Emoties rond nalaten: wél aan goede doelen, niet aan familie…

Emoties rond nalaten: wél aan goede doelen, niet aan familie…
Emoties rond nalaten: wél aan goede doelen, niet aan familie…
24 april 2018

'Zij die dachten nog koffie te komen drinken, jullie hebben pech. Jullie hadden kunnen komen toen ik nog leefde'. Schenker Theo Verstappen (98) liet deze boodschap voor zijn familie in 2012 in zijn rouwadvertentie zetten. Na zijn dood in 2012 bleek de ongetrouwde en kinderloze Verstappen aan elf goede doelen flinke legaten te doneren, waaronder het Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen en het Leger des Heils. Het Noord-Brabants Museum in Den Bosch kon mede dankzij die erfenis een Van Gogh-schilderij aankopen, zo maakte het vorige week bekend. 
 
Uit Verstappens rouwadvertentie spreekt verwijt - zijn niet-naaste familie kwam kennelijk zelden of nooit langs - maar ook rancune. Alleen zijn petekind en naamgenoot en diens vrouw bezochten hem de laatste twintig jaar regelmatig, zeker sinds oom aan dementie leed. Hoewel Verstappen zijn neef aanwees als executeur testamentair, erfde de man slechts vijfhonderd euro. En dat terwijl Theo Verstappen een vermogen verdiende in de VS als directeur van een autofabriek en dankzij succesvolle beleggingen. 
‘Uiteindelijk moet hij natuurlijk zelf weten wat hij met zijn centen doet’, aldus de neef die zelf fietsenmaker van beroep is. Hij zegt dat het hem ‘niet veel uitmaakt’ dat hij nauwelijks erft en toont zich blij met de gratis museumkaart die het Bossche museum hem aanbood.

Voor de buitenwereld komt Verstappens besluit jegens deze zachtaardige neef nogal kil over. Ook echtgenotes en kinderen worden geregeld - grotendeels - onterfd, terwijl hun man of vader wél legateert aan goede doelen. Alleen al in de cultuursector is er een reeks bekende voorbeelden. De ondernemer Jan van der Togt bijvoorbeeld liet al zijn geld na aan het kunstmuseum dat zijn naam draagt en in 1991 opende in Amstelveen. Toen Van der Togt in 1995 overleed, bleek hij ook zijn resterende vermogen aan het museum te legateren. Zijn kinderen kregen weliswaar hun wettelijke kindsdeel van de erfenis, maar spanden een rechtszaak aan tegen het stichtingsfonds. Het bestuur koos voor een schikking want wilde geen reputatieschade voor het museum; als gevolg daarvan is het museum nu afhankelijk van sponsors voor tentoonstellingen en aankopen. 

De erfgenamen van de verzamelaar Frits Lugt begonnen 15 jaar na zijn dood - in 1970 - nog een rechtszaak tegen Lugt’s beslissing om het leeuwendeel van zijn vermogen na te laten aan de Fondation Custodia in Parijs, die zijn collectie beheert. Vooral de kleinkinderen wilden geld zien, wat betekend had dat een deel van de verzameling verkocht had moeten worden. 

Recent is er veel media-aandacht geweest voor het legaat van Arend Broekhuis, die zijn hele vermogen - maar liefst 26 miljoen euro - legateerde aan het Leger des Heils en De Zonnebloem. Zijn testament staat ter discussie, omdat hij dementerend zou zijn geweest toen hij dat niet lang voor zijn dood wijzigde. Zijn echtgenote en haar dochters zijn inmiddels in hoger beroep gegaan, omdat de betreffende goede doelen niet wilden schikken. 

Voor naaste familie is het heel kwetsend als postuum blijkt dat zij onterfd zijn; dat voelt als een daad van agressie en vernietigt het familiegevoel. Het zou goede doelen sieren als zij zich humaan opstellen in het naar de letter accepteren van nalatenschappen waarbij de familie wordt uitgesloten. Niet voor niets heeft het Britse Institute of Fundraising in zijn gedragscode opgenomen dat fondsenwervende organisaties er goed aan doen begunstigers te vragen hun motieven vast te leggen als zij het goede doel bevoordelen bóven de familie. In The Fundraiser nummer 2, dat in juni verschijnt, besteden we aandacht aan problemen rond nalaten.

Bottom line hierin lijkt mij dit: wie aan goede doelen geeft en in die zin goed doet, zou alle betrokkenen humaan moeten behandelen. Ook familie met wie misschien strubbelingen zijn. Theo Verstappen was juridisch niet verplicht zijn neef iets na te laten, maar in moreel opzicht had hij wel degelijk een verplichting naar zijn loyale petekind. Hem een appeltje voor de dorst nalaten was een blijk van erkentelijkheid geweest en een bevestiging van de familieband.