Rode Kruis laat oorlogsverleden onderzoeken

5 april 2012
Nieuws | | Goede doelen

AMSTERDAM (5 april) - Het Rode Kruis gaat een onafhankelijk onderzoek faciliteren naar haar rol in de Tweede Wereldoorlog. Dat stelde directeur Cees Breederveld vorige week bij een symposium in het Joods Historisch Museum. De resultaten van het onderzoek moeten uiterlijk over vijf jaar gepresenteerd worden.

Het Rode Kruis erkende al in 2005 dat het in de Tweede Wereldoorlog weinig tot niets heeft gedaan om de Joodse gemeenschap te helpen. De organisatie bezocht bijvoorbeeld de concentratiekampen Auschwitz, Theresienstadt en Buchenwald, maar bood geen hulp. Joodse medewerkers binnen de eigen organisatie werden ontslagen en er werd ook meegewerkt aan een anti-Joodse bloedtransfusiemaatregel. De Nederlandse tak van de internationale hulporganisatie deed bovendien na de oorlog vrijwel niets voor de opvang van joden.

“Excuses geen zin”
“Het Rode Kruis heeft op een afschuwelijke wijze afbreuk gedaan aan haar grondbeginselen”, zegt Cees Breederveld in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. “Dat het Nederlandse Rode Kruis zich zo liet dicteren door de overheid en tegelijkertijd zijn relevantie wilde bevestigen door overdreven neutraal te blijven en zelfs niet durfde te zeggen dat het het ergens niet mee eens waren, dat is onbegrijpelijk.” Toch wil hij geen excuses maken. “Wat heeft excuses aanbieden voor zin als je niet kan laten zien dat je alles hebt gedaan om ervoor te zorgen dat zoiets niet nog een keer plaatsvindt? Ik ben er in ieder geval nog niet aan toe om dat te doen. Omdat ik ook niet de indruk wil wekken dat het een loos gebaar is.”

Leren van fouten
Het is nog niet duidelijk wie het onderzoek naar het oorlogsverleden van het Nederlandse Rode Kruis moet uitvoeren, maar Breederveld heeft het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies op het oog. Het onderzoek moet uiterlijk over vijf jaar, als het Rode Kruis 150 jaar bestaat, worden gepresenteerd. De organisatie wil leren van de fouten die destijds gemaakt zijn, om er lessen uit te kunnen trekken voor de toekomst.