Gewapende vrede over omstreden Cbf-spotje

Gewapende vrede over omstreden Cbf-spotje
Gewapende vrede over omstreden Cbf-spotje
12 juni 2013
Nieuws | | Validatie & Toezicht

Het promotiespotje van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) heeft de afgelopen weken veel stof doen opwaaien. Vooral het Instituut Fondsenwerving (IF) stond op haar achterste benen en eiste intrekking van het filmpje. In een open brief blikt Hanneke Lenkens terug op de strijd en het lijkt erop dat het IF de handdoek in de ring gooit. Adri Kemps (CBF) reageert. ‘Het perspectief van fondsenwervers is niet altijd hetzelfde als dat van het CBF.’

Het CBF staat nog steeds achter de keuze voor de promotiespot. ‘Zo lang het CBF gefundeerde klachten ontvangt over misstanden bij goede doelenorganisaties en bijvoorbeeld (commerciële) wenskaartverkopers of andere verkopers van goederen ten behoeve van het goede doel, blijft het CBF het publiek waarschuwen tegen en gemeenten informeren over deze activiteiten’, vindt CBF-directeur Adri Kemps. ‘Vertrouwen moet gefundeerd zijn, dat kan door informatie te verstrekken.’

Standaard antwoord
Het IF zegt echter opvallend veel verontwaardigde en zelfs ronduit woedende reacties op de campagne te hebben gekregen van haar leden. Hanneke Lenkens: ‘Zoveel dat wij ons verplicht voelden een oproep aan het CBF te doen om deze campagne per direct te staken. Dat is tot op heden niet gebeurd. Om ons protest ‘gezicht’ te geven, hebben we onze leden vervolgens gevraagd zelf hun eigen mening direct aan het CBF kenbaar te maken door een klachtenformulier in te vullen. Dat leverde telkens eenzelfde standaard antwoord van de volgende strekking op: ‘Het CBF geeft aan dat het lastig is om aan de buitenkant te zien welk doel te vertrouwen is.’ ‘Het keurmerk is per definitie gericht op onderscheiding.’ ‘Het CBF geeft aan met de campagne een andere doelgroep aan te spreken dan de fondsenwervende instellingen zelf.’ ‘Het CBF is van mening dat als mensen zich informeren, ze met vertrouwen kunnen blijven geven.’ Achteraf heeft het CBF zelf een onderzoek onder de doelgroep van de campagne laten uitvoeren. Onvolledig en het ontkrachtte geenszins de algemeen geuite bezwaren. Bovendien mosterd na de maaltijd’, schrijft Lenkens.

Welk onderzoek?
Kemps vindt het logisch dat de antwoorden van het CBF standaard waren, dat waren de klachten immers ook: ‘Uitgezonderd een aantal klachten met een persoonlijke boodschap van de afzender aan het CBF, betreft het overgrote deel van de ontvangen klachten een standaard door IF opgestelde tekst. Het CBF heeft op alle standaardberichten een standaardreactie teruggestuurd, waarin de zienswijze van het CBF wordt toegelicht. Op specifieke vragen hebben we apart gereageerd.’ Het onderzoek waaraan Lenkens refereert, zegt Kemps niets: ‘Ik ben benieuwd naar welk onderzoek u verwijst in uw brief. Immers, het aanbod van het CBF om gezamenlijk onderzoek te doen naar de effecten van het filmpje hebt u afgewezen.’

Contraproductief
Lenkens: ‘Wij hebben het CBF op allerlei manieren duidelijk willen maken dat de boodschap van de bewuste campagne door de sector in het algemeen en onze leden in het bijzonder als contraproductief en tegen de sector wordt ervaren. Het was misschien niet zo bedoeld, maar het wordt wel zo gevoeld. En die gevoelens behoeven geen nadere onderbouwing: ze worden breed gedeeld.’
Maar zo breed vindt Kemps dat niet. ‘Nogmaals wil het CBF benadrukken dat het filmpje is gericht op het publiek dat geconfronteerd wordt met een verzoek van een goede doelenorganisatie om een financiële bijdrage. De reacties die het CBF tot op heden heeft ontvangen op het filmpje zijn, wellicht een enkele reactie daargelaten, afkomstig van de branche, niet van het publiek. Het perspectief van fondsenwervers is niet altijd hetzelfde als dat van het CBF.’

Tot slot?
Lenkens besluit: ‘Ons punt is gemaakt. Het is zeker niet onze intentie om deze discussie verder op de spits te drijven. Het is zeer spijtig dat het CBF de handschoen niet heeft opgepakt.’ CBF wil nog wel in gesprek met Lenkens. Kemps: ‘Zoals eerder voorgesteld lijkt het ons een goed idee om een goed gesprek hierover te voeren.’ Wordt vervolgd?