Dubbel gevoel bij start Kerkbalans

17 januari 2006

Op 12 januari werd de jaarlijkse actie Kerkbalans gepresenteerd. Ja, het gaat nog altijd goed met de inkomsten. Nee, de toekomst ziet er niet onverdeeld rooskleurig uit. Maar nieuwe fondsenwerf- en communicatie-activiteiten zijn in voorbereiding. Dat werd tijd!

De ‘stille reus’ blijft zeer actief
Ook dit jaar weer wordt in de tweede helft van januari overal in Nederland bij leden van kerkgenootschappen ‘de envelop’ bezorgd en later gevuld opgehaald door lokale vrijwillligers. 
Het gaat al jaren prima met de gemeenschappelijke geldwerving van vijf grote samenwerkende kerkgemeenschappen: het R.K. kerkgenootschap, de Protestantse Kerk Nederland, de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, de Remonstrantse Broederschap en de Oud-Katholieke Kerk Nederland. Maar liefst 42% van de Nederlandse bevolking is aangesloten (soms niet meer praktiserend of actief kerkgaand) bij deze vijf gemeenschappen; dat zijn 6.8 miljoen Nederlanders. Op centrale levensmomenten als doop, huwelijk en dood blijken kerkelijke rituelen nog steeds een zeer belangrijke rol te spelen. Elk weekend gaan ruim 800.000 Nederlanders naar de kerk.

Achterban vergrijst
Niets aan de hand dus, zou je zeggen. Die 6,8 miljoen mensen kunnen samen heel wat geld opleveren. Elk jaar levert Kerkbalans dan ook méér geld op. De katholieken leveren gemiddeld € 24,85 per jaar, de protestanten € 107,04. Geheel conform het beeld dat ook andere fondsenwerf-activiteiten laten zien. De opbrengst van Kerkbalans stijgt nog steeds elk jaar gestaag. In 2004 tot een record van ruim € 380 miljoen. Theo Schuyt noemt de kerken niet voor niets: ‘de stille reus in de filantropie.’
Toch is er beslist reden tot zorg. En daarover gaan de toespraken op de jaarlijkse presentatie van de nieuwe Kerkbalans-campagne dan ook al jaren. Want de achterban van de kerken vergrijst en dat betekent onherroepelijk dalende inkomsten in de toekomst.
D. Bijl, voorzitter van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving, wijst er ook dit jaar op: “Er komt onherroepelijk een kantelmoment. De meest betrokken generaties zullen binnen enkele decennia overleden zijn. De volgende generaties voelen doorgaans een veel lossere band met de kerk en dat zal zich zeker weerspiegelen in hun financiële bijdrage.”

Monumentale kerken zijn peperduur
Naast deze ontwikkeling is er de immense kostenpost waarmee kerkgenootschappen geconfronteerd worden: onderhoud en restauratie van monumentale kerken. De immer stringenter wordende voorschriften vanuit Den Haag en Brussel omtrent veiligheid en inrichting kosten ook handenvol geld en heel veel tijd.
J. Klok, secretaris van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving, klaagt hier al jaren over. “Kerkgemeenschappen moeten zelf voor hun kosten opdraaien, maar de overheid verklaart de gebouwen wel steeds vaker tot monument.” Op dit moment hebben 4000 van de 7000 kerkgebouwen in Nederland de monumentstatus. Tot 2011 komt er geen nieuwe geld beschikbaar voor rijksmonumentale kerken. Klok: “En de vraag is wat er van de achterstallige subsidies terecht komt. Onaanvaardbaar.” Want, zo betoogt Klok: “Kerkgenootschappen zijn eigenlijk geen monumentenzorgers, die hebben allereerst een andere taak.”
Ook die andere taak groeit: de samenleving doet een steeds groter beroep op de sociale en pastorale functie van de kerk. Dat kost allemaal véél geld.

Meer aandacht voor spiritualiteit en zingeving
Voor de grotere gedachten was op 12 januari kardinaal Simonis aanwezig, met een vlammend pleidooi voor naastenliefde, respect, waarden en normen. Zaken die de maatschappij zo graag ziet, en die voor kerkgenootschappen al sinds jaar en dag de core business vormen.
Simonis: “In onze geseculariseerde samenleving is het niet vanzelfsprekend dat godsdienstige waarden een plaats krijgen. (…) We missen de richtinggevende waarden die ons de zekerheid geven dat we samen moeten zorgen voor een samenleving waar iedereen een plaats kan hebben.(…) Ieder voor zich en God voor niemand.”
Toch constateert Simonis met genoegen dat godsdienst en zingeving weer meer ruimte lijken te krijgen in het publieke domein. “De eerste tekenen van een omslagpunt naar steeds meer belangstelling (maar meer ook niet) voor spiritualiteit en religie?”
Simonis schuwt de zelfkritiek niet: “Als ons belijden lauw of laf is, of ons handelen achterblijft bij ons belijden, zijn wij Christenen dan nog geloofwaardig?”

Professionele fondsenwerving en onderzoek
Hoe inspirerend en zinnig Simonis’ toespraak ook was, de meeste aandacht ging naar de eerste ontwikkelingen op het ‘moderne fondsenwerf-pad’, zoals een aanwezige het noemde. Het Katholiek Nieuwsblad sprak zelfs over “het beeld dat werd bepaald door mannen in maatpak en vlotte dames, professionals van marketingbureaus.”
In het voorjaar van 2005 is de Interkerkelijke Commissie Geldwerving in zee gegaan met een drietal bedrijven/instanties om de wat belegen werving nieuw leven in te blazen: WWAV, VU/Windesheim en KASKI. VU/Windesheim heeft dit jaar een pilot-onderzoek gedaan onder 2000 adressen naar het gebruik van sms en website.
WWAV heeft als thema gekozen: Verdiepen en Verbreden.Verdiepen geldt allereerst voor de bestaande trouwe kerkelijke achterban, verbreding is gericht op een zeer grote groep niet-betalende randkerkelijken.
De eerste resultaten zijn hoopvol: randkerkelijken zien wel degelijk de waarde van kerken en zijn, mits hun daarom gevraagd wordt, ook bereid daar aan bij te dragen. Kleinschalige experimenten met telemarketing en DM zijn veelbelovend: 17% van de binnen de proef benaderde protestanten en 25% katholieken zegden een bijdrage toe van gemiddeld € 55 per jaar.

Enorm potentieel; vernieuwing essentieel
Deze eerste signalen zorgden voor een optimistische stemming op de persconferentie van 12 januari. Waarschijnlijk terecht: iedereen met enig inzicht in kerkelijk Nederland voelt wel aan dat de ‘stille reus’ nog veel groter kan worden wanneer ook de niet-traditioneel kerkelijken ingeschakeld worden. Een ding is dan wel van levensbelang: een meer professionele en moderne uitstraling van de communicatiemiddelen. Want op dat gebied hebben de Kerkbalans-acties een droevige reputatie: de ene folder oogt nog meer jaren 50 dan de andere…
Een belangrijke vraag blijft voorlopig door alle betrokkenen onbeantwoord: wanneer wordt de eerste Kerk/Moskee-balans gepresenteerd? Kijkend naar de ontwikkelingen in kerkelijk/religieus Nederland mag dat toch zeker geen twintig jaar meer duren…