Zes hulporganisaties doen oproep voor vluchtelingen

Stevige tekst: 'Allemaal vinden we dat kleine meisjes niet horen rond te drijven in de Middellandse Zee.'
Stevige tekst: 'Allemaal vinden we dat kleine meisjes niet horen rond te drijven in de Middellandse Zee.'
14 september 2015
Nieuws | | Goede doelen

Artsen zonder Grenzen, het Nederlandse Rode Kruis, Stichting Vluchteling, Vluchtelingenwerk Nederland, Amnesty International NL en Save the Children treden in de publiciteit met een gezamenlijke oproep om vluchtelingen te redden. Op dit moment zijn dat er zestig miljoen wereldwijd.

De tekst van de gezamenlijke organisaties luidt als volgt:
‘Allemaal vinden we dat kleine meisjes niet horen rond te drijven in de Middellandse Zee. En dat kleine jongetjes niet horen aan te spoelen op een Turks strand. Allemaal vinden we dat 'Europa' meer moet doen om het vluchtelingenprobleem aan te pakken. En velen in Nederland vinden dat het debat over vluchtelingen en migranten in ons land te veel is verhard en dat dit niet zo zou moeten zijn. We vinden heel veel.

De tijd is voorbij om alleen maar dingen te vinden. Om op te roepen tot solidariteit. Om te blijven praten over hoeveel vluchtelingen we nu wel of niet opnemen. Lang was 'de oorlog' veilig ver weg in landen waar duistere mannen elkaar en, oh ja, ook anderen, het leven zuur maakten. Nu staan de slachtoffers op de stoep. Daar kunnen we veel van vinden. Maar ze staan er.

We begrijpen gevoelens van onzekerheid, maar geloven niet in verhardende discussies die gedomineerd worden door kleine groepen voor wie angst de raadgever is. Wij zien een Nederland dat de hand uitsteekt naar de kwetsbare medemens. Een arm om de schouder, een steun in de rug. Wij zien een Nederland waar het onvertaalbare woord 'gezelligheid' zich uit in gastvrijheid, betrokkenheid en warmte. Een IJsland 2.0.

Dit is niet de zoveelste oproep aan politici of de zoveelste roep om solidariteit. De betrokkenheid en menselijkheid die we overal in Nederland zien groeien, moet natuurlijk samenhangen met een eerlijk en integraal systeem: van opvang, beoordeling van asielverzoeken en integratie. Een systeem dat recht doet aan het recht van mensen op een veilig en menswaardig bestaan. Daar, hier en onderweg.

Maar dit is op de eerste plaats een uiting van trots, van respect voor al diegenen die in ons land klaarstaan voor een ander in nood. Uit menselijkheid. Clubs als de onze en vele tientallen particuliere initiatieven doen zoveel als ze kunnen om hulp te verlenen, daar en hier, en om de belangen en rechten van vluchtelingen te verdedigen.

Laten we die hulp, die steun verdubbelen. Vertienvoudigen. Dit is niet een oproep om geld over te maken, hoe hard dat ook nodig is voor de hulp aan vluchtelingen, wereldwijd. Dit gaat over ons vertrouwen dat we​ met elkaar in staat zijn iedereen die geweld ontvlucht een warm en veilig heenkomen te bieden. Daar of hier.

Niemand heeft hét antwoord op dit probleem. Het gaat erom wat jij zelf kunt doen. Met je buurman, school, vrienden. Werk aan het onderwerp in je gemeente of je politieke partij. Doe iets, hoe klein ook, denk met ons mee, laat het ons weten.

Bij de Americahal in Apeldoorn stond afgelopen week een meisje, met een zelf geverfd schilderijtje. Bedoeld voor één van de vluchtelingen die daar in de noodopvang komen. Dit meisje staat symbool voor waar ons land voor staat. De handen uit de mouwen voor een menselijk gebaar. Volg haar voorbeeld en steun kwetsbare mensen naar eigen kunnen.’

Arjan Hehenkamp (Artsen zonder Grenzen), Gijs de Vries (Nederlandse Rode Kruis), Tineke Ceelen (Stichting Vluchteling), Dorine Manson (Vluchtelingenwerk Nederland), Eduard Nazarski (Amnesty International Nederland), Pim Kraan (Save the Children).

UNICEF
Jan Bouke Wijbrandi, directeur van UNICEF Nederland, doet een oproep voor de tienduizenden kinderen onder de vluchtelingen. Ongeveer een kwart van de mensen die dit jaar toevlucht zoeken tot Europa is kind. Meer dan 106.000 kinderen hebben in de eerste helft van 2015 asiel aangevraagd, een stijging van 75 procent ten opzichte van vorig jaar.  ‘Alleen als deze kinderen verzorging en opvang krijgen, wordt voorkomen dat er de komende maanden nog meer doden vallen’, zegt Wijbrandi.

Volgens Wijbrandi is een gezamenlijke, eerlijke en breed gedragen actie vanuit Europa essentieel. Dit betekent ook het onmiddellijke instellen van een aantal veiligheidsmaatregelen voor kinderen en hun families:

  • Veilige opvangfaciliteiten voor kinderen die Europa binnenkomen, met toegang tot gezondheidszorg, psychologische ondersteuning, recreatie en onderwijs.

  • Europa moet meer vluchtelingen direct internationale bescherming bieden. Meer kinderen en hun familie moeten humanitaire visa kunnen krijgen. Asielprocedures moeten snel verlopen en het belang van het kind voorop stellen.

  • Het leveren van een grotere inzet om vluchtelingen uit conflictgebieden direct bescherming te bieden in Europa (resettlement), zodat zij minder snel zullen kiezen voor een van de levensgevaarlijke smokkelroutes naar Europa.

  • Meer reddingsoperaties op zee en op het land.

  • Meer hulp voor alleenreizende of van hun ouders gescheiden kinderen om hun familie terug te vinden.

  • Getrainde hulpverleners die met name kinderen en hun families adequaat kunnen helpen.


  •  

Bescherming is een plicht
‘Deze zorg voor kinderen valt onder het Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat de bescherming van alle kinderen verplicht stelt. Alle landen in Europa, dus ook Nederland, hebben het Verdrag geratificeerd en zijn dus ook verplicht het belang van kinderen centraal te stellen. Ook vluchtelingenkinderen’, aldus Wijbrandi. ‘Of ze nou op de vlucht zijn uit hun thuisland, op zee, over land, of in de kuststreken van de landen waar ze heen reizen: overal hebben ze recht op bescherming.’

Oorzaken aanpakken
UNICEF vraagt de internationale gemeenschap om de oorzaken aan te pakken van de vlucht van deze grote aantallen wanhopige kinderen. Wijbrandi: ‘Meer diplomatieke inspanningen zijn nodig om conflicten te beëindigen en meer humanitaire steun om mensen te helpen in de landen van herkomst, of in de omringende landen als Jordanië, Turkije en Libanon.’