Twintig vragen aan... May-May Meijer

20 januari 2005
Nieuws | | Personalia

May-May Meijer (onderzoeker werkgroep filantropie VU)

May-May Meijer (32), is sinds 2003 werkzaam als onderzoeker bij de werkgroep filantropie aan de Vrije Universiteit (VU). Ze doet onderzoek naar geven door bedrijven in de vorm van sponsoring en liefdadigheid (‘corporate giving’) en de reputatie van goede doelen. Eind vorig jaar promoveerde ze bij de afdeling communicatiewetenschap van de VU op een onderzoek naar de effecten van mediaberichtgeving op de reputatie van bedrijven. Daarvoor werkte ze als projectleider bij Universiteit Nyenrode. Ze studeerde communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en heeft de Hoge Hotelschool in Maastricht afgerond. 

 


 

1. Wat was uw allereerste vrijwilligerswerk?
Voorlichting geven over Amnesty International en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op lagere en middelbare scholen.

2. Welke krant(en) leest u?
de Volkskrant.

3. En welke vaktijdschriften leest u?
FM Weekly, verder met name wetenschappelijke tijdschriften.

4. Wie of wat is uw grote inspirator?
Nieuwsgierigheid inspireert mij om onderzoek te doen. Onrechtvaardigheid inspireert mij om actie te voeren. 

5. U bent voor even premier: wat is uw eerste maatregel van bestuur?
Extra geld uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking zodat het geld dat uitgegeven wordt ivm de zeebeving niet volledig ten laste komt van het ontwikkelingssamenwerkingbudget. Bush, Blair, Chirac, Barosso, Koizumi (Japanse premier) bellen om te zeggen dat we plannen moeten maken om ervoor te zorgen dat de millenniumdoelstellingen (o.a. halveren van de armoede, alle kinderen naar school) daadwerkelijk gehaald worden.

6. Collectebus of overmaken?
Zelf aan de slag, lobbyen en overmaken.

7. Aan welke van uw eigenschappen ergeren uw collega’s zich het meest?
Een collega noemt mijn koppigheid, de andere collega geeft aan dat dat juist positief bijdraagt aan het team.

8. Met wie zou u het liefste samen een huis-aan-huis collecte lopen?
Met een groep: Ali B, Max van den Berg, Jan Pronk, Shirin Ebadi, Noreena Hertz en Muhammad Yunus. De laatste drie wordt een beetje moeilijk omdat ze niet in Nederland wonen.

9. Verbeter de wereld: waar begint u bij uzelf?
Ik werk vier dagen in de week, mijn “vrije dag” besteed ik onder andere aan mijn werkzaamheden als adviseur bij Zero-Kap (vermogensfonds gespecialiseerd in micro-kredieten).

10. Als May-May Meijer een goed doel zou zijn, welk?
Een goed doel dat zich inzet voor ontwikkelingssamenwerking, ik heb geen speciaal doel op het oog.

11. Bestaat ‘goed doen’ zonder eigenbelang?
Daar kun je lang over praten. Zo bestaan er in de literatuur concepten als het “warme gevoel” dat mensen krijgen bij geven. De vraag wordt opgeworpen of geven dan nog wel altruïstisch is, ik vind van wel.

12. Wat haat u in uw werk?
Dat je keuzen moet maken. Er zijn zoveel interessante zaken, het liefst zou ik alles willen doen.

13. Wat geeft u aan deze wereld?
Moeilijke vraag, we zijn allemaal zo’n klein deeltje op aarde. Ik hoop dat ik bijdraag aan mijn vakgebied en aan “de goede zaak”.

14. Iedereen heeft de mond vol van transparantie: wat verdient u?
Nu 1700 euro bruto per maand. Dat wordt met terugwerkende kracht (vanaf 1 december 2004) waarschijnlijk 2347 bruto voor vier dagen in de week. 

15. Wat is het laatste boek dat u las?
Arm en Rijk van David Landes. Het boek gaat over het ontstaan van arme en rijke landen.

16. U moet uw geld nalaten aan een maatschappelijke instelling: welke?
Ik zou mijn geld verdelen over meerdere instellingen op het gebied van, u raadt het misschien, ontwikkelingssamenwerking.

17. Wat is uw lijfspreuk?
Als we niet via de voordeur mogen komen, dan gaan we via de achterdeur, als dat niet lukt gaan we via het raam etc. Mooi vind ik “Armoede hoort in het museum thuis” van professor Muhammed Yunus. 

18. Is goed doen, goed genoeg?
Goed doen is mooi, maar ik hou ook graag het resultaat in de gaten.

19. Wie is de onbaatzuchtigste mens die u kent?
Mijn vader.

20. Vertelt iets heel verrassends over uzelf.
Samen met Marokkaanse en Nederlandse acteurs speelde ik in het toneelstuk “1001 Nacht”. Het was heerlijk om te doen, veel lol beleefd samen en ook een beetje Arabisch leren dansen.