Natuurorganisaties: “Onderhoud is overheidstaak”

Natuurorganisaties: “Onderhoud is overheidstaak”
Natuurorganisaties: “Onderhoud is overheidstaak”
28 augustus 2012
Nieuws | | Politiek en overheid

De Nederlandse natuurorganisaties kunnen de komende jaren rekenen op fiks minder geld aan subsidies. Walter Kooy, directeur van het Nationaal Groenfonds, voorspelde vorige week al dat geldgebrek een zorg zal worden die nog jaren gaat duren. Jan Jaap de Graeff, directeur Natuurmonumenten en Hank Bartelink, directeur van de 12Landschappen, delen die zorg in Trouw.

“Begin dit jaar stemde de Tweede Kamer in met een ongekende bezuiniging van twee derde op het natuurbudget en met het halveren van de ambitie om een aaneengesloten netwerk van natuurgebieden te realiseren. Dat leerde ons dat natuurbescherming nog meer op eigen kracht moet opereren. Natuurmonumenten en de twaalf provinciale landschappen zijn private partijen. Naast iedere euro subsidie steken we twee euro uit eigen zak in de natuur. We gaan het uiterste doen om nog meer geld uit de markt te halen”, schrijven Bartelink en De Graeff.

Overheidstaken
Maar dat betekent niet dat de overheid op haar handen kan zitten, vinden de heren. “Natuuronderhoud en het realiseren van aaneengesloten natuurgebieden zijn overheidstaken. Van de oorspronkelijke soortenrijkdom in ons land is nog geen 15 procent over. In Europa is dit 50 procent, wereldwijd 70 procent. De bebouwde oppervlakte in Nederland is de afgelopen 100 jaar verzesvoudigd. Ook recreëren steeds meer Nederlanders in de natuur om een balans te vinden met de dagelijkse drukte.”

“Lenteakkoord goede eerste stap”
“Gelukkig lijkt dit besef door te dringen in politiek Den Haag. De 200 miljoen voor natuur in het Lenteakkoord was een goede eerste stap. Ook de verkiezingsprogramma's van een aantal politieke partijen zijn hoopvol. Natuurlijk begrijpen wij dat ieder beleidsterrein in deze economische moeilijke tijden moet inleveren, ook natuurbeleid. Beknibbel dan niet op ambitie, maar neem meer tijd om tot aaneengesloten natuur te komen. Dat is goed voor plant en dier, maar ook voor gezondheid en economie.”