Deedmob: pragmatisch idealisme übert het vrijwilligerswerk

Boudewijn Wijnands en Deedmob: new kids on the block.
Boudewijn Wijnands en Deedmob: new kids on the block.
7 juli 2018
Nieuws | | Vrijwilligers

Start ups, new kids on the block, disruptors… Het aantal nieuwe online tech-driven initiatieven in het maatschappelijk middenveld is zo groot, dat je ze niet allemaal op de radar kunt hebben. Maar het van oorsprong Nederlandse Deedmob is een stip die snel groter wordt op het scherm. En niet alleen in Nederland. Het online platform dat vrijwilligers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheidsinstellingen met elkaar verbindt is bezig aan een schijnbaar onstuitbare opmars. De Dikke Blauwe sprak met oprichter en Generation Y’er Boudewijn Wijnands (26) over zijn ambities om de sociale sector revolutionair te veranderen. Idealen? Ze hebben weer een nieuwe naam.

Deedmob’s genesis-verhaal

Elke organisatie heeft een genesis-verhaal. Dat van social enterprise Deedmob laat zich eerder lezen als een jongensboek dan een entrepreneursbijbel. Tijdens hun studie aan de University of Oxford hadden de founders van Deedmob - Boudewijn Wijnands, David Furlong en founding team members Tycho Onnasch en Hendrik-Jan Overmeer- een gezamenlijk inzicht. Ze realiseerden zich dat vrijwilligerswerk wel eens de oplossing zou kunnen zijn voor de grote maatschappelijke problemen van onze tijd: jeugdwerkloosheid, vergrijzing, polarisatie in de maatschappij en een gebrek aan duurzaam denken binnen het bedrijfsleven. Als we allemaal wat meer betrokken zouden raken bij de maatschappij om ons heen, zouden we de problemen dan niet beter leren begrijpen en samen zorgen voor oplossingen? En werkt vrijwilligerswerk daarbij niet als een tweesnijdend zwaard voor de Generatie Y en later: goed voor de maatschappij, maar ook voor jezelf? Iedereen wil toch nieuwe vaardigheden leren, nieuwe mensen ontmoeten en een zinvolle invulling aan zijn tijd geven?

Tom Poes, verzin een list

De Deedmob-vrienden kwamen er al snel achter dat de organisatie van vrijwilligerswerk hopeloos versplinterd is en dat maatschappelijke organisaties grote moeite hebben met het aantrekken van jonge mensen, het meegaan met technologische ontwikkelingen en samenwerkingen met bedrijven. Dat laatste is een gemiste kans. Steeds meer bedrijven zijn immers op zoek naar manieren om hun maatschappelijke impact te verbreden en hun werknemers op nieuwe manieren uit te dagen door middel van maatschappelijke relevante activiteiten: millennials en jonger werken het liefst voor maatschappelijk bewust opererende for profits. En de traditioneel zachte sector van het vrijwilligerswerk zucht onder een stoffig imago en ontbeert volgens de Deedmob een hardere, bedrijfsmatige analyse en aanpak. En de feeling voor wat de nieuwe generaties bindt en boeit. Tom Poes, verzin een list! Die kwam er.

Geen website, maar een platform

Het idee van Deedmob (een hippe combi van Deed & Mobilizing) lijkt in de basis op de vele andere online initiatieven die vrijwilligers matchen met maatschappelijk werk. Maar in de technologie, uitwerking en het ‘verdienmodel’ komt snel een aantal verschillen aan het licht. Iedereen die kennis of tijd beschikbaar willen stellen voor de samenleving kan zich aanmelden bij de online Deedmob-community. Groen en rijp. Oud en jong. Maar vooral jong, zoals hierna zal blijken. Vrijwilligers kunnen zoeken naar projecten in hun eigen omgeving, door te filteren op locatie, duur van het vrijwilligerswerk en type projecten. Daarbij kunnen ze hun vrijwilligerswerkervaring bijhouden op een persoonlijke pagina en de organisaties waarvoor ze zich inzetten kunnen een beoordeling achterlaten. Hierdoor ontstaat een levend dossier. Hierin onderscheidt Deedmob zich van de bestaande websites die alleen vraag en aanbod van vrijwilligerswerk bij elkaar brengen.

Werknemersvrijwilligerswerk
Aan de vraagzijde maken goede doelen, maatschappelijke organisaties en verenigingen gratis gebruik van het platform. Ze kunnen aangeven naar wie ze op zoek zijn, mensen inroosteren en bijhouden wie wat doet met Deedmob-tools om de vrijwilligers te ‘managen’. Bedrijven en gemeentes betalen een maandelijks bedrag voor hun gebruik. Voor gemeentes is Deedmob een manier om bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden en vluchtelingen te laten participeren in de maatschappij en stap voor stap naar betaald werk te begeleiden. Vrijwilligerswerk wordt dan als een manier gezien om nieuwe vaardigheden te leren, op weg naar werk. Bedrijven stimuleren werknemers om zich een paar uur per maand tijdens werktijd in te zetten voor de maatschappij: het opkomende ‘werknemersvrijwilligerswerk’. Deedmob is interessant voor die bedrijven doordat het helpt bij de selectie van vrijwilligersprojecten die het beste aansluiten op de core business.

Start met A-merken

De oprichters van Deedmob begonnen niet met kruidenieren. Ze ontwikkelden hun platform met grote merken als Het Nederlandse Rode Kruis, Wereld Natuur Fonds, Unicef, Red Bull, Microsoft en UPS. Intussen bestaat het team uit zeven full-time werknemers, drie stagiaires en meer dan 60 student-ambassadeurs die Deedmob helpen zijn missie in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS te bereiken.
Tot zover de hosanna-verhalen. Hoog tijd voor een interview met Founder en CEO  Boudewijn Wijnands.


DDB: Veel start ups beginnen als een raket, maar gaan uit als een stofzuiger. Aan ambities geen gebrek, maar duurzame resultaten is een ander verhaal. In de Dikke Blauwe 4 Jaargids tellen we bijna 15 (!) online vrijwilligersplatforms en dan zijn we er vast ook nog een paar vergeten…
Wijnands: ‘Wij begrijpen die scepsis. Maar hier zijn de feiten. Waar andere vrijwilligersmatchingwebsite vijf of zes nieuwe vrijwilligers per week recruteren, groeien wij organisch, zonder dat we nog los zijn gegaan in de publiciteit, met meer dan het tienvoudige  per week. We zijn nu al de grootste, hoe je ook meet. Ook zijn we succesvol in het reactiveren van bestaande vrijwilligers. We zijn dus veel effectiever dan de bestaande platforms. En ja, het landschap is enorm gefragmenteerd, maar dat is juist het probleem dat we willen oplossen. Er gaat zoveel positieve maatschappelijke energie verloren.’
 
EV: Het is jullie ambitie om corporate volunteering beter te faciliteren. Is dat voor het verdienmodel?
Wijnands: ‘Nee. We doen dat niet alleen omdat we daarmee onze kosten kunnen terugverdienen. Er is ook een idealistische motivering. We willen de versplintering tegengaan. Alleen door effectiever samen te werken tussen bedrijven, goede doelen, universiteiten en andere stakeholders kunnen we grote, complexe problemen oplossen. Wij geloven dat bedrijven in combinatie met andere actoren veel succesvoller en effectiever zullen zijn dan nu het geval is. Echt, het klimaatprobleem wacht niet op discussies over verdienmodellen. We moeten het nu aanpakken, met alle stakeholders.
En in de sociale sector is aan idealisme geen gebrek, maar sturen op impact en het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken is een ander verhaal.’
 
DDB: Hoe komt dat? Wat is jullie analyse?
Wijnands: ‘Jezelf meetbaar en transparant maken op effectief behaalde resultaten is heel oncomfortabel voor veel maatschappelijke organisaties. Soms lijkt het er wel op alsof die organisaties niet gebaat zijn bij de oplossing van een probleem. Er zit geen (financiële) reward aan het einde. Er zijn belangen om de organisatie in stand te houden. Wij geloven dat je voorbeelden moet stellen en impactvolle projecten als vliegwiel gebruiken.’
 
EV: Jullie zijn aanhangers van Peter Singers’s ‘effective altruism’ begrijp ik? Die botst op dit moment wel stevig met de conventionele school die deze stroming ziet als maatschappelijk goed doen met alleen het hoofd, zonder hart.
Wijnands: ‘Het is een misverstand te denken dat emotie of gevoel geen plek meer heeft in meer impactgericht handelen. Hoe maak je meetbaar dat een ouder iemand eenzaam is ja of nee? Je kunt niet zeggen, mevrouw Jansen hoe blij bent u nu na dit gesprek? Maar wat je wel kunt meten, is hoeveel mensen je hebt gesproken de afgelopen maand en met welke middelen? Emotie kun je misschien niet objectief meten, maar wel hoe effectief die emotie gericht kan zijn. Daarom is het bijhouden en analyseren van een goede dataset zo belangrijk.’
 
EV: Even terug naar jullie genesis-moment in Oxford. Hoe zit dat precies met jullie idealistische motief om de betrokkenheid van mensen bij community en samenleving weer nieuw leven in te blazen. Dat is bepaald weerbarstige materie voor de generaties die zijn gepamperd in de Nederlandse verzorgingsstaat. Zijn die generaties nog te ‘reprogrammeren’, of zetten jullie vooral in op de Generatie Y en jonger, de zogenoemde pragmatische idealisten?
Wijnands: ‘Dat laatste klopt en zie je ook in onze database. Het zijn de 35-minners die naast hun werk, of naast hun studie, zelf initiatieven of goede doelen opzetten. En die dat veel meer pragmatisch zien: ‘dit is de tijd die ik heb en hoe kom ik dan van A naar B’?
We zien op dit moment ook dat veel mensen onzeker zijn over hun toekomst in tijden van Trump, Brexit en geopolitieke onrust. Hoe gaat de samenleving eruit zien? Hoe gaat technologie onze banen veranderen? Hoe snel stijgt de zeespiegel? Dat zijn zaken waar ze weinig greep op hebben. Dat geldt niet voor hun directe omgeving: verander de wereld, begin (vlakbij) jezelf. Maar dus wel heel praktisch ingestoken: stop talking, start doing.
Deedmob zelf is ook een uitdrukking van die gedachte. Ons platform bergt drie essentiële elementen in zich: een nieuwe mobilisatie van vrijwilligers; gratis techtools om de maatschappelijke initiatieven een boost te geven en oplossingen voor problemen in de samenleving. Door vrijwilligers, maatschappelijk middenveld, overheid en bedrijven aan elkaar te koppelen gaan we voor elkaar krijgen wat deze afzonderlijke stakeholders gewoon niet lukt. Deedmob faciliteert een sociale revolutie.’
 
EV: Maar nu even een gewetensvraag die vooral wordt gesteld door de babyboomers met een ‘Moeder Theresa-complex’. Is Deedmob voor de pragmatische idealisten toch niet eerder een handige cv-enforcer die uiteindelijk moet leiden naar een goed betaalde baan?
Wijnands: ‘Ik zou bijna zeggen dat de jonge generatie een stuk oprechter is dan al die moeder Theresa’s, omdat ze eerlijker zeggen dat ze ook nog andere dingen ervan leren en er persoonlijk profijt van hebben. Eerlijker dan de babyboomers die allemaal wel graag voorzitter willen worden van een goede doelenclub onder het mom van puur altruïsme. Daar geloof ik niet zo in. Ik zie dat te vaak als dekmantel voor schijnheiligheid. Door mensen die hun financiële schaapjes allang op het droge hebben. Terwijl mijn generatie al puin ruimend nog maar moet afwachten of we ooit wel een pensioen zullen krijgen.’
 
DDB: En hoe zit het met jullie eigen drijfveren? ‘Deedmob, dat zijn toch een paar handige jongens die een verdienmodel hebben bedacht? Die smeren er een mooi ideëel sausje over en die gaan straks naar de beurs, cashen en binnen.’ En wat zeg jij dan?
Wijnands: ‘Nou, dit. Kijk naar onze verdienmodellen die honderd procent transparanter zijn dan wat er tot nu toe is gebeurd. Wij vragen niets van goede doelen, alles is gratis. We zijn niet afhankelijk van subsidie. We doen zaken met bedrijven die het kunnen betalen en voor de overheid die we geld helpen besparen door mensen naar werk te geleiden. Hoe meer wij daardoor verdienen, hoe meer impact wij teweeg kunnen brengen. Dus we hebben ook de juiste incentives om op al die terreinen te groeien.
We verkopen geen data aan derden. Sterker nog: die willen we juist vrijgeven voor research door universiteiten, ngo’s of gemeenten om te kijken wat effectiever kan. Als je dat een verdienmodel wilt noemen, be my guest.’


EV: In de technologische vernieuwing openbaart zich ook een generatiekloof. Voor veel mensen is innovatie een goed idee en daar moet dan een IT-dingetje bij. Herkennen jullie dat?

Wijnands: ‘Zeer zeker. Alleen het begrip ‘IT’ al. Dat hoor je vaak van ouderen: ‘Oh dat is iets met IT’. Google heeft niet één IT-afdeling en is ook geen IT-bedrijf. Dat bestaat niet. De Googles van deze wereld zijn volledig geïntegreerde platforms. Wij bouwen bij Deedmob op de technologie waar AirBnB, Netflix en Facebook zelf ook op gebaseerd zijn. De mensen die dat bij ons doen zien zich niet als IT-mensen die de wifi komen maken. Het zijn mensen die allemaal Computer Science, Filosofie of Wiskunde hebben gestudeerd, vaak aan universiteiten als Oxford. Zij zien zichzelf als engineers en developers. En dat is een heel andere mindset die in Silicon Valley en ook in Londen wat beter wordt begrepen dan in ons land.’
 
DDB: Wat is het profiel van jullie vrijwilligers? Aan vutters, pensionada’s en legacy-babyboomers geen gebrek, maar waar zit de jonge aanwas?
 Wijnands: ‘Deedmob zet alles in op de community-gedachte waardoor vraag- en aanbodzijde van elkaar kunnen leren. We zijn geen duiventil. Community-opbouw betekent concreet: bestaande community’s opzoeken, zoals de Universiteit van Amsterdam of de Hogeschool van Amsterdam bijvoorbeeld. Maar we richten ons niet alleen op jongeren. Er is een scala aan motivaties om vrijwilligerswerk te doen. Het kan vanuit puur idealisme. Voor een student is het ook iets om op zijn of haar cv te zetten; voor een pensionado om een sociaal netwerk in stand te houden. Maar voor iemand die een uitkering heeft, is het ook een middel om nieuwe vaardigheden te leren en het netwerk te vergroten. Het is het cement van onze samenleving. En dat willen we ook meetbaar maken, niet alleen door het aantal uren bij te houden, maar ook zijn we bezig met blockchain om impact te meten op allerlei manieren. Om mensen te reactiveren, ook op skilled volunteering.’
 
DDB: jargon-alarm, meaning?
Wijnands: ‘Leuk dat bijvoorbeeld iemand van Red Bull met een marketingachtergrond een muurtje in een achterstandswijk gaat schilderen, maar het is het niet veel effectiever als hij of zij een maatschappelijke organisatie helpt bij een marketingcampagne?’
 
EV: Jullie claimen een +850.000 vrijwilligers te vertegenwoordigen. Waar is dat op gebaseerd?
Wijnands: ‘Het gaat hier met name om de goede doelen met wie wij samenwerken die hun vrijwilligers hebben uitgenodigd om Deedmob te gebruiken, waardoor wij hele grote aantallen op ons platform kunnen mobiliseren. Maar ook om de al genoemde community-opbouw. Je hebt groepen op Deedmob, zoals die van de Universiteit van Amsterdam of van werknemers van Red Bull of H&M. Hierdoor krijg je grote aantallen die constant aangeschreven kunnen worden om vrijwilligerswerk te gaan. Onze grassroots aanpak is mogelijk met een vast team van zeven mensen nu, maar geholpen door meer dan vijftig plus student-ambassadeurs verspreid over alle grote steden in Nederland, die goede doelen helpen om Deedmob te gebruiken. Maar we hebben ook ambassadeurs in Londen, Oxford, Cambridge, Los Angeles, Chicago en New York. En dan is er het European Solidarity Corps dat van onze technologie gebruik gaat maken.’
 
EV: Jullie zijn nu ruim anderhalf jaar bezig, publicitair en marketingtechnisch gezien low profiel. Hoe gaan jullie vanaf hier te werk?
Wijnands: ‘Goede doelen vinden ons nu organisch, vooral door mond tot mond-reclame. Met de eerste grote doelen, zoals met Cordaan, 10000 Hours of het Wereld Natuur Fonds, hebben we nu een track record waarmee we meer de boer op gaan. Dat gaan we doen na de zomer.’
 
EV: De overheid haalt jullie in het kader van de participatiesamenleving binnen als Sinterklaas natuurlijk…
Wijnands: ‘Nou nee hoor. Als je een geitenwollensokkenclub bent word je met alle egards ontvangen. Maar klaarblijkelijk stralen we als social enterprise uit dat wij weinig ophebben met allerlei werktoegeleidingsprojecten die geen deuk in een pakje boter slaan. Misschien denken ze dat Deedmob voor hun projecten, subsidiepotjes en ambtenaren een bedreiging vormen. Samenwerken willen veel overheden wel, maar dan bedoelen ze kennis en expertise delen. Samenwerken op harde resultaten? Dan voel je de weerstand van het oude systeem. Maar er zijn gelukkig uitzonderingen. Zoals met veel innovaties zijn het leiders die visie hebben en de moed, die in ons verhaal geloven.’
 
EV: Een rode draad in jullie verhaal is impact: niet te verwarren met output. Welke substantie in de aanpak brengen jullie mee om dit hard te maken?
Wijnands: ‘We zijn op dit moment bezig om samen met CBS en universiteiten, maar ook met bijvoorbeeld de Goldschmeding Foundation, onze data te analyseren: feedback van overheden, goede doelen en bedrijven. Afhankelijk van de doelgroepen kijken we dan naar activering, wat ze geleerd hebben. Ook kijken we bij goede doelen naar de impact van samenwerking: gaan bijvoorbeeld kosten naar beneden, en worden meer targets gehaald? We zitten dus nog volop in de ontwikkeling van onze methodologie. En laat dit duidelijk zijn: wij gaan niet het impactwiel helemaal weer opnieuw uitvinden. Wij verzamelen juist stakeholders om ons heen die er kennis en ervaring mee hebben.’
 
EV: Tot slot: Wat kunnen goede doelen met Deedmob?
Wijnands: ‘Meer vrijwilligers vinden en meer van hun eigen vrijwilligers activeren en managen. En vergeet niet: we bouwen dit samen met het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven. Grote goede doelen, evenementen en initiatieven zoals WNF, Cordaan, 10,000Hours, WeMakeThe.City in Amsterdam en het Rode Kruis gebruiken niets voor niets Deedmob en geven tegelijkertijd hun feedback. We kunnen ontzettend veel van elkaar leren.’
 
►Ga naar de website van Deedmob: klik hier
3/3