‘Het gaat goed met de lokale fondsen’

Monique van Bijsterveld
Monique van Bijsterveld
27 juni 2016
Nieuws | | Goede doelen

Donderdag 16 juni vond in Den Haag het Diner Lokale Fondsen plaats. Een bijeenkomst van diverse lokale fondsen, maar ook het afscheid van bestuurder Rien van Gendt, de motor achter de stichting. Tijdens de bijeenkomst werden tevens de resultaten gepresenteerd van een eigen onderzoek naar de stand van zaken op het gebied van lokale fondsen in Nederland. De eerste doelen zijn gehaald, nu op naar landelijke dekking.
 
Sinds de oprichting van Stichting Lokale Fondsen Nederland in 2013 hebben de lokale fondsen een flinke impuls gekregen. Projectmanager Monique van Bijsterveld: ‘Begeleiding, ondersteuning en onderlinge contacten hebben duidelijk resultaat. Ik had als opdracht in drie jaar minimaal dertig lokale fondsen op te richten. Dat is ruimschoots gelukt, er zijn nu in totaal 64 fondsen actief of in oprichting. Inmiddels gaat er bijna twintig miljoen euro om in lokale fondsen. Met zulke bedragen kan er heel wat gedaan worden voor de lokale samenleving.’
 
Landelijke dekking
‘Ook de lokale fondsenwerving komt op gang. Steeds meer bewoners zijn bereid een gift, donatie of zelfs een legaat te geven aan hun lokale fonds. We hebben een voorzichtige kritische massa bereikt, maar nog geen landelijke dekking. In principe zou elke stad, dorp of stadswijk een eigen lokaal fonds kunnen hebben. Geen gemeenschap is te klein: Driemond heeft maar zestienhonderd inwoners en zet zich toch in voor een lokaal fonds. Elke gemeente verdient een lokaal fonds. Die landelijke dekking is ook belangrijk om partners en sponsors te trekken. Een aantal bedrijven heeft belangstelling, we mogen terugkomen zodra we landelijke dekking hebben. Ook voor de lokale fondsen zelf zijn die landelijke partners belangrijk. Dat helpt bij de bekendheid, het vertrouwen en het lokale draagvlak.’
 
Onderzoek
De Stichting Lokale Fondsen heeft onderzoek verricht naar de stand van zaken, drie jaar na de oprichting. Daaruit blijkt een duidelijke groei. Bij de start waren er 21 lokale fondsen, op dit moment zijn dat er 64. En die groei, ook van potentiële lokale fondsen, blijft toenemen.
Dat gaat niet snel, omdat de periode van idee tot oprichting gemiddeld 1 tot 1,5 jaar bedraagt. Van Bijsterveld: ‘De ontwikkeling van fonds in oprichting tot bestaand fonds gaat langzaam. Wel is gebleken dat een goed voorbereide en onderbouwde start leidt tot stabiele lokale fondsen.’


 
Initiatiefnemers
Het gemiddeld aantal betrokken initiatiefnemers/bestuursleden bedraagt vijf per fonds. Er zijn gemiddeld negen vrijwilligers bij betrokken. 48 Procent van de initiatiefnemers bestaat uit bewoners, 13 procent uit het bedrijfsleven, 14 procent uit de lokale overheid en 2 procent komt van de kerkgemeenschap. 

 

Startkapitaal
Het startkapitaal komt voor 40 procent uit het bedrijfsleven, 11 procent uit particuliere giften, 2 procent van vermogensfondsen, 1 procent van de overheid en 46 procent uit overige bronnen, zoals transformaties, privatisering, woningbouwvereniging.
 
De fondsen starten met een gemiddeld startkapitaal van €388.602. Van Bijsterveld: ‘Dat cijfer is nogal optimistisch, omdat twee lokale fondsen een groot startkapitaal ter beschikking gesteld hebben gekregen. Als deze twee fondsen buiten beschouwing worden gelaten, dan ligt het gemiddeld startkapitaal op €19.372.’
Het totale startkapitaal bedraagt €11.269.437 en het grootste €5.900.000.

 
Voor de komende jaren is de missie voor Van Bijsterveld duidelijk: ‘Meer lokale fondsen, meer eigen kapitaal en vooral: nog meer mooie projecten!’
Scheidend bestuurslid Rien van Gendt (foto) blijft de boel in de gaten houden: ‘Ikzelf stop nu als bestuurder van Lokale Fondsen Nederland, maar ik blijf de ontwikkelingen op de voet volgen, ondermeer via het Global Fund for Community Foundations. Let op mijn woorden: deze vorm van filantropie heeft de toekomst!’ 
 
2/2