Hoe kook je een kikker?

19 april 2011
Opinie | | Wetenschap & Onderzoek

VU-onderzoeker René Bekkers vatte het dinsdag rond de presentatie van het tweejaarlijkse Geven in Nederland-onderzoek misschien nog het beste samen: "Nederland is een sociaal land met een breed draagvlak voor filantropie waar de particuliere steun voor het algemeen nut steevast rond de 0,8% van het BNP uitkomt." En daar veranderden de nieuwste GIN-cijfers nauwelijks iets aan. Tikkie naar links, tikkie naar rechts: filantropie blijkt een stabiele, crisisbestendige factor. Geen nieuws, goed nieuws dus? Nee. Het bleef wat onderkoeld, maar ook de wetenschappers kunnen er - met longitudinale onderbouwing - niet meer onderuit: de goede doelensector heeft nu officieel een collectief imagoprobleem. De geversmarkt wordt steeds volatiler en ook steeds minder loyaal aan de vanouds vertrouwde goede doelenmerken. Bekkers noemde het een "sectoropdracht": "gecoördineerd werken aan herstel van vertrouwen." Dapper om dit te beweren in een sector die ik ooit heb gekwalificeerd als "de grootste kudde katten van Nederland". In de filantropie is het nog steeds "god voor ons allen en ieder voor zich". En dan heb ik het nog niet eens over de organisaties die in volstrekte ontkenning verkeren ("onze directeur heeft geen te hoog salaris"). En zo - nu we toch in de fauna-analogie zitten - lijken goede doelen op die relativerende, optimistische kikkers in de ketel met langzaam kokend water, waarvan de temperatuur elke twee jaar met wetenschappelijke precisie wordt genoteerd. Een stabiele, crisisbestendige ketel waaruit straks geen ontsnappen meer mogelijk is als je er niet op korte termijn gecoordineerd uitspringt.