Filantrokapitalisme: wel of niet een MC Escher-waterval?

Filantrokapitalisme: wel of niet een MC Escher-waterval?
Filantrokapitalisme: wel of niet een MC Escher-waterval?
16 januari 2018
Opinie | | Filantropie

Er zijn feiten die ogenschijnlijk lastig met elkaar te rijmen zijn. Zo is er de afgelopen jaren minder armoede en meer scholing als mondiaal gemiddelde. Da’s mooi. Tegelijkertijd groeit de vermogenskloof tussen een zeer kleine groep extreem vermogenden en de rest van deze planeet tot duizelingwekkende proporties. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis bezit één procent van de rijkste mensen op deze planeet meer dan vijftig procent van het totale vermogen. De vijfhonderd aller-allerrijksten ter wereld werden vorig jaar ruim €840 miljard rijker. Volgens Bloomberg bezat de top 500 op Tweede Kerstdag 4340 miljard euro: dat is bijna zesmaal onze rijksjaarbegroting.
 
Hoewel steeds meer multimiljardairs gevoelig lijken voor de oproep om de helft van hun vermogen voor goede doelen te bestemmen (The Giving Pledge), overweegt volgens initiatiefnemer Gates nu slecht tien tot vijftien procent van de filthy rich om (een deel van) het vermogen te filantropiseren. De nieuwe, extreme rijkdom creëert zo ook weer nieuwe armoede en ongelijkheid. En zorgt dus ook voor een langdurige voedingsbodem voor filantropie. Het roept het beroemde beeld op van M.C. Eschers vicieuze waterval.
 
Toch is er reden voor optimisme. Selfmade miljardairs als Gates en Buffet laten zien dat filantropie naast de immer noodzakelijke directe bed-bad-brood-hulp ook gericht moet zijn op de oorzaken van problemen en het aanpakken daarvan. De winnaars van het kapitalisme zijn uit hun aard probleemoplossers en innovators en gewend om te sturen op impact.
Een cynische benadering kan zijn dat die zelfs van het redden van de wereld een ‘verdienmodel’ weten te maken en met hun invloed en persoonlijke voorkeuren een bedreiging vormen voor de democratie, maar daarmee overschatten zij hun rol waarschijnlijk. Complexe, mondiale problemen kunnen niet meer alleen opgelost worden door regeringen, bedrijven of Dagobert Duckende burgers. Armoede, honger en klimaat vragen om een gezamenlijke oplossing van de genoemde actoren in de ‘gouden driehoek’.
Filantropie, tot slot, is ook geen exclusieve taakstelling voor welgestelden. Het gaat niet alleen om bankvermogen, maar juist om vermogen tot inspireren en aanjagen, waardoor goede doelen zich ultimo lachend kunnen opheffen. Dat is een saldo-onafhankelijke opdracht voor ons allemaal.
 
En met die stichtende gedachte wensen wij u een voortreffelijk filantropisch 2018.