Steenbergen op de bres: ‘Het mecenaat is geen pinautomaat’

19 januari 2017

De overheid moet de verantwoordelijkheid voor cultuurfinanciering niet eenzijdig afschuiven op particuliere gevers: het mecenaat is geen pinautomaat. De cultuursector moet zich teweer stellen tegen deze substitutiereflex. Deze stelling en oproep doet mecenaatkenner Renee Steenbergen in NRC Handelsblad aan de vooravond van ‘De Dag van het Mecenaat’.

Zwaar getroffen

Geen enkele andere sector is zo getroffen door overheidsbezuinigingen en zwaar gekort als de cultuursector in Nederland, betoogt Steenbergen, die door stichting ‘Geef om Cultuur’ gefinancierd onderzoek doet naar mecenaat aan de Universiteit Utrecht.

Een kwart van totale kunstbegroting

Sinds 2010 verdween 150 miljoen euro van de cultuurbegroting van het Rijk en met ingang van 2013 liep dat op tot 200 miljoen per jaar: maar liefst 25% van de totale kunstbegroting. Steenbergen: ‘De snelheid waarmee nu van een subsidiesysteem wordt overgeschakeld moet worden naar een geefcultuur vormt een extra probleem.’

Geen communicerende vaten

‘Mecenaat is geen pinautomaat; een relatie met een gever opbouwen kost tijd. En de recessie hielp ook niet mee. Uit mijn onderzoek naar motivatie van particuliere donateurs blijkt bovendien dat vragen om een gift ter compensatie van – dreigende – tekorten slechts tijdelijk effect heeft. Publiek en privaat geld vormen geen communicerende vaten.’

Geen ‘kostenpost’

Volgens Steenbergen moet cultuur weer op zijn eigen inherente waarden worden beoordeeld en niet gezien worden als een ‘kostenpost’. Het verbaast haar dat de cultuursector niet in openlijk protest komt tegen sluiting van musea of afschaffing van regelingen zoals de Monumentenaftrek.
In het publieke debat moet volgens Steenbergen (weer) helder worden dat de overheid uit algemene middelen ook zaken van algemeen nut financiert, ‘zoals de zorg voor een goede culturele infrastructuur, onderhoud van gebouwen en betalen van personeel. Publiek geld is bedoeld om te faciliteren, privaat geld is aanvullend voor het excelleren.’

‘Collective good’

Overgang van een model waarin de overheid financiert naar een marktmodel heeft volgens Steenbergen het risico dat de nadruk op grote gevers het elitaire imago van de sector versterkt, terwijl kunst juist een ‘collective good’ moet zijn en geen privéaangelegenheid.

Calculerende overheid

De relatief grote geefbereidheid van Nederlanders (13% van de bevolking, tweede plaats in Europa na het VK, maar voor Frankrijk) is een indicatie van breed draagvlak, maar de kunstsector moet volgens Steenbergen deze bereidheid niet laten misbruiken door een calculerende overheid ter compensatie van bezuinigen.
Op de bres
Geld is volgens Steenbergen een middel: ‘het doel is mensen door kunst een rijker leven te bieden…Daarvoor moeten we op de bres en het is effectiever als we dat als sector gezamenlijk doen.’
 
♦Bron: NRC Handelsblad
 
►Wilt u voortaan elke donderdagochtend het laatste nieuws, opinies en achtergronden over de wereld van doneren & sociaal investeren? Voor een geheel kosteloos abonnement op DDB Journaal: klik hier.