Goed goed doen

Zouden meer fondsen moeten doen: hun resultaten door derden laten onderzoeken.
Zouden meer fondsen moeten doen: hun resultaten door derden laten onderzoeken.
5 maart 2015
Opinie | | (Social) Impact

In een lang en goed achtergrondartikel in dagblad Trouw van 25 februari staat de krant stil bij het werk van ontwikkelingsorganisatie Wilde Ganzen. Deze organisatie wilde weten wat er was terechtgekomen van de door haar gesteunde projecten. Ontwikkelingsdeskundige Sara Kinsbergen van de Radboud Universiteit bezocht met collega Christine Plaisier 93 projecten die vijf, tien of vijftien jaar geleden met steun van Wilde Ganzen zijn opgezet, verspreid over Kenia, Ghana, Zuid-Afrika en India. Hun bevinding? Bijna 8 van de 10 projecten troffen Kinsbergen en Plaisier de school/de kliniek/het weeshuis inderdaad nog aan. En in 69 procent van alle gevallen werden die gebouwen nog gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Dat klinkt als goed nieuws, maar was het dat ook?
Wat bleek: maar twee van alle ontvangende partijen - lokale organisaties in India, Zuid-Afrika, Ghana of Kenia die de projecten dagelijks runnen - hielden hun resultaten bij en evalueerden die ook. De meeste vinden hun werk geslaagd als ze voldoende mensen bereiken en hun project goed ligt onder de bevolking. Kinsbergen: ‘Al hadden ze heel goed door dat er soms een gat gaapt tussen de probleemanalyse en het project dat ze runnen, dat zich richt op directe hulp.’ Willen ze dat gat dichten, dan is het risico groot dat ze op weerstand stuiten, zegt Kinsbergen. Soms van de Nederlandse initiatiefnemers, soms van donoren die het project met hun giften ondersteunen. ‘Zodra een project minder grijpbaar of politieker wordt, haken veel Nederlanders af’, zegt Kinsbergen.
Het probleem van de ‘donor darlings’ is niet nieuw, maar het legt wel goed bloot hoe ongelooflijk complex ontwikkelingshulp is. Een nieuw schooltje neerzetten lijkt zo concreet en geeft zoveel voldoening, maar voor welk probleem is het de oplossing?  ‘Wat als je wordt opgeleid in een omgeving waar niets te doen is? Daar sta je dan: met een diploma dat niets betekent, want er is geen werk. In dat geval leid je alleen gefrustreerde kinderen op’, zegt Kinsbergen terecht. Maar dat willen veel betrokkenen niet horen en dus is de verleiding wel erg groot om vooral over output, maar weinig of helemaal niet over impact te rapporteren.
Goede doelen, maar ook particuliere doe-het-zelvers, die met geld van anderen interveniëren in de levens van anderen, dragen een grote verantwoordelijkheid. Die vereist zorgvuldigheid in het gehele proces van interveniëren. Zoals een goede analyse van de aanleiding van de interventie, voortdurende verificatie van de aannames en het vaststellen of de beoogde effecten worden gehaald. Goed goed doen vraagt om meer dan alleen goede bedoelingen.