ISF breekt met CBF over 'klein keur'

3 oktober 2007
Nieuws | | Validatie & Toezicht


AMSTELVEEN (3 oktober) - De koepel van lokale fondsenwervende instellingen ISF heeft haar gesprekken met toezichthouder CBF over de vorming van een "klein keur" afgebroken. Het ISF bevestigde gisteren desgevraagd dat hierover maandag een brief is gestuurd aan CBF-directeur Adri Kemps. Het ISF-bestuur beraadt zich nu op "andere mogelijkheden." Het CBF is teleurgesteld, maar gaat gewoon door met de ontwikkeling van een "klein keur": zonder het ISF.

 


Het ISF is van mening dat verdere gesprekken met het CBF geen zin hebben omdat de toezichthouder niet bereid of in staat zou zijn om een apart keur voor kleinere en/of lokaal opererende fondsenwervers de naam "CBF-Keur" te geven. Dat zou een "klein keur" voor de lokalen weinig aantrekkelijk maken. Ook meent het ISF dat een klein keur te duur en dus ook te onaantrekkelijk voor haar achterban zou worden. Het hoofdbezwaar richt zich echter op de idee dat het CBF te weinig rekening kan of wil houden met de eigenheid van de kleinere, lokaal actieve fondsenwervers, zoals zorginstellingen.

 


Onrecht

ISF-voorzitter Peter Helmer laat zich hierover in een exclusief interview met FM, dat verschijnt in de gedrukte uitgave eind oktober, als volgt uit: "Onze vrienden bij het CBF weten hoe ik over hun keur denk. Dat keur is op zichzelf prima. Maar het past niet, het is niet passend te maken of men wil het niet passend maken op mijn achterban. Mij bekruipt het gevoel dat ons onrecht wordt aangedaan doordat er onredelijke eisen worden gesteld. Bijvoorbeeld de eis voor de samenstelling van een bestuur: vijf leden die onafhankelijk van elkaar zijn en daar niet alleen een verklaring voor tekenen, maar dat ook nog eens statutair vastgelegd zien. Als je een stichting hebt bij een ziekenhuis, is dat soort dingen doorgaans niet zo geregeld. Sterker nog: het is hoogst onverstandig om het zo te regelen. Dit kan niet, het past niet en daarom mag je het ook niet van iedereen eisen. Toch houdt het CBF hieraan heel star vast. Het zou mooi zijn om het CBF-Keur als kwaliteitswaarmerk te kunnen hanteren, maar dan moet wel iedereen aan dezelfde eisen kunnen voldoen."

 


Black boxen

Helmer is tevens van mening dat de huidige aanpak van het CBF juist niet leidt tot vergroting van transparantie: "Mijn hoofdbezwaar tegen de het huidige keur is dat je er je doel - het vergroten van de transparantie - juist niet door haalt. Je schiet het voorbij. Zeker een instelling die fondsenwerving niet als hoofdactiviteit heeft. Maar zelfs binnen de gevestigde goede doelenorde zie je de contraproductiviteit van de huidige regels. Neem bijvoorbeeld de 25%-norm, die nu zeer creatief omzeild wordt. Je creëert black boxen in plaats van transparantie."

 


Reactie CBF

CBF-directeur Adri Kemps zag de ISF-bui al geruime tijd hangen: "Dit besluit kwam niet als een verrassing, maar na anderhalf jaar overleg en veel investering van beide kanten is dit wel teleurstellend. Op veel punten hadden wij al overeenstemming bereikt, maar op sommige komen wij niet tot elkaar. Aan eis van het ISF om een klein keur ook "CBF-Keur" te noemen, kunnen wij niet tegemoetkomen. Dan zouden we twee verschillende producten - met verschillende toetsingscriteria - onder dezelfde naam aan het publiek verkopen. Dat zou misleidend zijn en bovendien ook nog eens kannibaliseren op het huidige CBF-Keur."

Over het punt van de te hoge kosten zegt Kemps: "Wij hadden binnen de werkgroep afgesproken om te zien of er financiering kan komen voor toetsing van een klein keur of certificaat. Voor minder dan gemiddeld €500 per jaar - de kosten van de huidige Verklaring van geen bezwaar - moeten er echter meer dan 500 instellingen meedoen, of moeten we externe financiering zoeken om uit te komen. Het CBF kan dit namelijk niet opbrengen; het ISF heeft aangegeven dit ook niet te kunnen."

 


Onderzoek

Volgende week maakt het CBF de uitkomsten van een onderzoek naar lokaal fondsenwervende instellingen openbaar. Het gaat om een onderzoek onder 8.000 instellingen uit de achterban van ISF, NCDO en een steekproef uit het anbi-bestand. Hierop respondeerden 1.500 instellingen. Volgens Kemps komt daaruit naar voren dat de behoefte onder de "kleintjes" aan een extern toezicht heel wat beperkter is dan het ISF aangeeft. Kemps: "We zien drie argumenten van lokalen voor extern toezicht. In de eerste plaats natuurlijk als dat wettelijk verplicht zou worden. Ten tweede vanuit promotioneel-marketingtechnische redenen en ten derde als het financieel haalbaar zou zijn, d.w.z. als het maximaal €200 per jaar zou kosten."

Het onderzoek geeft Kemps ook aanleiding om zijn vraagtekens te plaatsen bij het ISF-standpunt dat de eis voor een onafhankelijk bestuur van tafel moet. Kemps: "Uit het onderzoek blijkt dat er licht zit tussen de ISF-achterban en de gehele onderzoekspopulatie. Heel veel ‘kleintjes' hebben een ander profiel dan die van de ISF-achterban, waarin veel zorginstellingen zijn vertegenwoordigd; de kleintjes uit ons onderzoek, die vaak uitsluitend met vrijwilligers werken, hebben helemaal geen bezwaar tegen een onafhankelijk bestuur."

 


Hoe nu verder?

Het ISF-bestuur laat weten dat zij zich nu beraadt op "andere mogelijkheden". De vraag is welke?

ISF-praeses Helmer in het FM-interview: "Wij gaan er in elk geval niet met de pet in de hand op zitten wachten. Er is genoeg animo voor een nieuw keurmerk, mits het echt staat. En nee, wij hoeven of kunnen zelf geen keur introduceren, want zo'n keur hoort zelfstandig te zijn en ook door een externe partij getoetst te worden...Wat wij dus zullen doen is laten zien dat het CBF-Keur niet het enige keur is."

Kemps: "Wij zullen de werkzaamheden binnen onze werkgroep gewoon voortzetten, maar helaas dus zonder het ISF. Onze maatschappelijke taak blijft om te kijken of we de kleinere en/of lokale fondsenwervende instellingen kunnen faciliteren met een klein keur of certificaat."