Sessie 2A: De kracht van de zangvereniging

3 juli 2008
Nieuws | | De Dikke Blauwe

Sprekers: Andries de Jong, Nienke van Dijk

Moderator: Marius Ernsting

Aantal deelnemers: 25

Rapportcijfer: 6

Verslaggever: 10


Robert Putnams boek Bowling Alone liet zien hoe de sociale cohesie in de VS is verzwakt doordat mensen steeds minder bij sociale verbanden en clubs horen. Het lidmaatschap van een zangkoor kan al de slag naar meer maatschappelijke participatie zijn. Is het in Nederland anders? Deze discussie heeft direct te maken met armoede en achterstand. Want hoe weet je dat er een zangkoor in je buurt is als je de deur niet uitkomt? En heb je wel geld om lid te worden? Een sessie met veel vakjargon en valkuilen voor de niet-expert..

 


Nienke van Dijk van STEK (Haagse organisatie vanuit de kerken voor vrijwilligerswerk ten dienste van de samenleving): "Wij zetten ons in voor betere sociale cohesie, leefbaarheid en vitaliteit van Den Haag. Wij bouwen aan levendige en solidaire gemeenten en gemeenschappen. De metafoor van de zangvereniging spreekt me zéér aan. Juist rondom de kerken wemelt het van de koren en die vervullen een enorme rol."


STEK heeft ook een voedselbank, want voordat er sociale cohesie is, zal er eten moeten zijn.

STEK is succesvol bij het ondersteunen van initiatieven van ondermeer Marokkaanse vrouwen. "We opereren soms in een grijs gebied, maar het werkt uitstekend." Allereerste voorwaarde: mensen moeten bereid zijn elkaar wat te gunnen en elkaar te helpen.

"Wij werken veel voor uitgeprocedeerde asielzoekers en na het Generaal Pardon was er heel veel te regelen Mensen struikelden in de bureaucratie, maar er ontstonden eigen praktische oplossingen."

Grote wens van Van Dijk: "Ik zou willen dat fondsen en de overheid veel flexibeler waren tegenover eigen initiatieven van mensen."

 


‘Signaalfunctie is belangrijk: laten zien waar de gaten vallen'

Andries de Jong ( Stichting Samenwerking voor Urgente Noden) werkt in Amsterdam. "Onze onafhankelijke stichting helpt lokale overheden, hulpverleners en organisaties om samen een noodhulpbureau op te richten." Een Noodhulpbureau bemiddelt bij de vraag om materiële hulp (wasmachine of koelkast bijv.) en bij alle andere hulp die snel geleverd moet worden.

De Jong: "Wij zijn er eigenlijk voor de hulpverleners. Zij moeten de snelste weg naar oplossingen kunnen vinden. Wij kennen de wet, de fondsen, de mogelijkheden."

De overheid draagt de exploitatiekosten, bedrijven sponsoren soms en soms zijn er donateurs.

De Jong: "We kijken wat er mogelijk is in de wettelijke voorzieningen en binnen de afspraken. Die kent niet iedere hulpverlener allemaal uit zijn hoofd."

Al meteen ontspint zich een discussie over de term armoede: "Dat is een politiek begrip, wij spreken liever van nood." De zaal springt ook meteen op de kwestie of dit soort organisaties de nood niet in stand houdt: ‘Jullie doen wat de overheid moet doen!'

De Jong: "Dat is soms zo, maar als iemand dreigt te verdrinken ga ik niet eerst uitzoeken waarom hij niet kan zwemmen. Dan ga ik hem redden."

Noodhulpbureaus en organisaties als STEK vervullen een belangrijke signaalfunctie: "Wij hebben nauw contact met de wethouders en kunnen aangeven waar de gaten in de bestaande regels zitten. En dat heeft al een paar keer geleid tot andere regels," aldus Van Dijk van STEK. Belangrijk is dat de noodhulp niet te versnipperd is én dat noodfondsen een mandaat krijgen om snel te handelen. Helaas, iedereen is het er over eens dat noodbulp vaak problemen moet oplossen die door overheidsbeleid zijn veroorzaakt.

 


Hoe is het verband met blijvende oplossingen?

Hoe zinnig het debat ook is, het strandt enigszins op hulpverlenersjargon. Niet iedereen is gewend te denken in het ‘entamineren van uitrollen' en ‘hulpverlenersvelden met hefboomfunctie' en ‘ingekaderd vertrouwen in protecollaire afsprakenstructuren'. Erger is dat vragen uit de zaal over wederkerigheid en de eventuele hardnekkigheid' van de hulpvragers, stuiten op een muur van politieke correctheid. ‘Ik ervaar heel veel wantrouwen uit de zaal.'Gelukkig zijn moderator en zaal mans genoeg om ongewenste vragen te blijven stellen. En die ene vraag blijft, mét alle sympathie voor de zinnige en efficiënte werk van deze instanties: ‘Wat gebeurt er om mensen blijvend uit de ellende te halen?'

 


Zie ook: www.steknet.nl en www.urgentenoden.nl

 


civil society congres 2008