoppen: twijfel aan een goede besteding van het gedoneerde geld, de hoogte van het directeurssalaris en de eigen financiële toestand.
Aan de financiële toestand van de donateurs kan een goed doel niet zoveel doen, aan een goede besteding en aan het directeurssalaris des te meer. 
Het doneren door een lot te kopen van de goede doelen loterijen is trouwens de beste bijdrage: de opbrengst daarvan steeg in 2011, net als in 2012…

Marius Ernsting