FTM-journalist Smit over vermogensfonds Ammodo:‘Bestuurlijke elite beschikt over miljard euro met controversiële herkomst’

15 mei 2014
Nieuws | | Vermogensfondsen

Onder de kop ‘Onfrisse filantropen’ publiceerde journalist Eric Smit (foto) in ‘Follow The Money’ een kritische analyse van het grote, maar relatief onbekende cultuur- en wetenschapsfonds Ammodo. Achter Ammodo zit de stichting Optas, dat volgens Smit over een bronvermogen van ruim een miljard euro beschikt. Dat is afkomstig van de verkoop van het havenpensioenfonds aan verzekeraar Aegon. De oud-voorzitter van zowel Optas als Ammodo, wijlen Pierre Vinken, is volgens Smit de kwade genius achter een dubieuze constructie: ‘Een piepkleine bestuurlijke elite wikt en beschikt over een miljard euro met een controversiële herkomst.’ Stichting Optas wil desgevraagd niet inhoudelijk te reageren op het artikel van Smit en het onderhavige verslag daarvan in Filanthropium Journaal onder verwijzing naar een verklaring uit 2010.

FTM-journalist Eric Smit, bekend o.a. van zijn boek over en vete met Nina Brink, komt in zijn artikel (5 mei 2014) niet met andere feiten, dan waarover Filanthropium (FM) al op 25 mei 2011 berichtte. Wel schetst Smits een gedetailleerd beeld van moreel verwerpelijk bestuurlijk gedrag. De inmiddels overleden Pierre Vinken zou daarbij een centrale rol hebben gespeeld. Betrokkenen – onderwie oud-FNV vakbondsbaas Agnes Jongerius - erkennen (o.a. tegenover Volkskrant-journalist Gijs Herderschêe) dat bij de verzelfstandiging en omzetting van het pensioenfonds van stichting P.V.H. (Pensioenfonds voor de Haven) naar Optas Pensioenen N.V. in 1997 onvoldoende aandacht is geweest voor het mandaat van de bestuurders van Optas. Iedereen ging er vanuit dat alle middelen wel ten bate zouden komen van de oudedags- en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen van de havenwerkers. Volgens Smit vertrouwden werkgevers en bonden daarbij op de vijf bestuurders van de stichting Optas: Pierre Vinken, oud-topman uitgeefconcern Reed-Elsevier, ex-ABN Amro-bankier Paul Ribourdouille, de voormalige gouverneur van Limburg en directielid bij beleggingsconsortium Robeco Sjeng Kremers, investeerder Paul Deiters, en de directeur van de het pensioenfonds P.V.H. Pieter Rietbergen.

Volledige volmacht
De statuten van Optas gaven de bestuurders vrijwel volledige volmacht. De sociale partners realiseerden zich volgens Smit ook niet goed dat bij de omzetting de stichting eigenaar werd van de waarde van de pensioenverzekeraar en dat ze over de aanwending van die waarde schriftelijke afspraken hadden moeten maken. Eventuele bezwaren bij de bestuursleden werden gladgestreken met de uitkering van 3,5 miljoen gulden per bestuurslid, aldus Smit. Volgens de journalist herhaalde Vinken hiermee een reeds in 1972 geslaagde operatie: het volledig uitbuiten van het juridisch eigenaarschap van een stichting om de opbrengsten naar eigen goeddunken aan te wenden.

Geen enkele vorm van toezicht
Smit: ‘Bij stichting Optas werden in 2000 en 2003 statutenwijzigingen doorgevoerd die Vinken en zijn bestuur in staat stelden om de opbrengsten van de aandelen van het pensioenfonds aan te wenden ‘op een wijze die de stichting goeddunkt’. Deze fundamentele wijzigingen hoefden de vijf bestuurders – die onder geen enkele vorm van toezicht vielen-  niet bij sociale partners te melden en dat deden ze dan ook niet. Vanaf 2003 kon het te verkrijgen kapitaal (volgens de statuten was het optioneel, aldus Smit) voor doelen met een ‘algemeen maatschappelijk belang met een culturele, ideële of sociale strekking’ worden aangewend.’
De havenarbeiders, vakbonden en werkgevers waren zich nergens van bewust toen de juridische wijzigingen zich in alle stilte achter hun ruggen voltrokken, stelt Smit.

‘Diefstal’
De bestuurders van de stichting Optas maakten in 2007 het pensioenfonds te gelde. Na een eerdere aankooppoging in 2001 betaalde verzekeraar Aegon in 2007 de stichting Optas 1,5 miljard voor het pensioenfonds. De 1,5 miljard die in stichting Optas terechtkwam, konden de vijf bestuurders volgens Smit ‘nu vrijelijk aan culturele projecten gaan gunnen’.
De havenarbeiders en bestuurders spraken destijds openlijk van ‘diefstal’. De kwestie leidde tot zeer verhitte (politieke) debatten en rechtszaken. Smit: ‘Velen vonden én vinden dat de verkoopopbrengst van het pensioenfonds toekomt aan de pensioenen van vele duizenden havenarbeiders die daar daarvoor jaren hebben gewerkt. Niet aan een handjevol kunst – en wetenschapsliefhebbers die naar eigen goeddunken het kolossale kapitaal beheren en uitdelen en daar nauwelijks enige verantwoording voor afleggen.’

Slepende juridische strijd
Juridisch bleek er vervolgens weinig te halen. In 2007 rapporteerde de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Piet-Hein Donner, al dat hij er weinig tegen kon doen. Stichting Belangenbehartiging PVH haalde in 2009 bakzeil bij zowel de Haagse rechtbank als bij de Amsterdamse Ondernemingskamer. De raadsheren plaatsten niettemin vraagtekens bij het handelen van Vinken en zijn bestuur: ‘De opstelling van (het bestuur van) Stichting Optas in deze kwestie komt de Ondernemingskamer dan ook bepaaldelijk als geenszins vanzelfsprekend voor.’
In 2010 besloten de belangenbehartigers van de havenarbeiders om met stichting Optas voor 500 miljoen euro te schikken. Bij die schikking tekende de stichting BPVH een vaststellingsovereenkomst die hen verbood ooit nog iets over de kwestie naar buiten te brengen. BPVH voerde daarnaast een jarenlange strijd met verzekeraar Aegon. Vorige maand werd de slepende kwestie geschikt voor 188 miljoen euro.

€4,6 miljoen voor 27 projecten
Ammodo is volgens haar eigen website een Algemeen Nut Beogende Instelling met als statutaire doelstelling: ‘het, zonder winstoogmerk, verlenen van (financiële) steun aan of het zelf realiseren van projecten van algemeen maatschappelijk belang met een culturele, ideële of sociale strekking.’ Binnen de statutaire doelstelling bevordert Ammodo (beeldende en podium-)kunst en wetenschap en richt zich daarbij op projecten die naar internationale maatstaven een bijzondere plaats innemen.
Vorig jaar werd besloten het beleid op het gebied van wetenschap in te vullen door het ongebonden fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in Nederland te bevorderen. Hiertoe is in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen de zogenoemde  Ammodo KNAW Award ingesteld. De Award is bedoeld voor excellente onderzoekers die niet langer dan 15 jaar geleden zijn gepromoveerd. De award beslaat het gehele wetenschappelijke veld. Per vakgebied worden twee prijzen van €300.000 uitgereikt. Dat geld moet worden besteed aan het verrichten van ongebonden fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Volgens het jaarverslag 2012 verstrekte Ammodo voor ruim 4,6 miljoen euro aan 27 projecten.

‘Dubbelrol’
Het huidige Ammodo-bestuur bestaat uit: prof. dr. S. Perrick (voorzitter), prof. dr. A. Meijerink (bestuurslid), mr. M.H. Reuchlin (bestuurslid), prof. mr. drs. C.H. Sieburgh (bestuurslid) en mr. J.P.F.M. Rietbergen (secretaris). De website vermeldt: ‘Overeenkomstig het beleidsplan hebben Bestuurders geen recht op loon jegens Ammodo. In redelijkheid gemaakte onkosten en vacatiegelden worden aan bestuurders vergoed.’ Welke onkosten en vacatiegelden, wordt noch op de website noch in het jaarverslag 2012 vermeld.
Over bestuursvoorzitter Perrick meldt journalist Smit: ‘Bij de omzettingen (van pensioenfonds naar stichting Optas, red.) was een opmerkelijke dubbelrol weggelegd voor de huidige voorzitter van stichting Ammodo, de Limburgse notaris advocaat Steven Perrick. Weekblad Elsevier onthulde in 2009 dat Perrick in februari 2002 voorwaardelijk in het bestuur van de stichting Optas werd benoemd. Het was ook Perrick, toen nog werkzaam voor het advocatenkantoor Freshfields Bruckhaus Deringer, die in zijn rol van notaris in 2003 de akte van de statutenwijziging liet passeren.’
In zijn eigen LinkedIn-profiel, waarin zijn voorzitterschap van Ammodo ontbreekt, omschrijft Perrick zich als volgt: ‘Als advocaat ben ik werkzaam bij Spinath&Wakkie B.V. Tevens ben ik als hoogleraar bijzondere onderwerpen Notarieel Recht (verdiept vennootschapsrecht) verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast ben ik oud-notaris, lid van de Asser adviesraad, annotator voor de Nederlandse Jurisprudentie, bestuurder en commissaris bij diverse vennootschappen en stichtingen. Ook ben ik van 1988 tot 2002 bijzonder hoogleraar effectenrecht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam geweest.’

Reactie Ammodo
Gevraagd om een (weer)woord van Ammodo naar aanleiding van de ‘reconstructie’ en oordelen van journalist Eric Smit, laat een woordvoerder het volgende weten aan Filanthropium Journaal:
‘Stichting Optas (sinds januari 2013 Stichting Inphykem) heeft met Stichting BPVH in 2010 een schikking gesloten. Het gezamenlijke persbericht treft u hierbij aan (zie hierna, red.). Zoals u kunt lezen is voor beide partijen de zaak afgedaan. Stichting Optas acht een reactie op uw artikel daarom overbodig ook al bevat het vele feitelijke onjuistheden.’

Lees hier het commentaar n.a.v. dit artikel

Meer informatie:
www.ammodo.org (o.a. jaarverslag 2012)
Platform ‘Follow The Money’: www.ftm.nl/exclusive/onfrisse-filantropen
Artikel
FM (mei 2011): klik hier

Het persbericht waaraan Stichting Optas in haar reactie refereert betreft een gezamenlijke verklaring uit 2010 (bron: www.havenpensioen.nl):

Persbericht
20-04-2010

Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (Stichting BPVH) en Stichting Optas berichten hierdoor dat partijen op 16 april 2010 tot een oplossing van het geschil over de havenpensioenen zijn gekomen. De overeengekomen oplossing houdt in dat door Stichting OPTAS een eenmalige dotatie wordt gedaan van € 500 miljoen ten behoeve van pensioenverbetering. Met deze dotatie kunnen de aanspraken van gepensioneerden, premie-vrije deelnemers en actieven die thans zijn ondergebracht in OPTAS Pensioenen N.V. in één stap substantieel worden verbeterd.

De achterbannen van Stichting BPVH (de OPTAS-verzekerden en de havenwerkgevers en -werknemers) hebben hun steun uitgesproken ten gunste van het bereikte resultaat.

Partijen spreken over en weer hun respect en waardering uit voor de zorgvuldige en evenwichtige wijze waarop door ieder van hen met de bereikte regeling invulling is gegeven aan de behartiging van de aan ieder van hen toevertrouwde statutaire belangen.