Reacties uitspraak Hoge Raad (3)

6 juli 2006
Nieuws | | Tax & Legal

Is voetbal algmeneen nut?


"Als bovenstaande vraag aan alle Nederlanders zou worden voorgelegd, dan denk ik dat ik het antwoord wel weet; en u ook wel. De vraag zal naar mijn stellige overtuiging positief worden beantwoord. Nederlanders zijn net als de meeste buitenlanders verzot op sport en voetbal in het bijzonder. En als we zo de maand juni wat om ons heen hebben gekeken, dan valt toch vooral op dat heel veel mensen een enorm genoegen beleven aan de wereldkampioenschappen voetbal. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen - ik neem me zelf maar als voorbeeld - die niet van voetballen houden, maar dan hebben we het toch over een hele kleine minderheid. Een zo'n kleine minderheid kan het algemeen nut van voetbal niet teniet doen. Of toch wel?

Recent heeft de Hoge Raad zich over de onderhavige kwestie gebogen in een fiscaal geschil. Zoals bekend zal zijn, nemen goeddoelinstellingen en enkele andere instellingen zoals kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties in de fiscale wetgeving op een aantal terreinen een bijzondere positie in. Dat is onder andere het geval in de sfeer van het schenkings- en successierecht waarbij zij sinds kort niet meer worden belast (dat was 8%) indien zij erfenissen of schenkingen ontvangen. Daarnaast is er uiteraard de giftenaftrekregeling in de inkomsten- en de vennootschapsbelasting. De laatste heeft niet veel om het lijf omdat de meeste uitgaven van ondernemingen toch reeds aftrekbaar zijn, maar bij de inkomstenbelasting is een gift alleen aftrekbaar indien deze plaatsvindt aan een goeddoelinstelling. Tot de goeddoelinstellingen behoren de algemeen nutbeogende instellingen; dat is een vaag begrip waar enerzijds allerlei instellingen onder geschaard zouden kunnen worden, maar anderszins kan het ook heel beperkt worden uitgelegd. Gelet op de algemene aanduiding zal het duidelijk zijn dat over de vraag welke instellingen kwalificeren redelijk uitvoerige rechtspraak voorhanden is. In het algemeen is de Hoge Raad terughoudend; dat is begrijpelijk. Het begrip algemeen nutbeogend is sterk subjectief en dan is het niet verstandig daaraan een ruime betekenis toe te kennen. De geloofwaardigheid en ‘draagkracht' van de regeling komt daarbij dan mogelijk onder druk te staan. Ten aanzien van sportverenigingen heeft de hoge Raad in het verleden dan ook de lijn getrokken dat deze in de regel geen algemeen nut beogen. Gelet op eerder hiervoor geschetste algemeen draagvlak is dat in zekere zin opmerkelijk. Voor sterk individueel gerichte sporten is dat nog wel begrijpelijk en ook sporten die wellicht meer een spel vormen of de bokssport is het wel verdedigbaar dat dat die sporten geen algemeen nut beogend te dienen. Maar zoals gezegd, de Hoge Raad heeft in het verleden een strakke lijn getrokken. Opvallend was dan ook de beslissing in 2004 van het Bossche Hof dat een gift aan profvoetbalclub NAC wel tot giftenaftrek leidde omdat het Hof vond dat NAC een algemeen nut beogende instelling is. De staatssecretaris heeft tegen deze beslissing beroep in cassatie ingesteld en naar was te verwachten aan het langste eind getrokken: de Hoge Raad is trouw gebleven aan zijn vaste rechtspraak ten aanzien van de vraag of sportverenigingen aan zijn te merken als algemeen nut beogende instellingen. Deze vraag moet in het algemeen nog steeds ontkennend worden beantwoord; de Hoge Raad definieert expliciet de voorwaarden:

• de werkzaamheden in het algemeen belang moeten ten minste gelijk zijn aan de particulier gediende belangen; en

• de werkzaamheden moeten ook gericht zijn op het dienen van het algemeen belang waarbij niet voldoende is dat het algemeen belang indirect wordt gediend.

 


Ik ben het met de benadering van de Hoge Raad wel eens. De achtergrond daarvoor is dat bij een algemeen nut beogende instelling mijns inziens dit algemene nut veruit voorop moet staan. Bij sportverenigingen is dat lang niet altijd het geval; enerzijds omdat het in de regel veelal gaat om het veel beperktere belang van de club en met name diens leden. In de tweede plaats omdat onbedoeld gebruik bij een ruimere uitleg niet onmogelijk is: waarom zou (fiscaal niet-aftrekbaar) lidmaatschapsgeld niet worden omgezet in een aftrekbare gift? Dat onderscheid laat zich niet zo gemakkelijk maken. Teneinde discussies daarover te voorkomen is dus een beperkte uitleg van het begrip algemeen nut beogen begrijpelijk. Niettemin zou toch kunnen worden overwogen de regeling en de criteria van de Hoge Raad wat op te rekken. Indien het gaat om sportverenigingen of sportactiviteiten die evident gericht zijn op een groot publiek en waarbij de schenker zelf geen (lidmaatschaps-)belangen heeft bij de sportvereniging zou aanvaarding van een gift tot de mogelijkheden moeten behoren. De bewijslast dat hieraan wordt voldaan rust uiteraard op de schenker. Ik realiseer me dat ook binnen deze marges een dergelijke regeling wat arbitrair blijft. Dat de wetgever daar niet zoveel voor voelt valt uit wetstoepassing- en handhavingoogpunt te billijken.