Stoutfonds krijgt steun van Amsterdamse wethouder Asscher

16 februari 2012
Nieuws | | Vermogensfondsen

AMSTERDAM (16 februari) - De Amsterdamse wethouder Onderwijs en Jeugdzaken Lodewijk Asscher heeft in een brief aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt het Stoutfonds, een initiatief van Start Foundation en het VARA-programma De Ombudsman, te steunen. "Ondanks het risico kan het Stoutfonds op mijn bijval rekenen, omdat ik van mening ben dat jongeren zich moeten kunnen ontwikkelen om zo hun kansen op een geslaagde toekomst te kunnen vergroten", aldus Asscher.


Asscher maakt zich zorgen over een groep jongeren in Amsterdam "die door een discrepantie tussen wetgeving en praktijk niet de kans krijgen om hun opleiding af te maken". Hij doelt daarmee op leerlingen die (nog) geen verblijfsvergunning hebben. Net als Start Foundation en De Ombudsman vindt Asscher dat een stage onontbeerlijk is voor een volwaardige startkwalificatie.


Negatief neveneffect

Het kabinet blijft volhouden dat voor een stage een werkvergunning nodig is en blijft weigeren die af te geven aan jongeren zonder verblijfsvergunning. Om leerlingen tegemoet te komen, zouden scholen volgens het kabinet een verklaring moeten afgeven dat ze in ieder geval het theoretische deel van de opleiding hebben afgerond. Volgens Asscher doet dit afbreuk aan de "kern van het beroepsonderwijs". En hij wijst op een ander negatief neveneffect van de kabinetsopstelling: omdat deze jongeren geen diploma krijgen, zorgen ze voor een stijging van het aantal voortijdige schoolverlaters.


Kort geding

Volgens Asscher is het maar de vraag of voor een stage een werkvergunning nodig is. Hij verwijst naar een recent kort geding. De Arnhemse kantonrechter deed daar de uitspraak, dat wanneer werkzaamheden zijn gericht op het uitbreiden van kennis en ervaring met het oog op het voltooien van een opleiding, er sprake is van een leerovereenkomst en niet van een arbeidsovereenkomst.


Steun ondanks risico

Asscher is lovend over het Stoutfonds dat is opgericht om aandacht te vragen voor de problemen van deze jongeren. Hij ziet wel het risico dat dit mogelijk de lopende aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning voor de jongere in gevaar brengt. "Ondanks dat risico kan het Stoutfonds op mijn bijval rekenen, omdat ik van mening ben dat jongeren zich moeten kunnen ontwikkelen om zo hun kansen op een geslaagde toekomst te kunnen vergroten, waar die ook moge zijn", aldus Asscher.