Vijf typen donateurs en hoe je ze moet benaderen

Camber Collective  identificeert vijf typen donateurs die allemaal een eigen benadering nodig hebben.
Camber Collective  identificeert vijf typen donateurs die allemaal een eigen benadering nodig hebben.
14 mei 2019
Nieuws | | Fondsenwerving

Als fondsenwervers meer zouden weten over de motieven van hun donateurs, zouden ze veel meer geld kunnen ophalen. Dat beweren onderzoekers van Camber Collective een strategisch onderzoeksbureau voor non-profits. Goede doelen kunnen met een andere benadering van hun donateurs jaarlijks miljarden extra aan donaties binnenhalen.
 
Camber Collective onderzocht vorig jaar drieduizend Amerikaanse huishoudens met een inkomen van minimaal 80.000 dollar. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat er maar liefst 25 miljard dollar extra aan donaties kan worden opgehaald als non-profits beter zouden weten wat hun doelgroep beweegt. Ze identificeerden vijf typen donateurs die allemaal een eigen benadering nodig hebben.
 
1. De tevreden donateur
Zijn vooral mannen van 35 jaar en ouder en maken twintig procent uit van de totale groep donateurs. Ze werken hard, zijn wat conservatiever en geven gemiddeld twee procent van het inkomen aan goede doelen.
Hoe te benaderen: Gebruik hun financiële adviseur om over hun nalatenschap te praten.
Hoe vooral niet te benaderen: Kom niet met zielige praatjes om een schuldgevoel los te maken. Dat werkt slechts bij twee procent van deze groep.
 
2. De drukke idealist
Zijn vooral jonge vrouwen (een op de drie zijn millennials), doen graag vrijwilligerswerk en geven steeds meer aan goede doelen. Ze doen vaak onderzoek naar de goede doelen die ze ondersteunen.
Hoe te benaderen: Giving circles werken bij deze groep. Daarnaast richten ze zich meer op internationale doelen dan andere donateurs.
Hoe vooral niet te benaderen: Te veel keuzes bieden: zowel in doelen als in manieren om die te ondersteunen. Van alle donateurs voelt deze groep zich het snelst ondergesneeuwd.
 
3. De voorzichtige donateur
Het grootste deel van deze groep is jong (34 procent is millennial), ze zijn van eenvoudige komaf, meestal single en voorzichtig met geven. Deze groep gelooft het meest in filantropie, maar geeft bescheiden en voelt zich schuldig over het feit dat ze niet meer geven.
Hoe te benaderen: Donatieverzoeken van mensen die ze persoonlijk kennen. Ook geven ze graag via een doel dat door de werkgever wordt ondersteund, omdat ze zich zekerder voelen over deze gift. Crowdfunding werkt ook goed.
Hoe vooral niet te benaderen: Verzoeken waarin niet duidelijk wordt gemaakt dat de gift een manier is om terug te geven of om mensen in nood te helpen komen niet aan.
 
4. De onwetende potentiële donateur
Een brede groep die bestaat uit mannen en vrouwen in diverse leeftijden. Zijn niet bezig met filantropie en geven het minst van alle groepen, hoewel ze denken dat ze net zoveel geven als de gemiddelde donateur. Hebben het altijd druk en zijn vaak niet religieus.
Hoe te benaderen: Altijd in kleine stapjes. Deze donateurs weten vaak niet hoe goede doelen werken, dus leg ze dat uit. Je kunt beginnen met verzoeken om kleine giften via social media of persoonlijk, tijdens evenementen.
Hoe vooral niet te benaderen: Om teruggeven aan de maatschappij geeft deze groep niet, dus leg daar niet de nadruk op. Maak het geven of het doel ook niet te ingewikkeld, dan haken ze af.
 
5. De weinig geëngageerde kritische donateur
Deze groep bestaat vooral uit mannen van verschillende leeftijden. Ze zijn invloedrijk, maar niet bezig met filantropie. Ze geven minder dan de gemiddelde donateur en voelen zich daar niet schuldig over. Ze zijn sceptisch over het werk van goede doelen, maar doen nooit onderzoek naar een organisatie als ze al eens een gift doen.
Hoe te benaderen: Altijd met een eenvoudig en direct verzoek waarin staat waar de donatie naartoe gaat. Maak ze ook attent op simpele manieren om te geven, zoals via giving circles.
Hoe vooral niet te benaderen: Wees vooral niet vaag en onthoud dat deze donateur sceptisch is, dus bevestig zijn bezwaren nooit in je boodschap.
 
(Bron: The Chronicle of Philanthropy)