Publieke toezichthouder stuurt onvoldoende op cultuur en gedrag

15 juni 2011
Nieuws | | Governance & Finance

AMSTELVEEN (16 juni) - PwC kwam gisteren met een rapport over prestaties van toezichthouders. Het adviesbureau sprak daartoe met 36 leden van raden van toezicht in de zorg, het onderwijs, bij woningcorporaties, charitatieve instellingen en overheidsorganisaties. Conclusie: toezichthouders in de publieke sector sturen onvoldoende op cultuur en gedrag en staan te ver af van de organisatie waarop ze toezicht houden.


Volgens PwC worstelen leden van raden van toezicht in de publieke sector zichtbaar met hun rol. Ze waken ervoor op de stoel van de bestuurder te gaan zitten: naar eigen zeggen dragen de bestuurders de verantwoordelijkheid voor de cultuur binnen de organisatie, zij houden er ‘slechts' toezicht op. De wijze waarop daarin invulling wordt gegeven wisselt sterk. Ze stellen zich van nature berustend op ten aanzien van regulering door de overheid en (externe) toezichthouder, ook al stellen zij dat dit het sturen op waarden frustreert. Tegelijkertijd bieden ze relatief weinig tegenwicht door hun visie en statuur aan te wenden voor de politieke lobby.



Informatievergaring

De invloed die toezichthouders zich toe-eigenen beperkt zich veelal tot de formele aspecten zoals het benoemen en ontslaan van bestuurders en het vaststellen van beloningen. In die rol vertrouwen ze op hun eigen gelukkige hand van selecteren en op de integriteit van bestuurders, maar missen ze vaak kennis over beloningsystemen en - regels. Ook vinden ze het belangrijk goed geëquipeerd te zijn voor toezicht op cultuur en gedrag, maar evalueren lang niet altijd binnen de raad van toezicht hun eigen inbreng, interactie en deskundigheid. Bovendien willen toezichthouders niet afhankelijk zijn van de informatie van bestuurders alleen. Tegelijkertijd staat de wijze van informatievergaring die nodig is voor effectief toezicht op of het kunnen stellen van vragen over cultuur en gedrag vaak nog in de kinderschoenen.


Vinger op de zere plek

"Het is vaak een kwestie van wel willen maar niet weten hoe", zegt Olof Bik, specialist bij PwC in gedrags- en cultuurtoezicht en auteur van het rapport. "Bovendien miskennen ze hun eigen rol. Juist toezichthouders zijn in de positie om de vinger op de zere plek te leggen en de goede vragen te stellen om nieuwe incidenten te voorkomen. Echter, dat ziet het overgrote deel van de commissarissen helaas anders. Ze eisen in onvoldoende mate de middelen op waarmee ze formeel en informeel invloed kunnen uitoefenen op het juiste gedrag en de gewenste cultuur."


Menselijk gedrag

"Een belangrijke les van eerdere debacles is dat toezichthouders niet blind kunnen varen op harde cijfers, zegt medeauteur Nita Wink, bij PwC verantwoordelijk partner voor maatschappelijke organisaties. "Het menselijk gedrag achter de cijfers is minstens zo belangrijk. Juist het creëren van risicobewustzijn in een organisatie is van belang. Maar er is slechts een kleine groep toezichthouders die zichzelf verantwoordelijk voelt voor de cultuur en het gedrag in een organisatie. Zij spreken bestuurders aan op hun voorbeeldgedrag en stellen stevige vragen. Hoe sterker de maatschappelijke en organisatorische kernwaarden en governance doelstellingen zijn verankerd in de cultuur, hoe beter organisatie en medewerkers in staat zijn de verwachtingen van belanghebbenden waar te maken. De sturende rol van toezichthouders in deze wordt in de eerste plaats schromelijk onderschat door de toezichthouder zelf."


Aanbevelingen

Het rapport komt met een aantal aanbevelingen voor toezichthouders. Zo zouden toezichthouders de afstand tussen bestuur en toezichthouders moeten verkleinen en zich niet alleen richten op de formele verantwoordelijkheden in het two-tier model, zoals benoeming en beoordeling, maar op z'n minst durven goede en stevige vragen te stellen. Ook moeten ze zich niet laten weerhouden heldere verwachtingen uit te spreken over de gewenste informatievoorziening, maar ook zelf de organisatie ingaan voor hun informatievoorziening. Daarnaast moeten toezichthouders ook invulling geven aan hun eigen voorbeeldrol door zelfevaluatie serieuzer ter hand te nemen en daarmee een voorbeeld te stellen aan het bestuur over het verwachte zelfkritische vermogen.


Nita Wink en Wim van Ginkel verzorgen tijdens Civil Society Congres op 30 juni een speciale workshop gewijd aan het onderwerp "Sturen op cultuur en gedrag in de boardroom". Aanmelden voor dit congres kan nog: klik hier.