De gouden eeuw der nalatenschappen (2)

29 augustus 2007

Nalatenschappen en de al dan niet vermeende gestegen inkomsten daaruit voor goede doelen blijven de gemoederen bezig houden. Mijn hoofdredactionele commentaar in FM28 (klik hier) verleidde een aantal FM-lezers tot een reactie. Een korte samenvatting van de discussie.


Ik plaatste vorige week enkele kanttekeningen bij de conclusies van het Volkskrant-onderzoek, dat de inkomsten in het afgelopen jaar voor goede doelen uit nalatenschappen als "levensader" betitelde. Die conclusie is om een aantal redenen te kort door de bocht. Om te beginnen maken de beperkingen van de onderzoeksopzet een extrapolatie naar "de" goede doelen onverantwoord, maar belangrijker nog is dat deze uitkomst een trendbreuk impliceert met de uitkomsten van het longitudinale Geven In Nederland-onderzoek (VU).

 


Hooguit indicaties

Oud-Wilde Ganzen-directeur Maarten de Vries (tegenwoordig zelfstandig adviseur op de charimarkt) wijst op de moeilijkheid om goede informatie van erflaters te krijgen en betwijfelt derhalve of partijen, zoals de Campagne Nalaten, mogelijk hogere inkomsten uit Nalatenschappen op hun conto kunnen schrijven. De Vries: "De campagne van de samenwerkende fondsen was en is een goed initiatief om het Nederlandse publiek bewust te maken dat iedereen de mogelijkheid heeft om de wereld iets goeds na te laten. Gelukkig is in Nederland de privacy rondom het testament goed gewaarborgd. Zo goed, dat de claim dat zoveel nalatenschappen en legaten door deze samenwerkende instellingen zou zijn ontvangen dankzij deze campagne nooit hard gemaakt kan worden. Hooguit kan men enige indicaties hebben, dat er dankzij deze campagne meer legaten en nalatenschappen zijn ontvangen dan in voorgaande jaren."

 


De Vries vervolgt: "Zoals bekend zijn er twee soorten nalatenschappen: Een groep, die opgemaakt wordt door mensen welke door een ernstige ziekte zodanig met de dood worden bedreigd, dat ze weten binnenkort te sterven. De andere groep, die zo oud is geworden en daarom weet eens te zullen sterven. De gemiddelde tijdsperiode tussen de opmaak van het testament en de openbaarmaking daarvan, die samenvalt met de dood, is voor beide groepen aanmerkelijk verschillend. In het eerste geval varieert die periode van enkele maanden tot 2-3 jaar. In het laatste geval varieert de periode van 3 - 12 jaar. Bij de samenwerkende fondsen is er een aantal dat zou kunnen hebben geprofiteerd van de eerstgenoemde korte tijdsperiode. Ik denk aan KWF of Hartstichting. Maar het blijft gissen. Want de enige mensen die het antwoord daarop zouden kunnen geven, zijn de erflaters."

 


Dubbele cijfers

Henk de Graaf, die met zijn Centrum Nalatenschappen non-profit instellingen helpt bij het werven en afwikkelen van nalatenschappen, plaatst ook enkele kanttekeningen bij de conclusies van het Volkskrant-onderzoek: "Bij beter onderzoek van de Volkskrant zouden de gepubliceerde cijfers nog beter zijn. De grote 60 stijgen met dubbele cijfers. Als je kijkt naar de cijfers van de clubs die nu bekend zijn dan zie je een grote stijging, ook weer dubbele cijfers. Helaas duurt het nog een half jaar voor het CBF dit bevestigt."

 


Over het uitblijven van de vooral door filantropieprofessor Theo Schuyt geprofeteerde "Gouden Eeuw van de Filantropie", zegt De Graaf: "Die gouden eeuw komt, maar nog wel even wachten tot de babyboom begint te overlijden. Dus geboren in 1945 en rond de 70 jaar start het stijgen van het aantal overlijdens in 2015. Nu is het zelfs aan het dalen volgens het CBS. Schuyt baseert zich op de VS en daar is de geboorteëxplosie 5 jaar eerder geweest, de gemiddelde leeftijd bij overlijden is lager dus zij beginnen nu aan de gouden periode)."

 


Ook Maarten de Vries heeft een mogelijke verklaring van het (voorlopig) uitblijven van de Gouden Eeuw: "70 - 80% van de mensen die iets goeds nalaten zijn vrouwen zonder directe nakomelingen. Hoewel er in ons land weinig bekend is over de vermogens van mensen, lijkt het erop, dat juist deze categorie haar vermogen hard nodig heeft om het pensioen aan te vullen. Het merendeel van deze vrouwelijke erflaters behoort immers tot de vooroorlogse generaties. Veel van die vrouwen hebben naast hun AOW nauwelijks pensioen opgebouwd. Ik kan dat niet hard maken, maar leidt dat af uit de samenstelling van hun vermogens."

 


Bewustwording

Dick van Dijl, leider van de Campagne Nalaten, claimt desgevraagd helemaal geen mogelijk succes van hogere inkomsten uit nalatenschappen: "Wij hebben niet de illusie dat we mensen kunnen forceren om na te laten. We zijn primair een bewustwordingscampagne. Op zijn best kunnen wij twijfelaars over de streep trekken, zoals in de Week van het Testament succesvol is gebeurd."

Ook Van Dijl plaatst enkele kanttekeningen bij de uitkomsten en conclusies van de Volkskrant: "Ik heb de Volkskrant aangegeven dat administratieve wijzigingen in de financiele rapportage in 2005 van invloed kunnen zijn op de uitkomsten. Extrapolatie naar de gehele charitatieve sector lijkt me ook niet verantwoord."

 


Toch is Van Dijl genoeg geprikkeld om bij de aan de campagne deelnemende fondsen nog eens goed na te gaan wat er over een langere periode met de inkomsten uit nalatenschappen is gebeurd. Over de "Gouden Eeuw" merkt Van Dijl op: "We wachten er inderdaad al lang op en misschien is die ook al wel aangebroken - de behoefte van mensen om zelf fondsen op te richten en zich filantropisch te manifesteren wijzen daar wel op - maar het is niet gezegd dat bij de vermogensoverdracht van de babyboomers ook automatisch zoveel naar onze sector vloeit."