Appèl Van Gendt op fondsen: help beeldvorming vluchtelingen bijstellen

Van Gendt: aandacht geven aan de kinderen van vluchtelingen is een 'must'
Van Gendt: aandacht geven aan de kinderen van vluchtelingen is een 'must'
18 februari 2017
Nieuws | | Vermogensfondsen

‘Ik zou fondsen willen oproepen om hun gelden niet alleen te besteden aan tastbare zaken, maar ook aan het bijstellen van de beeldvorming over vluchtelingen in Nederland. Te vaak worden vluchtelingen gezien als een bedreiging voor de samenleving in plaats van als een ‘asset’ voor de samenleving.’ Deze oproep deed dr. Rien van Gendt deze week tijdens een discussiemiddag georganiseerd Bernard van Leer Foundation en Maatschappelijke Alliantie in Den Haag.

Integrale aanpak

Tijdens de bijeenkomst in het Haagse perscentrum Nieuwspoort werden de uitkomsten gepresenteerd van een mini-DenkTank over een integrale aanpak voor de integratie van vluchtelingengezinnen op lokaal en nationaal niveau. De Bernard van Leer Foundation wil de komende vijf jaar ondersteuning bieden bij de integratie van vluchtelingengezinnen met jonge kinderen in Nederland en oriënteert zich daarom actief op de kansen en uitdagingen binnen gemeenten.

Voordracht Van Gendt

Van Gendt hield een korte voordracht in zijn hoedanigheid als fellow van de Maatschappelijke Alliantie, verantwoordelijk voor het thema ‘vluchtelingen en migratie.’ Hij wees vooral op het belang om te investeren in de kinderen van vluchtelingen en uit te gaan van een langetermijn-aanpak op het potentieel en niet op het deficit.
 
De tekst van de voordracht:  
 
De bijeenkomst van vandaag is een interessante combinatie voor mij van werk van BVLF (waar ik jarenlang ExD was en later bestuurslid) en de MA (waar ik nu verantwoordelijk ben voor het thema vluchtelingen en migratie). Beide organisaties gaan niet uit van een deficit model, het accentueren van de ellende waarin mensen soms verkeren en het bieden van onmiddelijke noodhulp. Nee beide organisaties gaan uit van de sterkte van mensen, hun potentieel, hun resilience (weerstandsvermogen). Beide organisaties willen dus bouwen op de sterkte van mensen, willen organisaties met wie wordt samengewerkt in hun kracht zetten. Dit betekent een lange termijn benadering en een aanpak gericht op het doen van maatschappelijke investeringen. Dit is niet verwonderlijk want de BVLF is een vermogensfonds en de MA heeft vermogensfondsen als een belangrijke partner in een multistakeholder samenwerking. En het is nu juist de essentie van vermogensfondsen, dat – omdat hun inkomen is gesecureerd- zij zich een lange termijn benadering kunnen permitteren, risico’s kunnen nemen en niet worden gedreven door de soms wispelturige wensen van een groot publiek of de politiek.
De essentie van het werk van de BVLF is het potentieel dat jonge kinderen (van conceptie tot 4 jaar) hebben, een potentieel dat soms niet of onvoldoende wordt benut door sociale, culturele en economische omstandigheden. De filosofie van de BVLF is dat door te investeren in het jonge kind, er een rendement is dat zich longitudinaal vertaalt in een sterke sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Een zeer sterk punt ook van de aanpak van de BVLF is dat het werken met jonge kinderen niet primair wordt gedaan door professionals maar door de ouders en de lokale gemeenschappen. ‘Parents as the prime educator of their children’. ‘Parents grow up with their children’.
De Maatschappelijke Alliantie is in 2015 in het leven geroepen als een samenwerking tussen overheid, foundations en bedrijfsleven om grote maatschappelijke vraagstukken, die naar hun aard vragen om een publiek private samenwerking, te leiden naar concrete oplossingen. Vraagstukken waar de MA o.a. naar kijkt zijn gezond oud worden, gezond en veilig opgroeien en dus vluchtelingen en migratie.
Het thema ‘Vluchtelingengezinnen in Nederland: kansen voor integratie’ verbindt beide organisaties dus met elkaar. Als daarbij wordt gevoegd de geweldige denkkracht van de Nationale Denktank om ‘out of the box’ te denken over het vraagstuk van de integratie van vluchtelingengezinnen in Nederland  en om nieuwe oplossingsrichtingen aan te wijzen; en als daarbij wordt gevoegd de mogelijkheden van de Nieuwspoort organisatie om een dergelijk debat te laten plaats vinden dicht bij het hart van de democratie, dan kunt U zich voorstellen dat ik een gelukkig mens ben.
De vluchtelingenproblematiek kan niet worden getypeerd als een ‘small emergency’ of als een geïsoleerd verschijnsel. Integendeel het gaat om een omvangrijk probleem met vele dimensies. Migranten/vluchtelingen, die ons land binnen komen: het is een feit. Het zal ook in de komende decennia een realiteit zijn, waar we niet om heen kunnen, dit ondanks discussies over een restrictiever toelatingsbeleid. De instroom van mensen is niet alleen onvermijdelijk en een morele verplichting maar het is ook wenselijk en een kans, nog los dus van humanitaire overwegingen; het is welbegrepen eigen belang gezien demografische structuren en ontwikkelingen in veel Europese landen. Deze opvatting reflecteert de benadering van het plegen van maatschappelijke investeringen, die mij voor ogen staat. De prijs van het niet investeren in het integreren van vluchtelingen is te hoog.
Het feit dat we daarmee uiteraard aandacht geven aan de kinderen van vluchtelingen is een ‘must’. Je kunt zelfs stellen, dat bij veel ouders hun kinderen de drijvende beweegreden waren om te vluchten. Het gaat hierbij zowel om kinderen die meekomen met hun ouders, als om nareizigers (het gaat daarbij meestal om moeders met hun kinderen), als om ‘unaccompanied minors’ (een situatie die helemaal schrijnend is). Het is interessant om te zien dat op dit moment de instroom van vluchtelingen gezinnen zich weliswaar stabiliseert of afneemt, maar dat het aantal nareizigers sterk stijgt.
De MA alliantie doet een beroep op foundations om aandacht te besteden aan deze problematiek. Afgelopen jaar vond de jaarlijkse conferentie van de European Foundation Centre (EFC) plaats in Amsterdam met meer dan 500 foundations uit Europa. Ik was nauw betrokken bij de organisatie en de formulering van de slotverklaring, die unaniem werd geaccepteerd door de aanwezigen en waarin werd aangedrongen, dat foundations het vraagstuk van vluchtelingen moeten oppakken, los van het feit of dit in  hun missie past of niet. Soms zijn problemen zo omvangrijk en ‘compelling’, dat fondsen over hun eigen mandaat en ego moeten stappen om iets te doen (trouwens als de oprichters van veel fondsen nog zouden hebben geleefd, dan zouden zij  wellicht de eerste zijn geweest om dit ook te doen). Kortom fondsen moeten vraagstukken rond vluchtelingen zien als hun probleem ook al is er geen expliciete referentie in hun statutaire doelstelling. Het tweede deel van de oproep van de EFC aan Europese foundations bevatte een pleidooi voor fondsen om meer samen te werken op dit thema. Het is verheugend om te zien dat onder het leiderschap van de Vereniging van Vermogensfondsen (FIN), Nederlandse fondsen (veelal aanwezig hier vandaag) in grote getale uitvoering hebben geven aan beide onderdelen van die oproep en kijken naar innovatieve manieren van projectfinanciering om zich te manifesteren.
Ten aanzien van de rol die wij verwachten van de landelijke overheid in het samenwerkingsverband, dat de MA heeft opgezet om te kijken naar de lange en middellange vragen rond integratie van vluchtelingen, ligt het accent, wat mij betreft, op het slechten van de bureaucratische belemmeringen die zich vaak aandienen. Het gaat niet primair om geld van de overheid maar om het wegnemen van disfunctionele regelgeving. Ten aanzien van het onderwerp, dat vandaag ter discussie staat is het van de gekke, dat gesprekken met vluchtelingenkinderen in Nederland laten zien, dat jonge kinderen die al aan extreme stress zijn blootgesteld of zelfs zijn getraumatiseerd nog voordat zij ons land binnen komen, na binnenkomst soms binnen een periode van anderhalf tot twee jaar worden gedwongen te verhuizen van AZC naar AZC. Soms wel 5 of 6 AZC’s in een periode van 2 jaar. Het is disfunctioneel en eigenlijk in strijd met de rechten van het kind. De aanpak in Nederland van het schuiven met vluchtelingenkinderen voegt een dimensie toe aan de stress die deze kinderen al hebben meegemaakt. Trouwens ook het feit dat kinderen van 0-4 jaar die nog geen status hebben buiten alle voorzieningen vallen is schrijnend.
Wij hebben als MA een beroep op de overheid gedaan om er naar te streven kinderen na de opvangst in een OC, de stabiliteit van één AZC te geven, totdat zij worden ondergebracht in een gemeente. Dit zou niet alleen een stabiele omgeving voor deze kinderen en hun ouders betekenen maar ook de mogelijkheid openen om gebruik te maken van lokale voorzieningen voor hun opvang en integratie. Het onnodig schuiven met kinderen moet ophouden. Het bemoeilijkt ook het integratieproces waar de gemeenten in Nederland uiteindelijk voor staan. Gelukkig heeft de staatssecretaris eind vorig jaar een brief gestuurd naar de Kamer om deze situatie te herzien en hij wil met organisaties zoals de MA aan tafel om te zien hoe hier invulling aan kan worden gegeven.
Voor de gemeenten, die een zeer belangrijke rol spelen bij de integratie van vluchtelingen, staat arbeidsmarkt participatie hoog op de agenda. Het realiseren van resultaten is complexer dan men soms denkt. Er speelt veel meer dan het op mechanische manier bij elkaar brengen van competenties en aanbod van vluchtelingen enerzijds en de vraag op de arbeidsmarkt anderzijds. Vragen van taalbeheersing, communicatie bij teamwork, noodzakelijke training en culturele verschillen, maken snelle successen soms lastig.
Ik wil in dit verband wijzen op een initiatief van IMC Weekendschool. IMC Weekendschool is een programma waarbij kinderen in weekenden een orientatie krijgen op vele verschillende beroepen. De weekendschool bestaat bijna 20 jaar en na jaren komen alumni terug om les te geven aan hun ‘peers’. Welnu de Weekendschool is een speciaal programma begonnen voor vluchtelingen kinderen van 9-14 jaar. Terwijl deze kinderen in schakelklassen zitten om de taal te leren, voordat ze naar reguliere scholen gaan, biedt IMC Weekendschool hen weekendschoolonderwijs aan. Ze krijgen gastlessen over interessante beroepen, ze ontdekken hun talenten. Op die manier komt de maatschappij in de klas en wordt de basis gelegd voor arbeidsmarktparticipatie.
Ik kijk uit naar de discussie van vandaag en naar de concrete mogelijkheden voor gemeenten om in de context, zoals door mij geschetst, vluchtelingengezinnen op effectieve wijze te integreren. We zouden moeten leren van de soms mislukte integratie van vluchtelingen in het verleden.
Een laatste opmerking: ik zou fondsen willen oproepen om hun gelden niet alleen te besteden aan tastbare zaken van educatie, gezondheidszorg en toeleiding naar de arbeidsmarkt of vrijwilligerswerk, maar ook aan het bijstellen van de beeldvorming over vluchtelingen in Nederland. In een era waarin wij verschuivingen zien van het politieke klimaat met meer ruimte voor xenofobie en eendimensionaal denken, is het des te belangrijker dat fondsen aandacht besteden aan de ‘narrative’ over vluchtelingen. Te vaak worden vluchtelingen gezien als een bedreiging voor de samenleving in plaats van dat men hen ook portretteert als vader, als vrijwilliger in de buurt, als collega op de werkvloer of als kleine ondernemer, kortom als een ‘asset’ voor de samenleving. Ik ben blij dat een organisatie als VJ Movement, die zich bezig houdt met de beeldvorming, hier vandaag ook bij is.’

Rien van Gendt

Bron: Maatschappelijke Alliantie
►Wilt u voortaan elke donderdagochtend het laatste nieuws, opinies en achtergronden over de wereld van doneren & sociaal investeren? Voor een geheel kosteloos abonnement op DDB Journaal: klik hier.