nl
Na ruim twintig jaar leiding te hebben gegeven aan de brancheorganisatie van goede doelen, Goede Doelen Nederland, adviseert Bosma nu algemeen nut beogende instellingen in en bij hun ‘politiek vermogen’. Gosse Bosma: ‘Niets is meer apolitiek. Geen onderdeel van het maatschappelijk leven is nog vrij van bemoeienis van de overheid. De terugtredende overheid is een fata morgana. Dat was al voor Corona zo en dat zal na en met Corona blijven. Filantropische organisaties moeten meer dan ooit werk maken van hun ‘politiek vermogen’. Voor hun ‘maatschappelijk vermogen’, hun kracht om de missie te realiseren, hebben ze naast ‘organisatievermogen’ ook ‘politiek vermogen’ nodig. En dat vermogen moet zich overigens meer en meer laten gelden in Brussel.’
Het is deze invalshoek van het ‘politiek vermogen’ vanwaaruit Bosma voor De Dikke Blauwe regelmatig zal reflecteren op allerlei ‘Haagse dossiers’.
Na zijn studie Politicologie aan de VU was Bosma eerst werkzaam als beleidsadviseur in de vakbeweging, waar hij ‘breed’ geschoold werd in CAO-onderhandelingen, belangenbehartiging, bedrijfschap Landbouw en internationaal. Eind 1996 mocht hij aan de wieg gaan staan van de sector van ‘goed doen’, voornamelijk als directeur van – toen nog – Vereniging van Fondsenwervende Instellingen, nu Goede Doelen Nederland.
Mijlpalen waaraan hij bijdroeg waren de uitrol van het (eerste) CBF-keurmerk, de leerstoel Filantropie, de oprichting van de European Fundraising Association (EFA), de Code Wijffels, de oprichting van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie, het convenant met de overheid ‘Ruimte voor Geven’ en de bouw en lancering van het Erkenningsstelsel.
Naast directeur van Goede Doelen Nederland was hij voorzitter van de Stichting Civil Society, voorzitter van de EFA (2016-2019), voorzitter van Stichting Postfilter, interim-directeur van SBF en bestuurslid van Stichting Infofilter.
Donderdag 11 maart verschijnt Gosse's eerste bijdrage in het DDB Journaal en op deze website: 'Hoe staat de politieke wind voor filantropie na de verkiezingen van 17 maart?' De partijprogramma's langs de filantropische meetlat.
►Ga voor alle artikelen door en over Gosse Bosma naar zijn eigen pagina op deze website: klik hier
Anderen over Gosse Bosma:
Gosse Bosma is een ervaren ‘maatschappelijk’ bestuurder, adviseur en lobbyist. Voelt zich als een vis in het water in een complexe, bestuurlijke omgeving, ook internationaal. Heeft als directeur van de brancheorganisatie van goede doelen, Goede Doelen Nederland, zijn sporen verdiend als lobbyist voor de sector van goede doelen en filantropie en kenner van ‘goed bestuur’.
Zijn kracht ligt in strategisch inzicht en visieontwikkeling, is analytisch vaardig en hij kan geduldig koersen op inhoud. Hij heeft een scherp oog voor belangen op het maatschappelijk speelveld en kan daar inhoud, kleur en sturing aan geven.
Als voormalig bestuurslid en later voorzitter van de brancheorganisatie Goede Doelen Nederland heb ik Gosse Bosma over een periode van tien jaar goed leren kennen. Als directeur van deze brancheorganisatie kenmerkte hij zich door een bijzondere combinatie van eigenschappen: strategisch denker, effectief lobbyist, goede leidinggevende en tenslotte harde werker en aangenaam mens. Onder zijn aanvoering is de brancheorganisatie groot en volwassen geworden; door zijn toedoen is over een reeks van jaren een systeem van zelfregulering(gedragscodes) opgezet, inclusief bijbehorend toezicht en daaraan verbonden handhaving. De goede doelen in Nederland hebben veel aan hem te danken en ook internationaal heeft hij zijn sporen verdiend. Als het gaat om positionering van de filantropische sector, om het verder ontwikkelen van zelfregulering, om het versterken van de relatie tussen goede doelen en hun omgeving/achterban en om het opkomen voor de belangen van deze sector kan ik zijn diensten van harte aanbevelen.
Jan Jaap de Graeff, voorzitter Raad voor de Leefomgeving
Gosse is een goede strateeg, een ervaren lobbyist, deskundig en loyaal. Onder zijn bezielende leiding is Goede Doelen Nederland in de afgelopen decennia uitgegroeid tot een brancheorganisatie die de daarbij aangesloten goede doelen daadwerkelijk beter – want professioneler – laat opereren. Daarmee heeft hij de Nederlandse filantropie in het algemeen een grote dienst bewezen.
Adriana Esmeijer, directeur Prins Bernhard Cultuurfonds
