Gaat Europese Commissie Nederlands kansspelbeleid aanpakken?

15 maart 2006

Onlangs stemde het Europarlement in met het uitzonderen van kansspelaanbieders van de kaderrichtlijn diensten, waardoor de vlieger van het vrije verkeer van diensten niet opgaat. De vreugde lijkt voor de Europese (goede doelen)loterijen echter van korte duur. Eurocommissaris Charlie McCreevy wil zes landen, waaronder Nederland, vermanen omdat hun kansspelbeleid het sociale doel van beheersing van de gokproblematiek voorbij zou schieten.

McCreevy spuwde zijn gal afgelopen week vrijdag in de New York Times. De Euro Commissaris voor de interne markt vindt dat Duitsland, Finland, Zweden, Italië, Nederland en Hongarije loterijen vooral zien als instrument om de schatkist te spekken. Dit terwijl de gedachte achter het bewust scheppen van loterijmonopolies oorspronkelijk was om de sociale problematiek beheersbaar te houden en verslaving tegen te gaan. McCreevy vindt dat wanneer de sociale factor wordt verwaarloosd geen dwingende argumenten aanwezig zijn om commerciële partijen te weren, zoals dat nu in een aantal landen wel gebeurt.

De associatie die de belangen van de Europese loterijen behartigd is het hier niet mee eens, en stelt dat toepassing van de wetten van de vrije markt zal leiden tot een heftige competitie en kleinere marges voor kansspelaanbieders. Zij moeten dan hun omzet verhogen om rendabel te zijn. Ergo: ze zullen burgers moeten aanzetten tot gokken, met alle sociale gevolgen van dien.

Maar wat zijn de uitspraken van McCreevy waard? Tjeerd Veenstra, directeur van de Lotto is somber. “In Europa kunnen vermeende onrechtmatigheden worden aangevochten via de inbreukprocedure. Er wordt dan een klacht voorgelegd aan de Europese Commissie, die kan besluiten de klacht te accepteren en een lidstaat aan te spreken. Voorheen heeft de EC dergelijke klachten van onze tegenstrevers nooit geaccepteerd. De uitlatingen van McCreevy duiden er echter op dat hij er dit keer een zaak van wil maken.”

Wanneer een klacht door de EC wordt geaccepteerd, zal in eerste instantie een brief aan de betrokken lidstaat worden gestuurd waarin de klacht uiteen wordt gezet en om meer informatie en een toelichting wordt gevraagd. Mocht de Europese Commissie de klacht gegrond verklaren, dan kunnen de gevolgen serieus zijn. Veenstra: “Er kan worden afgedwongen dat kansspelwetgeving en -beleid terzake wordt gewijzigd. Ook gaat er een precedentwerking vanuit. Niet gelicenseerde aanbieders van gokspellen kunnen verzoeken om toegelaten te worden tot de markt. Er zijn dan geen gronden meer aanwezig om hen te weren.”

Op 29 maart wordt beslist of de EC inderdaad tot actie overgaat op het loterijendossier. Dat wordt dan het zoveelste hoofdstuk in de liberaliseringsfeuilleton. “Dit is een oorlog op verschillende fronten,” zegt Veenstra. “Het politieke front en het juridische front, in de rechtszaal. Onze tegenstanders zijn vasthoudend. Het einde is nog niet in zicht.”