Ik zie steeds meer bedrijven invulling geven aan hun mvo-beleid door de oprichting van een eigen goede doelenfonds. Recent voorbeeld is uitvaartorganisatie Dela, dat een potje van 2 miljoen apart heeft gezet. De drie miljoen Dela-verzekerden en eigen medewerkers kunnen nu een aanvraag indienen voor de financiële steun van goede doelen. Niet alle, want de aanvragen moeten wel passen binnen de core business van Dela, variërerend van ondersteuning bij de bestrijding van dementie tot het o...
Ik zie steeds meer bedrijven invulling geven aan hun mvo-beleid door de oprichting van een eigen goede doelenfonds. Recent voorbeeld is uitvaartorganisatie Dela, dat een potje van 2 miljoen apart heeft gezet. De drie miljoen Dela-verzekerden en eigen medewerkers kunnen nu een aanvraag indienen voor de financiële steun van goede doelen. Niet alle, want de aanvragen moeten wel passen binnen de core business van Dela, variërerend van ondersteuning bij de bestrijding van dementie tot het opknappen van verwaarloosde grafmonumenten.
Dit is de ontwikkeling van for profits: van geven en gunnen (eerste fase) naar structurele partnerships met gevestigde goede doelen (tweede fase) tot de vorming van eigen goede doelen. In deze derde fase zijn eigen projecten een organisch onderdeel geworden van de marketing en communicatie. Dat laatste klinkt mooier dan het is: veel bedrijven missen ervaring en expertise in het filantropische handwerk. Dat zou voor gevestigde goede doelen eerder een kans dan bedreiging moeten zijn.
nl