Grote servicebeurt

16 maart 2011
Opinie | | Organisatienieuws

Stilstaand water is rottend water. Die volkswijsheid is zeker van toepassing op een groot aantal zogenoemde serviceclubs, zoals Rotary en Lions. Deze particuliere netwerkorganisaties worden vaak vergeten als we het hebben over "de" filantropiesector, maar dat lijkt me zeer onterecht voor deze potentieel kapitaalkrachtige organisaties. "Potentieel" omdat de gemiddelde opbrengst per lid voor het goede doel (nog) niet bijster indrukwekkend is (160 euro per Rotarylid, VU 2006). Koppel dit aan een hardnekkig imagoprobleem - bejaarde welstandigen die met pannetjes soep langs de deuren der armen gaan - en je hebt zomaar de herpositionerings-ambitie van serviceclubbend Nederland te pakken. Serviceclubs zijn van oudsher volwaardig lid van onze Civil Society-familie en verdienen lof voor het goede werk dat zij verrichten, maar alleen een structurele verandering van klassieke liefdadigheid naar moderne en meer resultaatgerichte vormen van filantropie en een serieuze verjongingskuur kunnen een anders onvermijdelijke marginalisering voorkomen. Wordt het kakineus tuttemerullen aan de zijlijn of maatschappelijke meters maken? Die vraag staat de komende jaren centraal. En niet alleen bij de serviceclubs - voordat licht leedvermaak toeslaat - maar ook bij veel goede doelen en vermogensfondsen. Adapt or die.
VU