Hier Paramaribo: Switi Sranan, we komen eraan!

1 maart 2012
Opinie | | Fondsenwerving

In maart en april schrijft 22 voor FM regelmatig bijdragen vanuit Suriname over filantropie, fondsenwerving en civil society. Man, in het dagelijks leven directeur van adviesbureau Nassau en bekend als actief bestuurder in de sector, vloog dinsdag met zijn gezin voor twee maanden naar het mooie Suriname toe. Daar zal hij twintig lokale NGO's gaan trainen op het gebied van fondsenwerving en andere inkomstenverwerving. Dat lijkt hard nodig nu Nederland de subsidiekraan dichtdraait en een kaalslag binnen de Surinaamse NGO-wereld wordt verwacht. Vandaag deel 1 in Ramses’ serie: ‘Switi Sranan, we komen eraan!’

PARAMARIBO - Dinsdag vloog ik samen met mijn gezin voor twee maanden naar het mooie Suriname toe. Ik zal daar twintig lokale NGO's gaan trainen op het gebied van fondsenwerving en andere inkomstenverwerving. We hebben er lang naar uitgekeken en behoorlijk wat voorbereiding voor gedaan.

De plannen begonnen vorig jaar april, toen ik een week in Suriname was om op vrijwillige basis de kleine, maar sympathieke Stichting Hoorzorg Binnenland Suriname te adviseren over hun inkomstenbeleid. En al snel wist ik weer waarom ik tien jaar geleden bij mijn eerste bezoek aan Suriname aan mezelf had beloofd, dat ik op een dag weer terug zou keren naar Switi Sranan Kondre (het mooie Suriname, zoals de Surinamers hun land liefkozend noemen). Er is gewoon iets met dat bijzondere land, dat wanneer je op Zanderij uit het vliegtuig stapt, gelijk als een vochtige warme deken over je heen valt. 

Ik reisde samen met Piet Haarmans, een Nederlandse oud-pater, die 53 jaar geleden als missionaris naar Suriname vertrok en tien jaar geleden na zijn pensioen terug kwam in Nederland. Ik vergezelde hem op al zijn bezoekjes die hij aflegde aan oude vrienden en collega's. Zo kon het dat ik in één week tijd onder meer op de koffie ging bij een neef van Desi Bouterse (een lieve, oude meubelmaker), een bezoek bracht aan een mevrouw in verzorgingstehuis Esther voor bejaarde leprapatienten en op het besloten verjaardagpartijtje was van de bisschop van Paramaribo, Mgr. Wim de Bekker.

Maar de belangrijkste ontmoeting bleek later het bezoek aan Bryan Rambharos, accountant van beroep en nu al tien jaar actief als tussenpersoon voor Nederlandse organisaties als CordaidZeister Zendingsgenootschap en Kinderpostzegels. Hij vertelde me over de grote kaalslag die hij verwachtte binnen de Surinaamse NGO wereld, nu de Nederlandse subsidiekraan dicht wordt gedraaid. Formeel is de reden dat de Nederlandse overheid de focus verlegt naar andere landen die de hulp harder nodig hebben; informeel is het bekend dat het presidentschap van Bouterse ook geen gunstige invloed heeft op de hoeveelheid steun uit Patata Kondre (Nederland). Hij vroeg mij om met hem mee te denken over mogelijkheden om de lokale, Surinaamse NGO's meer zelfstandig te maken. Om hun capaciteiten op het vlak van inkomstenverwerving te versterken.

Toen Bryan een paar weken later in Nederland was voor een bezoek aan Cordaid, nam ik hem mee uit eten en bedachten we het plan om samen een uitgebreide Werkgroep voor Inkomstenverwerving op te zetten in Suriname. Bryan heeft de contacten in de lokale NGO-wereld, en ik kan vanuit Nassau de Nederlandse praktijk van fondsenwerving inbrengen, zo was het idee. En het bleef niet bij een idee. We werkten het uit in een concreet voorstel en lieten dat aan een paar potentiële deelnemers en aan enkele mogelijke geldschieters zien. De reacties waren enthousiast. Toen ZZg en Kinderpostzegels toezegden om de deelnemers (een deel van) de deelnamefee te vergoeden, werd het financieel ook haalbaar om de werkgroep professioneel van de grond te krijgen. 

De werkgroep zal in totaal tien maanden gaan duren. Zelf ben ik de eerste twee maanden aanwezig om het programma vorm te geven, de intake-gesprekken te voeren en de eerste bijeenkomsten te begeleiden. Vorige week hoorde ik dat zeventien organisaties zich al hebben ingeschreven met in totaal vijfendertig deelnemers. Dat hadden we echt niet durven hopen. 

Ik hoefde niet erg veel moeite te doen om mijn vrouw over te halen om met me mee te gaan. Ze was zelf tien jaar geleden ook mee geweest naar Suriname en wilde dolgraag nog een keer terug. En dan nu zelfs twee maanden! Mijn dochter van vier heeft de smaak ook te pakken en roept me elke dag bij thuiskomst vrolijk toe: Fawaka, pappa? Hoe gaat het? 

Vrijdag heb ik met een enorm gezellige Surinaamse borrel gedag gezegd tegen de klanten en andere relaties van Nassau. Van mijn collega's kreeg ik een twee maandenabonnement op de The Times of Surinam, dagelijks aan huis bezorgd bij onze tijdelijke woning aan de van Roosmalenstraat in Paramaribo. Ik zal aan ze denken als ik 's ochtends op mijn veranda in de zon mijn krantje lees....