Opkomst van particuliere fondsen is niet te stuiten

Opkomst van particuliere fondsen is niet te stuiten
Opkomst van particuliere fondsen is niet te stuiten
9 december 2019
Nieuws | | Fondsenwerving

Zelf goeddoen is een trend in de filantropie, stelt Het Financieele Dagblad. Het aantal donaties dat particuliere initiatieven ontvangen, neemt toe ten koste van de gevestigde partijen. Maar hebben dergelijke kleinschalige initiatieven wel effect?

Filantropie is aan het veranderen. Van groot naar klein. Van routineus doneren via een automatische overboeking naar snel, gemakkelijk en betrouwbaar. De voortschrijdende techniek maakt dat mogelijk. Neem het digitaal donatieplatform Kinder, dat geld geven, ook kleine bedragen, makkelijk wil maken. Kinder fungeert daarnaast als onafhankelijke partij om de deugdelijkheid van goede doelen te beoordelen. Internetondernemer en initiatiefnemer van Kinder Mathys van Abbe wil de grootste onafhankelijke beoordelaar van de geefsector te worden.

Zelf iets opzetten

De opkomst van de particuliere fondsen lijkt niet te stuiten, blijkt uit recent onderzoek van Sara Kinsbergen, van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij schat hun aantal op nu al enkele duizenden. En het aantal donaties dat de particuliere initiatieven ontvangen, neemt toe ten koste van de gevestigde partijen. Frank Aalderinks, hoofd filantropieadvies bij ABN Amro, bevestigt dat beeld. ‘De nieuwe groep filantropen is bereid tijd en energie te steken in hun filantropische activiteiten, vaak samen met familieleden. Geld in een grote pot stoppen voelt minder goed dan zelf iets opzetten en het later doorgeven. De grote fondsen verliezen daardoor terrein.’

Effectief altruïsme

Gevers hechten daarbij steeds meer waarde aan ‘effectief altruïsme’. Anders gezegd: tot op de cent weten en meten wat er met je euro gebeurt, zodat je die zo effectief mogelijk inzet. Een ander voordeel van kleine, particuliere projecten is het vaak innovatieve karakter. Een argument tegen filantropie op de vierkante centimeter is dat die geen oplossing biedt voor de grote vraagstukken in de wereld. Hoe goedbedoeld ook, een schooltje in de binnenlanden van Afrika helpt niet het analfabetisme de wereld uit. Mathys van Abbe ziet dat ook, maar: ‘Projecten om snel en voor weinig geld basisbehoeftes te organiseren zijn essentieel. Ik zag in een vluchtelingenkamp hoe een voetbalprogramma ervoor zorgde dat jongens niet wegliepen en zouden kunnen radicaliseren. Je verandert de wereld er niet mee, maar op individueel niveau is het doorslaggevend.’

Intensievere samenwerking

Sara Kinsbergen zoekt in haar onderzoek het beste van twee werelden. Wat haar betreft komt er intensievere samenwerking tussen beide partijen. Particuliere initiatieven zijn vaak beter op de hoogte van specifieke lokale omstandigheden dan de grote hulpinstellingen.

Bron: Het Financieele Dagblad

Lees hier het volledige artikel (alleen voor abonnees van het FD)