VU-onderzoeken:

7 april 2010
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

AMSTELVEEN (7 april)- Op donderdag 1 april presenteerde de Werkgroep Filantropische Studies van de VU maar liefst twee onderzoeksrapporten over de diversiteit binnen de Nederlandse goededoelensector. Conclusie: we lopen achter, maar ook weer niet zó achter. Wel wordt het tijd om de enorme potentiële markt van alllochtonen actief in ons beleid te integreren. En: natuur & milieuclubs hebben nog een aardige hobbel te nemen...

Migranten in desector?

Ongeveer gelijktijdig vonden er twee onderzoeken plaats naarde diversiteit binnen Nederlandse goede doelen. Lees voor diversiteit etnische diversiteit. Oftewel: vinden ‘allochtonen' en migranten hun weg in onze sector? Het eerste onderzoek (in opdracht van Forum, instituut voor multiculturele vraagstukken) baseerde zich op ruim 100 organisaties,grotendeels met CBF-keur of Verklaring van Geen Bezwaar.

Veel kleinereorganisaties in het onderzoek

Dr. Christine Carabain (VU) leidde het eerste onderzoek.‘Binnen de onderzochte organisaties zaten relatief veel kleinere, een derde heeft minder dan 10 werknemers. Er zaten ook relatief veel natuurclubs tussen.Dat alles kleurt natuurlijk de uitslagen. Logischerwijs is het voor heel kleine organisaties veel moeilijker om een diversiteitsbeleid te voeren dan voor middelgrote en grote. En ook de geringe vertegenwoordiging van allochtonen bij natuurorganisaties kleurt de totale score.'

Het onderzoek richtte zich vooral op de vragen: ‘Zitten er etnische minderheden in directie, Raad van Toezicht , werknemers-,vrijwilligers- en ambassadeurs-bestand?'

Natuur & milieu blijft achter

Uit Carabains onderzoek blijkt dat bij ongeveer de helft van de onderzochte organisaties allochtone Nederlanders werken (in alle eerdergenoemde rollen), bij grote organisaties vaker dan kleine. Vooral bij organisaties op het gebied van internationale hulp en welzijn & gezondheid zijn allochtonen actief. Natuur & milieuorganisaties blijven ver achter.

Gemiddeld heeft in Nederland 80% van de middelgrote organisaties/bedrijven niet-westerse allochtonen in dienst. In de middelgrote chari-organisaties is dat 64%.

Hoeveel organisaties hebben een diversiteitsbeleid? Bijna 40% van de middelgrote organisaties heeft iets dergelijks, en slechts 23% van de natuurclubs. Onder andere Nederlandse bedrijven is het percentage overigens 34%.

Vooroordeel:‘Allochtonen zijn laag opgeleid'

Carabain onderzocht ook wat de motieven waren voor een diversiteitsbeleid: moreel-ethische of bedrijfeconomische. Moreel-ethische drijfveren overheersten.

Op de vraag waarom er géén diversiteitsbeleid was, werd vooral de omvang van de organisatie aangevoerd (‘Daar zijn wij veel te klein voor'), maar ook: ‘Wij hebben behoefte aan hoger-opgeleiden.' Dat laatste wijst volgens Carabain op een vooroordeel: ‘Het lijkt erop dat de charisector er te gemakkelijk van uitgaat dat allochtonen weinig opleiding hebben.'

Fondsenwerving onderallochtonen

Is er een relatie tussen de hoogte van de donaties en het diversiteitsbeleid? Carabain meent van wel. Niet-westerse allochtonen schenken meer aan welzijn & gezondheidsorganisaties en internationale hulp en aanzienlijk minder aan natuur & milieu-organisaties. Datzelfde bleek ook al uit eerder onderzoek.

Een ander, al eerder geconstateerd feit: ‘Niet-westerse allochtonen worden aanzienlijk minder benaderd met een giftverzoek dan autochtone Nederlanders.'

Carabain: ‘De ondervertegenwoordiging van natuur & milieuclubs als werkgever en fondsenwerver onder allochtonen is opmerkelijk. 'En al hebben veel mensen in de sector daar ervaring mee en ‘buikgevoel-verklaringen' voor: dat is iets wat schreeuwt om nader onderzoek. 

Twee onderzoeken, éénbeeld

Uit het tweede gepresenteerde onderzoek (Diversiteit is meer dan kleur in organisatie, door Ewa Szepietowska, in opdracht van UAF) kwam in grote lijnen hetzelfde beeld naar voren. Dit tweede onderzoek (onder ruim 40 organisaties) had een iets andere insteek en legde meer de nadruk op het arbeidsmarktbeleid van goede doelen

De onderzoeken werden gepresenteerd tijdens een themamiddag waarop ook twee best practices aan het woord kwamen, organisaties die diversiteit wél actief en succesvol en actief aanpakken: het Marokko Fonds en UAF (voor vluchteling-studenten). Mooie voorbeelden, maar wel wat gemakkelijk. Het is immers wel erg logisch dat deze organisaties zich meer dan veel andere bewust zijn van etnische diversiteit.

Wat moet de sector doen?

Hoewel op beide onderzoeken wel iets valt af te dingen (het zou wel eens van invloed kunnen zijn wie binnen de organisatie de vragenlijst heeft beantwoord, en beide onderzoeken beperken zich tot gangbare ‘grote namen'), zijn er interessante aanknopingspunten voor de sector.

Over de motieven voor diversiteit bijvoorbeeld. Het lijkt zinvol om als organisatie daar eens bij stil te staan. Politieke correctheid of werkelijk inzicht dat de markt ingrijpend aan het veranderen is?

Carabain doet ook een paar algemene aanbevelingen: ‘Meer aandacht voor diversiteit binnen de sector, en een gerichte verbetering van herkenbaarheid en vertrouwen bij minderheidsgroepen. Zie allochtonen veel meer als potentiële donateurs en haal kennis over hun geefgedrag binnen je organisatie.'

Prof. Halleh Ghorasi (VU) merkte op: ‘We moeten als samenleving veel meer kijken naar mogelijkheden dan naar verschillen. Het gaat om een goede balans tussen diversiteit en gemeenschappelijkheid.'

Meer dan een beetjekleur

Szepietowska: ‘De titel van ons rapport kregen we van een van de respondenten. Diversiteit moet inderdaad veel meer zijn dan een kleur in je organisatie. Dat loop je het risico dat je in "doelgroepen" gaat denken en de verbinding met je missie en andere organisatie-onderdelen vergeet. En danverlies je de allochtone achterban of werknemer weer. Er moet zoiets komen als integraal diversiteitsmanagement.'

En, zoals het rapport van Szepietowska terecht opmerkt: ook vrouwen en niet-etnische minderheden zullen deel moeten uitmaken van zo'n integraal diversiteitsbeleid. Want wat u als waarschijnlijk al wist: de sectoris nog tamelijk wit, hoogopgeleid en mannelijk. En de maatschappij om ons heen niet. Aan het werk, dus!

Literatuur:

1.Diversiteitin de filantropische sector in Nederland: feiten en beleid (iov Forum) dr. C.Carabain, 2010 VU.

2.Diversiteitis meer dan kleur in organisatie (iov UAF) E. Szepietowska (onderzoek), Prof. dr. Halleh Ghorashi (begeleiding),2010 VU

Website Vakgroep Filantropie