Verkiezingsprogramma’s langs de meetlat:Hoeveel betrokken burger wil je hebben?

Verkiezingsprogramma’s langs de meetlat:Hoeveel betrokken burger wil je hebben?
Verkiezingsprogramma’s langs de meetlat:Hoeveel betrokken burger wil je hebben?
28 augustus 2012
Nieuws | | Politiek en overheid

Op 12 september gaat dit land belangrijke keuzes maken. De meeste politieke partijen hebben hun congressen achter de rug en schermen met verkiezingsprogramma’s die het electoraat moeten verleiden. Ik was benieuwd wat in die programma’s gezegd wordt over de rol van de maatschappelijk betrokken burger en het particuliere initiatief. Welk wenkend perspectief schetsen de politieke partijen voor haar civil society tegen de achtergrond van een majeure economische crisis?

Verkiezingsprogramma’s zijn geen beleidsstukken, maar ze zijn bedoeld om kiezers over de streep te trekken. Daarvoor is nodig dat de partijvisie op mens en samenleving in grote, stevige trekken wordt neergezet. Met een loepje zoeken naar details, zoals veel belangenverenigingen en lobby-platforms doen, is daarom weinig zinvol. Een partijprogramma is op z’n best een Rubensiaanse schets, en zeker geen fijnschildering van Vermeer. Wie dus gaat speuren naar ‘filantropie’ of ‘goede doelen’ hoeft geen al te hoge verwachtingen te hebben, al zijn er enkele partijen (zoals de VVD) die er toch gewag van maken.



Balkenende
Een spade dieper wordt de zaak interessanter. Nu de overheid de grootst mogelijke moeite heeft om de welvaartstaat te financieren uit de collectieve middelen en het bedrijfsleven aan de zuurstof ligt, zou je verwachten dat de zelfreddende en –financierende burger op het schild gehesen wordt. Riep Jan Peter Balkenende nog niet eens zo heel lang geleden de nationale hoon over zich af door de ‘VOC-mentaliteit’ aan te prijzen als medicijn voor de doodzieke welfare state; tegenwoordig twijfelen veel minder mensen aan het nut van een echte burgerschaps-renaissance. Maar wat zeggen de politieke partijen daar eigenlijk over in hun verkiezingsprogramma’s? Ik zal u niet te lang in spanning houden: stuitend weinig.

Alleen het CDA
De enige partij die er meer dan een alinea aan wijdt, is – niet geheel toevallig – het CDA. De confessionelen uit het traditionele midden kennen een lange traditie van dienstbaarheid aan het algemeen nut en blijven hieraan ook in 2012 trouw. En geen oude wijn in nieuwe zakken: als enige partij houdt het CDA haar kiezers ook voor hoe de “maatschappelijke participatie” gefinancierd moet worden. Het CDA wil actief op zoek naar nieuwe vormen van financiering voor sociale projecten. Het speelt daarbij openlijk leentjebuur bij de Camerons plannen voor een ‘big society’.

Social enterprises
Het CDA-programma ‘Iedereen’ zegt: “Sociale projecten zijn van en voor de gemeenschap; charitatieve instellingen, woningcorporaties, pensioenfondsen of zorgverzekeraars moeten in deze zogenaamde social enterprises investeren. Om vitale coalities tussen burgers, bedrijven en organisaties van de grond te tillen, komen er experimenten, waarbij burgers en bedrijven  - naar Brits voorbeeld - als ‘aandeelhouder’ in maatschappelijke vraagstukken met ideeën en geld kunnen investeren in ‘de samenleving’.”

Fundamentele verandering
Dat klinkt zowaar als een moderne … visie. Afgekeken bij de Britten, dat wel. Het programma vervolgt: “Maatschappelijke organisaties in zorg, onderwijs, welzijn, cultuur en wonen zullen goed geworteld moeten zijn in de samenleving. Door de financiering via de vraag van mensen te laten lopen, moeten zij zich actiever op de wensen en behoeften van burgers, patiënten en cliënten richten. Burgers en bedrijven kunnen een maatschappelijk aandeel nemen in deze organisaties. Dat vergt een fundamentele verandering van overheidsregels.”
Hoe die fundamentele verandering moet plaatsvinden, wordt niet duidelijk, maar met deze paragrafen schetst het CDA iets wat als een wenkend perspectief(je) genoemd kan worden.

VVD-mysterie
In het programma ‘Niet doorschuiven, maar aanpakken’, berijdt de VVD zoals te verwachten haar liberale stokpaardjes. Als een van de weinig partijen noemt de VDD daarbij ook de rol van goede doelen, maar de passage daarover is voer voor filologen: “Een kleinere overheid is hard nodig. De afgelopen jaren heeft de overheid bevoegdheden en verantwoordelijkheden op zich genomen die bij ons als vrije inwoners horen. Zoals het doneren aan goede doelen en het zorgen voor je zelf en je omgeving. Die verantwoordelijkheden moeten wij weer terugeisen. De overheid moet weer dienend worden aan al die Nederlanders die, in verantwoordelijkheid en met elkaar, zelf vormgeven aan hun leven.”
De ‘bevoegdheid’ om te doneren aan goede doelen hebben burgers nooit bij de overheid neergelegd, bij mijn weten. Wat de liberalen ons hier duidelijk proberen te maken, is een groot mysterie.

Goede doelen en NGO’s
Het standpunt over ontwikkelingssamenwerking is intussen bekend: daar wil de VVD fors in snoeien. Specifiek wordt hier de rol van de donerende burger genoemd: “Ontwikkelingshulp in zijn huidige vorm werkt hulpverslaving en machtsbestendiging in de hand… Het ontwikkelingsbudget wordt nog onvoldoende geconcentreerd op de vastgestelde speerpunten. Bovendien gaat er nog steeds veel geld naar internationale hulp- en goede doelenorganisaties (NGO’s). De VVD wil die bijdragen drastisch verlagen, en de bijdragen voor NGO’s stopzetten. Mensen kunnen altijd zelf bepalen of zij een gift willen doen aan een ontwikkelingsorganisatie; die hoeft niet te worden ‘afgedwongen’ via belastingheffing. De VVD heeft bovendien meer vertrouwen in goede doelenorganisaties met een eigen ledenachterban, dan in grote NGO’s die louter bestaan omwille van een doel.”
Ook deze passage blinkt niet uit door helderheid: er is volgens de VVD klaarblijkelijk een onderscheid tussen een ‘goed doel’ en een ‘NGO’. De eerste heeft maatschappelijk draagvlak; de tweede niet.

Burgerverenigingen
Dat de liberalen NGO’s in de ontwikkelingsamenwerking helemaal niet meer als ‘burgerverenigingen’ zien, maar als verlengstuk van de overheid, blijkt uit de volgende passage: “Burgerverenigingen hebben als voordeel dat zij zich niet zozeer om politieke macht bekommeren, maar verantwoording afleggen aan hun leden en in staat zijn zich aan te passen aan kritiek. De nieuwe Geefwet voorziet in gunstige regelingen voor burgers om geld aan goede doelen over te maken.”
Duidelijk is in elk geval wel dat internationale solidariteit volgens de VVD vooral door burgers uit eigen portemonnee moet worden opgehoest.

SP
Over de Socialistische Partij kunnen we kort zijn. Het belang dat deze partij hecht aan haar burgers is klaarblijkelijk zo groot, dat die helemaal niet als ondernemende entiteit in het programma ‘Nieuw vertrouwen’ voorkomt. Het is evident dat vooral de overheid een uiterst dominante rol speelt. In kunst en cultuur verdient ongeveer iedereen “de steun van de overheid”. Hoe die steun gefinancierd moet worden en welke rol de burgers daarin hebben, wordt niet duidelijk. “Cultuureducatie in het onderwijs is van groot belang. De cultuurkaart verdient daarom ondersteuning”: mooi, maar wie betaalt dat? “De Nederlandse film dient te worden gestimuleerd”: lof, maar hoe? “We gaan zuinig om met de orkesten. Het Metropole Orkest willen we behouden”: helemaal mee eens, maar uit welk potje?

PVV
Nog korter kunnen we zijn over de ideeën van de PVV. In de ‘Agenda van hoop en optimisme’ regeert vooral de angst. Dit programma is opgesteld als een schotschrift en bevat veel punten die tegen iets zijn. Het meest saillant: “Staak alle subsidies aan de anti-Israël-industrie, zoals ICCO, OxfamNovib etc.”

PvdA
In ‘Nederland sterker en socialer’ staat een korte passage die iets zegt over particuliere initiatieven. De sociaal-democraten lijken, net als het CDA, meer opgeschoven in de richting van de actieve, participerende burger, maar overwegend vaag blijft het wel: “We benutten de kracht en betrokkenheid van de Nederlandse samenleving ten volle door particuliere initiatieven professioneel te ondersteunen.” Hoe dan?
“Het maatschappelijk middenveld levert een forse bijdrage aan waardevolle projecten. Zij hebben in tientallen jaren kennis en ervaring van onschatbare waarde opgebouwd, die ook voor de toekomst behouden moet blijven.” In deze passage klinkt erkenning door voor het particuliere initiatief, maar hoe die zich verhoudt tot de invloed van de overheid en welke rol die daarbij moet spelen wordt pas duidelijk in de cultuurpassages: “Cultureel ondernemerschap vraagt nieuwe vormen van vraaggestuurde financiering, bijvoorbeeld 'crowdfunding', geldinzameling via netwerken van burgers. Hiervoor komt een duidelijk juridisch en fiscaal kader.”
Daar is hij dan: de eigen portemonnee, het ondernemerschap en een flankerende overheid!

D66
Wie de ideeën van VVD en PvdA kruist komt als vanzelf bij het gedachtegoed van D66: veel verantwoordelijkheid voor burgers, maar ook de overheid in een voorwaardenscheppende rol en als vangnet voor de zwakkeren. Dat wordt mooi gedemonstreerd aan de cultuurpassage: “Wij willen dat de overheid de creatieve vermogens, de vindingrijkheid en de innovatieve kracht van mensen actief en ruimhartig ondersteunt en stimuleert. De overheid moet niet optreden als beoordelaar van kunst, maar voorwaarden scheppen zodat kunstenaars een eigen verantwoordelijkheid krijgen en kunnen (onder)nemen. Daarbij is D66 ervan overtuigd dat er geen creatieve top kan zijn zonder een brede basis en voldoende ruimte voor talentontwikkeling. De overheid heeft daarom een grote verantwoordelijkheid om ook de creatieve basis te stimuleren. De afgelopen jaren is hard bezuinigd op de culturele sector. D66 wil gericht de daarmee aangebrachte schade herstellen. Tegelijkertijd omarmen wij de energie die als reactie is vrijgekomen en stimuleren wij de culturele sector meer op eigen benen te staan.”

Hetzelfde geldt voor de visie op ontwikkelingssamenwerking: “In een wereld van opkomende economieën en economische gelijkwaardigheid moeten wij anders kijken naar ontwikkelingssamenwerking. Mensen helpen, vanuit hun eigen kracht, zelf iets aan hun situatie te doen: internationale samenwerking dus.”
Bij D66 is verder geen syllabe over de rol van burgers en hun particuliere initiatieven. Een constatering die ook opgaat voor het partijprogramma van GroenLinks. De wereld van GroenLinks is groen en duurzaam. Tussen markt en staat lijkt er geen civil society te bestaan…

Christen Unie: Vrijwilligerswerk
Het is ook beslist geen toeval dat een confessionele partij als enige de vrijwilliger benoemt. In haar programma ‘Voor de verandering’ prijst de Christen Unie de vrijwilligers en dicht zij die een belangrijke rol toe: “Onder een terugtrekkende overheid die burgers aanspreekt op eigen verantwoordelijkheid, verdient het vrijwilligerswerk een voorname positie. Onbetaalde arbeid en vrijwilligerswerk zijn de smeerolie van de samenleving en verdienen als zodanig erkenning als waardevolle maatschappelijke bijdrage. Zonder vrijwilligers is er voor veel sociale verbanden, zoals sportverenigingen, buurtclubs en scholen, geen toekomst. Het belang van vrijwilligerswerk zal de komende jaren verder toenemen.”

Vermindering regeldruk
De CU wil de vrijwilligers graag vanuit de overheid faciliteren: “Vermindering van regeldruk en administratieve lasten voor burgers en maatschappelijke organisaties hebben de structurele aandacht van de overheid. Landelijke projecten voor deskundigheidsbevordering van vrijwilligers worden financieel ondersteund. In het vrijwilligerswerk verworven competenties moeten beter gepromoot worden bij opleidingen en werkgever.”

Conclusie
Hoe moeilijk kan het zijn om het belang van zes miljoen vrijwilligers, die het cement in onze samenleving vormen, te zien? Als het gaat om een visie op de rol van de maatschappelijk betrokken burger, getuigen de confessionele partijen het meest van een maatschappijvisie en zijn ze ook het meest concreet in de financiering van het particuliere initiatief en de rol van de overheid. De VVD wil de burger wel een duidelijke rol geven, maar strandt in volstrekt onbegrijpelijke formuleringen. De PvdA lijkt meer opgeschoven in de richting van meer individuele betrokkenheid en komt daardoor duidelijker op afstand van de SP. Samen met D66, Groen Links en PVV hebben de socialisten geen duidelijke visie op het belang van onze civil society.

Ik wens alle maatschappelijk betrokken burgers veel sterkte op 12 september in het stemhokje.