nl
Spectaculaire veranderingen moeten we niet verwachten, zegt Dr. May-May Meijer. Dat past ook niet bij de aard van het onderzoek. Sinds 2001 heeft GIN een longitudinale opzet: er worden vragen voorgelegd aan steeds dezelfde individuen, huishoudens en bedrijven. "Om met enige zekerheid iets te kunnen zeggen over trends en ontwikkelingen kunnen we niet teveel variëren in onze vraagstelling," aldus Meijer. "Toch is er ook nieuws te melden. We streven dit keer naar een nog handzamere editie. Nieuw is ook dat we de vragenlijst en de integrale tekst van het boek volgend jaar in zijn geheel online zetten."
Vertrouwen in SHO
Tijdens GIN 2005 werd er gefocused op het tsunami-geven. Ook in de nieuwe editie zullen er weer een aantal speciale onderwerpen bij de horens worden gevat. Drie in totaal. Meijer: "Aansluitend op de vragenlijst van GIN 2005 leggen peilen we opnieuw het vertrouwen van respondenten in de Samenwerkende Hulp Organisaties. Heeft dat vertrouwen een ontwikkeling doorgemaakt? Het tweede onderwerp dat we belichten is het geefgedrag van allochtonen. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan werknemersvrijwilligerswerk. Met dit laatste onderwerp houdt Theo Schuyt zich sterk bezig."
Waardering
Wat de onderzoekers een beetje is tegengevallen, is de feedback die binnenkwam naar aanleiding van GIN 2005. "Als je bij een fonds over de vloer bent, en je vraagt ernaar, dan wordt gezegd: Ja, natuurlijk hebben we GIN in de kast staan. En ik weet ook dat het CDA en de PvdA aandacht hebben voor de thematiek. Theo Schuyt is in het kader van zijn voorzitterschap van de Taskforce Geven voor Weten onlangs nog op gesprek geweest bij de premier. Het CDA is van oudsher natuurlijk erg begaan met het maatschappelijke middenveld. Door mijn rol in de verkiezingsprogrammacommissie van de PvdA weet ik dat ook in deze partij de geefmarkt niet over het hoofd wordt gezien. Dus in die zin is de waardering voor GIN er wel."
Feedback
"Het ontbreekt echter aan spontane feedback," zegt Meijer. "We hebben geen goed inzicht in hoe GIN gebruikt wordt en waarvoor. Welke onderdelen van het boek zitten volgens de lezers goed in elkaar? Wat is minder en welke onderdelen worden gemist? Ook niet onbelangrijk: wat is de achtergrond van personen die GIN binnen organisaties gebruiken als naslagwerk? Gaat het daarbij om fondsenwervers of wordt het boek ook op directieniveau gelezen? Het zou prettig zijn als we voor de presentatie van GIN 2007 nog feedback met betrekking tot de opzet en presentatie van ons onderzoek kunnen verwerken."
De Werkgroep Filantropie wil graag feedback ontvangen op GIN. Reacties onder vermelding van mail-adres, post-adres, naam organisatie en functie kunnen gestuurd worden naar: gin@fsw.vu.nl . Onder de inzenders worden vijf gratis exemplaren van Geven In Nederland verloot.
