UNICEF heeft geen woorden voor lijden van kinderen in Syrië

Talal is pas een dag oud. Samen met zijn vader en moeder verblijft hij in een vochtige schuilkelder in Oost-Ghouta.
Talal is pas een dag oud. Samen met zijn vader en moeder verblijft hij in een vochtige schuilkelder in Oost-Ghouta.
21 februari 2018
Nieuws | | Organisatienieuws

Kinderrechtenorganisatie UNICEF heeft vandaag een vrijwel blanco persbericht verstuurd. De kinderrechtenorganisatie wil hiermee duidelijk maken geen woorden meer te kunnen vinden om het lijden van kinderen in Syrië en de verontwaardiging die dit oproept te beschrijven.  

De afgelopen dagen zijn opnieuw vele kinderen slachtoffer geworden van het geweld in Syrië. De verwoestende aanvallen en de verloren levens laten UNICEF sprakeloos. Voor UNICEF is het aanhoudend geweld aanleiding om een blanco verklaring naar buiten te brengen.

‘Geen enkel woord kan recht doen aan de gedode kinderen, hun moeders, hun vaders en hun geliefden’, zo schrijft Geert Cappelare, Regionaal directeur van UNICEF Midden-Oosten en Noord-Afrika in de verder lege verklaring.

Oost-Ghouta
Het geweld in Syrië is de laatste maanden flink geëscaleerd. Er gaat geen dag voorbij zonder dat er een kind sterft of gewond raakt. Op 19 februari kwamen op één dag alleen al 40 burgers om het leven en raakten 150 mensen gewond in Oost-Ghouta. De belegerde buitenwijk van Damascus wordt dagelijks gebombardeerd en beschoten.
UNICEF bereikt families in belegerde gebieden mondjesmaat met noodhulpkonvooien. Ongehinderde humanitaire toegang is hard nodig.

Hulpkonvooien
‘De situatie is frustrerend’, vertelt Gerrit van den Berg, Syrië woordvoerder bij UNICEF Nederland. ‘Door de belegering en het dagelijks geweld zijn we afhankelijk van toestemming van alle strijdende partijen om met noodhulpkonvooien Oost-Ghouta binnen te rijden. Die toestemming vragen we elke week, maar krijgen we slechts zeer sporadisch’.
Vorige week op 14 februari kon UNICEF samen met andere hulporganisaties naar binnen om hulp te bieden. ‘Dat was goed nieuws, maar tegelijkertijd ook veel te weinig. We konden toen hulp bieden aan 7.200 mensen waaronder 2.800 kinderen, maar in het hele gebied wonen bijna 400.000 mensen waarvan de helft kind is’, vertelt Van den Berg. ‘Wij willen terug om weer hulp te bieden aan die duizenden anderen.’

Het konvooi van februari was een klein lichtpuntje nadat er in december en januari geen enkel konvooi het gebied binnen kon. In november kon UNICEF hulp bieden aan kinderen en uit onderzoek bleek toen dat 1 op de 8 kinderen acuut ondervoed is. Het hoogste percentage ooit gemeten in Syrië. ‘Zij kregen toen speciale therapeutische voeding, maar ook hier geldt: meer is nodig’.

UNICEF staat klaar
‘Ik ben erg onder de indruk van mijn collega’s in Syrië. Zij staan elke dag klaar om uit te kunnen rukken als de mogelijkheid er is om hulp te bieden. Op vele plekken bieden we ook dagelijks hulp aan miljoenen kinderen, maar die hulp willen we ook bieden aan de kinderen in Ghouta’, aldus Van den Berg. Wij willen helpen en doen dat zodra er een kans is, maar ongehinderde humanitaire toegang is hard nodig!’.

Daarom roept UNICEF nu samen met andere VN-organisaties op tot een staakt-het-vuren van een maand om humanitaire hulp te kunnen bieden. ‘De kinderen, vaders, moeders van Syrië hebben al zoveel geleden. Zij hebben recht op hulp en wij stellen alles in het werk om hen die te kunnen geven.’