GIN-symposium: convenant en overheidsloket

10 mei 2007
Nieuws | | Politiek en overheid

"We leven in een fatsoenlijk land met een fatsoenlijke overheid, maar ook een niet te dominante overheid die afhankelijk gedrag creëert ", aldus de voorzitter van de SER Alexander Rinnooy Kan gisteren op de VU voorafgaand aan de presentatie van GiN. Verschuivende paradigma's van de verzorgingsstaat vragen om meer dialoog tussen de overheid, markt en not-for-profit sector. Die dialoog moet leiden tot afspraken tussen deze partijen. Een noodzakelijke ontbrekende schakel is één loket bij de overheid.


Voorafgaand aan de presentatie van het GiN werd een mini-symposium georganiseerd door de VU. ‘Elkaar versterken: filantropie in de verzorgingsstaat' was het thema. Dit thema werd door vier sprekers nader belicht.

 


Nieuwe structuren in filantropie

Prof. Theo Schuyt constateert een aantal belangrijke vooral lokale ontwikkelingen. Het aantal communityfoundations neemt toe en lokale not-for-profits begeven zich meer en meer op de filantropische markt. Hij ziet ook een groei van lokale samenwerking tussen filantropische organisaties, vermogensfondsen, serviceclubs en het lokale bedrijfsleven.

Landelijk constateert hij een intensivering van onderlinge afspraken tussen diezelfde partijen. Dit past volgens hem bij het groeiende interdependentie bewustzijn.

 


Partners en Overheidsloket

Rinnooy Kan: "Nederland loopt voorop en is een gidsland." Maar de sector in Nederland is nog klein volgens hem: "Ontwikkelingshulp alleen al is hoger dan de totale financiële bijdrage van de filantropie."

In het Verenigd Koninkrijk zijn bij 80% van de lokale gemeenschappen ‘gentleman agreements' gesloten tussen de lokale vrijwillige sector en de lokale overheden. Het gaat bij deze afspraken niet zozeer alleen over geld maar veel meer over afspraken die je kunt maken als partner van elkaar. Nederland blijft hier achter volgens hem. Er is o.a. een angst voor het zogenaamde substitutie effect. Hier kunnen bijvoorbeeld afspraken over gemaakt worden teneinde juist additionele ruimte te scheppen. Verder geeft hij aan dat d.m.v. afspraken belemmeringen weggenomen kunnen worden en regelgeving verbetert. Ook noemt hij de mogelijkheid van matching als belangrijke hefboom voor mogelijk te maken afspraken.

De noodzaak voor één aanspreekpunt bij de overheid voor de filantropische sector ziet Rinnooy Kan duidelijk. Ook hier neemt hij het Verenigd Koninkrijk als voorbeeld waar een bureau is opgericht (jaarlijks budget 4,5 miljoen pond) met als taak het filantropisch geven te bevorderen. In Nederland zou zo'n bureau volgens hem bijvoorbeeld bij het Innovatieplatform kunnen worden ondergebracht die zich bijvoorbeeld zou kunnen richten op een bredere oriëntatie op potentiële donoren aldus Rinnooy Kan.

 


Dialoog overheid en fondsen

Van Lanschot Bankiers heeft afgelopen jaar vele dialogen georganiseerd tussen overheden en fondsen op het gebied van welzijn. Zowel op lokaal als nationaal niveau. Peter Verbaas, directeur Private Banking Van Lanschot Bankiers had daar in zijn presentatie een aantal opmerkingen over. Belangrijkste conclusie van de dialogen is dat het maatschappelijk effectief rendement zeker verbetert indien samenwerking tot stand komt en op afstemming wordt ingezet. De fondsen onderscheiden zich vooral door creativiteit, durf en betrokkenheid. Ook constateert hij veel onbegrip tussen beide waarbij hij als voorbeeld de concurrentie tussen voedselbanken van particulier initiatief en overheid aanhaalt. Teveel overheidsbemoeienis verzwakt de sterktes van de fondsen.

Convenanten tussen overheden en not-for-profits zijn volgens Verbaas noodzakelijk en ook hij haalt het Verenigd Koninkrijk als voorbeeld aan. Hij ziet duidelijk kansen voor de filantropische sector en niet alleen op welzijnsgebied.

 


Fiscaliteit en stakeholders

Marnix van Rij, fiscalist en partner bij Ernst&Young ziet ook een paradigma wisseling. Er ontstaan nieuwe afhankelijkheden met nieuwe ‘stakeholders' waardoor een nieuwe balans ontstaat. En deze veranderingen raken volgens hem ook de fiscale wetgeving. Van Rij: "de fiscale wetgeving op het gebied van filantropie in Nederland is goed". Nederland loopt hier in Europa zelfs voorop. Maar gezien de nieuwe balans kan deze wetgeving nog beter. Zo zou volgens Van Rij bij het opzetten van de maatschappelijke onderneming behoefte zijn aan een duidelijke fiscale paragraaf. Tevens pleit hij gezien de populariteit van MVO voor een nieuwe fiscale interpretatie van het begrip ‘zakelijke gift' om zo de grenzen tussen gift en sponsoring fiscaal te herijken.

 


Samenwerking

Duidelijk is nu de filantropische sector aan de beurt om de dialoog aan te gaan met haar partner de overheid. De partner bedrijfsleven kwam gisteren minder aan bod. De dialoog op zowel lokaal als landelijk niveau zal leiden tot convenanten waarbij het Verenigd Koninkrijk het gidsland is. De filantropische sector zal nu bovendien moeten pleiten voor dat zeer noodzakelijke loket bij de overheid.

 


Voor de sheets van enige van deze presentaties zie www.geveninnederland.nl