Grenzen open?

25 januari 2007


Als afronding van de op zich erg interessante discussie over de grenzen van de kansspelmarkt wil ik graag nog enkele opmerkingen kwijt naar aanleiding van de laatste brief van Jacobs en Van Lier namens de Goede doelen loterijen.

 


Ten eerste een opmerking over het rapport van London Economics waarin werd aangetoond dat zelfs bij een beperkte liberalisering de negatieve effecten voor de (loterij) inkomsten van de goede doelen en de staat al aanzienlijk zijn.

Het verwerken en consolideren van de financiële gegevens van de diverse typen kansspelen, inclusief casino's, is bijzonder lastig. Mede vanwege de verschillende wijzen waarop in de afzonderlijke landen wordt gerapporteerd, én de beschikbaarheid van die gegevens. Om het inzichtelijk en werkbaar te maken heeft men de keuze tussen twee methoden van calculeren: gross gaming revenue en total expenditure. London Economics koos voor de methode van total expenditure. Men heeft dit consequent toegepast waardoor op wetenschappelijk verantwoorde wijze conclusies konden worden getrokken over effecten van liberalisering. Dit is inderdaad een andere methode dan het College van toezicht op de Kansspelen gebruikt voor haar berekeningen. Dit zegt overigens niet dat de ene methode beter is dan de andere.

Het Swiss Institute for Comparitive Law waar de schrijvers naar verwijzen gebruikte overigens de methode van gross gaming revenue. Op zich is daar wetenschappelijk gezien niets op tegen als men het maar consequent gebruikt. De mogelijke indruk bij briefschrijvers dat dit instituut een kwalitatief veel beter onderzoek zou hebben gedaan wordt gelogenstraft door de feiten. De Europese Commissie die opdrachtgever was, heeft lang gewacht met het openbaar maken van het uiteindelijke rapport omdat men (nog steeds) ernstig twijfelt aan de kwaliteit van het onderzoek. Dit betrof met name ook het economische deel van het onderzoek.

 


Het voert te ver om hier op de details van het onderzoek in te gaan. Het rapport van dit belangrijke verkennend onderzoek is echter openbaar en verkrijgbaar op de website van European Lotteries: www.european-lotteries.org . In het rapport vindt u uiteraard een verantwoording van de aanpak van het onderzoek en tevens afdoende antwoorden op de vragen en opmerkingen van Jacobs en Van Lier.

 


Ten aanzien van de opmerking dat European Lotteries met het rapport de voorstanders van liberalisering in de kaart spelen omdat we wijzen op de economische effecten van liberalisering het volgende.

Het bestemmen van loterijwinst voor staat en goede doelen is inderdaad geen doel op zich, maar wél een belangrijk onderdeel van restrictief kansspelbeleid. EU jurisprudentie geeft al vanaf het begin aan dat dit een adequaat middel is om private ondernemers te ontmoedigen en zolang dat maar in samenhang is met andere maatregelen die leiden tot een beperkt aanbod.

 


Een tweede opmerking gaat over de zekerheid van de schrijvers dat regulering van kansspelen op internet een onbegonnen zaak zou zijn. Ik ben het hier absoluut niet mee eens, maar laat ik het kort houden.

Het meest actuele voorbeeld van het tegendeel is de recente ontwikkeling in Amerika. Daar heeft men kansspelen via internet verboden. Men doet actief aan wetshandhaving wat al tot enkele opmerkelijke arrestaties heeft geleid van directeuren van zogenaamde remote gambling companies. Ook handhaaft de federale staat de (nieuwe) wet door financiële instellingen zoals banken en creditcardbedrijven strafbaar te stellen indien zij bij dergelijke transacties betrokken zijn. Het kan dus wel!

Amerika zoekt momenteel toenadering tot de EU en andere landen om in het kader van de WTO te zoeken naar meer gemeenschappelijke afstemming. In Europa zou de EU Commissie overigens best meer werk kunnen maken van wat al lang is afgesproken in het kader van de WTO. Namelijk dat (internet) kansspelen níet onder de afspraken van vrij handelsverkeer vallen.

Te vaak hoor ik dat we maar moeten accepteren dat kansspelen op internet niet de reguleren zijn en we maar beter kunnen anticiperen op de onvermijdelijke opening van de markt. Soms is het moeilijk om daarbij het onderscheid nog te zien tussen ‘self-fulfilling prophecy' en ‘wishful thinking'.

 


Tjeerd Veenstra is directeur van De Lotto